Gemeente Enkhuizen

Keywords: 13 PAGINA'S

RAADSNOTULEN

Enkhuizen, 23 januari 2001.

Zakelijk verslag van het verhandelde in de extra openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 2001 te 19.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.

Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester.

Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.

Aanwezig 16 leden, namelijk:

de dames:

E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en
Th. Dekker (pvda, wethouder) (tot 19.59 uur) alsmede

de heren:

H.F.P. Bode (pvda),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
H. van Doornik (cda, wethouder),
W. Hæntjens (vvd),
J.W. Hekkert (vvd),
J. Hart (eb),
F.C. Jans (eb),
J. Lok (vl/gl),
D. van Pijkeren (rpf/sgp),
W. Rieuwerts (vl/gl) (later),
drs. J.S. Tesselaar (eb),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).

Tevens zijn aanwezig:
de heren:

drs. H.B. Eenhoorn (Cap Gemini Ernst & Young) en drs. R.J. Morée (Cap Gemini Ernst & Young).

Afwezig 1 raadslid, te weten:
de heer Th. de Geus (rpf/sgp).

Agenda


1


Opening.


2


Eerste conceptrapportage bureau Cap Gemini met betrekking tot de bestuurlijke herindeling.


3

Sluiting.


1. Opening.


De voorzitter
opent de raadsvergadering die aan het thema `bestuurlijke reorganisatie' is gewijd en heet eenieder van harte welkom, in het bijzonder de heren Eenhoorn en Morée van bureau Cap Gemini. Dat bureau onderzoekt de bestuurlijke reorganisatie in West-Friesland, waarbij in het bijzonder aan de zogenaamde vesd -gemeenten moet worden gedacht.

Hierna deelt hij mee dat van de heer De Geus bericht van verhindering is binnengekomen. Verder is van de heer Rieuwerts de mededeling ontvangen dat deze iets later ter vergadering zal komen.

De heer Hart
(eb) vernam uit de krant dat het gemeentebestuur van Stede Broec nogal ontstemd zou zijn over de gang van zaken in Enkhuizen. Alvorens de rapportage inhoudelijk te bespreken, zal de fractie van Enkhuizer Belang het op prijs stellen duidelijkheid over de zienswijze van Stede Broec te krijgen. Ook wil zijn fractie weten of de gerezen onenigheid inmiddels is bijgelegd.

De voorzitter
neemt aan dat de heer Hart in hetzelfde krantenartikel ook heeft gelezen dat het college van Enkhuizen wat verbaasd is over `de opwinding' in Stede Broec. Zeer waarschijnlijk is sprake van een betreurenswaardig misverstand. Gelet op de gemaakte afspraken en in lijn met eerder gevoerde discussies is het Enkhuizer college er steeds van uitgegaan dat het vanavond te voeren gesprek in het openbaar kan plaatsvinden, maar kennelijk wordt daarover in Stede Broec iets anders gedacht. Toen dat duidelijk werd, waren de uitnodigingen echter verstuurd en was het leed al geschied, jammer. Overigens kwam voordien vanuit Stede Broec geen signaal waaruit kon worden opgemaakt dat naar het oordeel van die gemeente in Enkhuizen onzorgvuldig werd gehandeld.

De heer Hart
(eb) betreurt de gang van zaken. Dit is niet de eerste keer dat Enkhuizen met de omliggende gemeenten problemen heeft. In de toekomst moet er scherp op worden toegezien dat zoiets niet nogmaals voorkomt.

De voorzitter
: Voor zover het college dat in de hand heeft, zal daaraan alles worden gedaan.

De heer Lok
(vl/gl) attendeert erop dat dit gemeentebestuur nog steeds autonoom is en derhalve zelf kan bepalen hoe het met deze materie wenst om te springen.

De heer Wiersma
(cda) meent dat het een kleine moeite zou zijn geweest even met `de buren' te bellen om te vragen wat er precies aan de hand was. Dat zou de kou uit de lucht hebben gehaald.

De voorzitter
kan slechts herhalen dat ná de verschijning van het bedoelde krantenbericht de brief, opgesteld met de instemming van de colleges van Stede Broec, Venhuizen en Drechterland, reeds aan de betrokken gemeenteraden was verstuurd. Het Enkhuizer college kon toen niet anders reageren dan zoals het deed. Meer valt hierover niet te zeggen.


2. Eerste conceptrapportage bureau Cap Gemini met betrekking tot de bestuurlijke herindeling.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) leidt dit agendapunt als volgt in. Wanneer het bureau een onderzoek naar bestuurlijke vernieuwing in een gemeente of een groep van gemeenten doet, is het van wezenlijk belang ook een gesprek met de betrokken gemeenteraad of gemeenteraden te voeren. De raad beslist immers of op basis van de onafhankelijke eindrapportage al dan niet in een bepaalde richting wordt gegaan. Vandaar dat de onderzoekers graag willen weten welke gevoelens leven, wat van belang wordt geacht, welke ambities men heeft en waaraan de rapportage zal worden getoetst. Daarbij zijn twee elementen van belang.


1. Welke criteria wil men hanteren? Bij de beoordeling van het rapport inzake het al of niet samengaan van de vier gemeenten zullen allerlei punten van belang zijn. Bijvoorbeeld: voor de één telt het financiële aspect zwaar, terwijl een ander veel gewicht hecht aan het waarmaken van bepaalde ambities. Weer een ander zal goed naar het voorzieningenniveau kijken enzovoort. Per gemeente worden andere accenten gelegd of nuances aangebracht, maar alle elementen moeten in de rapportage aan bod komen om een adequate afweging te kunnen maken.

2. Welk (droom)beeld bestaat van de eventueel te vormen nieuwe West-Friese gemeente? Het is ook mogelijk dat sommigen bij die gedachte een nachtmerrie krijgen! Beide gevallen kunnen met een voorbeeld worden geïllustreerd.


- Droom. Wellicht wordt gedacht aan een zeer invloedrijke gemeenten, die zonder een afspraak te maken het provinciehuis kan binnenlopen, daar zaken regelt en ook een sterke entree bij andere organisaties heeft.

- Nachtmerrie. Misschien zullen enkele raadsleden vrezen dat de huidige korte lijnen tussen burgers en bestuur veel langer zullen worden en de democratische besluitvorming moeilijker zal worden.

Met name over deze elementen wil spreker graag een soort informeel rondetafelgesprek aangaan. Hij zal willekeurige raadsleden uitdagen de voor hen belangrijkste punten te noemen en anderen vragen daarop te reageren.

Cap Gemini heeft al een eerste oefeningetje achter de rug en in dat verband een notitie over de eerste indrukken geschreven; eigenlijk is het een non-paper dat de eerst stap vormt op het traject dat tot een echt rapport moet leiden. Duidelijk moet zijn dat het stuk niet bijster interessant is.

De heer Bode
(pvda) heeft veel moeite met de procedure die de heer Eenhoorn schetst. Feitelijk stelt deze voor met de benen op tafel te praten over de vraag hoe hier tegen een eventuele gemeentelijke herindeling in West-Friesland wordt gedacht. Volgens de raadsagenda wordt vanavond een oordeel gevraagd over de eerste tussentijdse rapportage van het onderzoeksbureau. Op de vraag of hetgeen nu voorligt voldoende rijp is om daarover een inhoudelijk oordeel te kunnen geven, moet de pvda-fractie een negatief antwoord gegeven.

(Tijdens deze spreekbeurt is de heer Rieuwerts ter vergadering gekomen.)

De heer Hart
(eb) onderschrijft de woorden van de heer Bode. Ook de fractie van Enkhuizer Belang is vanavond gekomen met de gedachte dat een mening over het uitgebrachte rapport, zijnde de eerste verkenning, moet worden gegeven.

De heer Wiersma
(cda) was in de veronderstelling dat vanavond het eerste ijkpunt aan de orde zou zijn, dus een moment om te bezien of al dan niet op de ingeslagen weg moet worden voortgegaan.

De heer Hekkert
(vvd) wil niet zover gaan als de heer Wiersma, maar de zienswijze van de heer Bode kan hij wel delen. Ook de vvd-fractie ging uit van de veronderstelling dat op de voorliggende rapportage moest worden ingegaan. Het kan zeker zinvol zijn een discussie te voeren zoals de heer Eenhoorn voorstelt, maar dan niet nu in deze omstandigheden.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) merkt op dat volgens de agenda nu de eerste conceptrapportage aan de orde is. Na het verhaal van de heer Eenhoorn heeft hij de indruk gekregen dat de zaak wordt omgedraaid. De rpf/sgp-fractie verwachtte dat vanavond informatie ter bespreking op tafel zou komen, maar in plaats daarvan vroeg de heer Eenhoorn aan de Enkhuizer raad elementen te noemen waarmee Cap Gemini verder zou kunnen.

De voorzitter
acht enerzijds de vraagstelling van de heer Eenhoorn terecht, maar anderzijds behoren politici eerst alle relevante argumenten aan te horen om op basis daarvan tot een oordeel te kunnen komen. Als nu droombeelden casu quo nachtmerries moeten worden geschetst, staat al bijna bij voorbaat vast welke standpunten de fracties zullen innemen. Het is dan ook beter de eerste rapportage als basis te nemen voor het bespreken van alle argumenten die voor de uiteindelijke weging van belang zijn, zònder nu al vastomlijnde meningen weer te geven.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) gaat met genoegen op het voorstel van de voorzitter in. Overigens zal hij het stuk van zijn bureau niet in verdedigende zin bespreken, want het bevat geen opinie, maar een eerste indruk.

De heer Bode
(pvda) speelt open kaart. Hij is teleurgesteld in de notitie, want daarin komen slechts standpunten van geïnterviewden voor. Hij had verwacht dat die in een conclusie of een analyse van Cap Gemini zouden zijn uitgemond; daarvoor wordt het bureau immers betaald. Op datgene wat nú in het stuk staat, kan moeilijk kritiek worden uitgeoefend, want, zoals gezegd, dat zijn meningen van derden. Gelet daarop is deze raadsvergadering eigenlijk overbodig. Pas wanneer een behoorlijke analyse van alle standpunten, meningen en zienswijzen op tafel ligt, is het zinvol over één en ander in gesprek te gaan. Deze gang van zaken heeft de vraag doen rijzen welke doelstelling de stuurgroep in de onderzoeksopdracht aan Cap Gemini heeft geformuleerd. Blijkbaar komt die niet (helemaal) overeen met hetgeen raad en college van Enkhuizen voor ogen hebben gehad.

De heer Hekkert
(vvd) las met veel interesse de indrukken die in de verschillende gemeenten werden opgetekend. Evenals de heer Bode miste hij een daaraan gekoppelde analyse en voelde zich dan ook genoodzaakt zelf een conclusie te trekken; sterk gecomprimeerd luidt die als volgt. De vsd-gemeenten wekken de indruk wat bevreesd te zijn voor de Enkhuizer cultuur. In die gemeenten leeft de gedachte het gezamenlijk te kunnen redden, maar weet men niet goed raad met de positie van Enkhuizen. Kan Cap Gemini nagaan of dit gevoelen juist is?

Een ander aspect dat hopelijk wat meer zal worden uitgediept, kan het beste worden aangeduid met `stedelijk versus landelijk' en alles wat hiermee samenhangt.

De heer Lok
(vl/gl) bekroop een soortgelijk gevoel als de voorgaande sprekers verwoordden toen dit stuk in de brievenbus viel. Zijn fractie is niets nieuws of oorspronkelijks in het stuk tegengekomen. Niemand zit op deze onvoldragen impressie te wachten. Hij kan zich nog steeds niet aan de indruk onttrekken dat ook een bovengemiddelde lezer van de lokale krant in een paar uur tijd zo'n opsomming van wederzijdse standpunten kan geven. Alles overziende is dit niet het moment waarop inhoudelijk over deze materie kan worden gediscussieerd. De inhoud van de notitie geeft hem slechts aanleiding op de volgende punten te wijzen.


- De culturele verschillen worden sterk benadrukt.
- Het onderscheid tussen platteland en kleinstedelijk Enkhuizen is buiten proporties getrokken.

- Bij sommige participanten mankeert in meer of mindere mate de juiste chemie.

De heer Wiersma
(cda) begreep van de heer Eenhoorn dat nu de eisen en criteria moeten worden aangegeven aan de hand waarvan straks het resultaat zal worden getoetst. Het voorliggende stuk geeft, zoals meerderen hebben gezegd, echter niet meer aan dan wat bestuurlijk/ambtelijk over de vier gemeenten is gezegd. In grote lijnen is dus ook de mening terug te vinden zoals die herhaaldelijk over deze tafel is gegaan. Vandaar dat vanavond niet veel nieuws mag worden verwacht.

Jammer dat niet ten minste een voorlopige conclusie aan alle uitspraken is verbonden. Misschien had het college dat moeten doen, want dan was de raad in de gelegenheid geweest daarop commentaar te geven. Nu is hoogstens sprake van `een wat losse rondgang'.

Over de dromen van de cda-fractie . . .

De heer Lok
(vl/gl): Tussen nachtmerries en dromen bestaat een groot verschil.

De voorzitter
: Iedereen mag dromen wat hij/zij wenst.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Maar niet tijdens een vergadering!

De heer Wiersma
(cda): Oké.

In meerdere gemeenten is de vraag gesteld hoe Enkhuizen in het geheel past; sommigen zien grote verschillen. Mocht het tot een vesd-gemeente komen, dan zullen de bomen dus zeker niet tot in de hemel groeien, integendeel, spreker ziet een ontwikkeling in die richting met enige angst tegemoet. Overigens is dat in de weergegeven opmerkingen van Enkhuizen goed verwoord en daaraan behoeft spreker dan ook niets toe te voegen.

De heer Boland
(d66) schaart zich gemakshalve in grote lijnen achter hetgeen de vorige sprekers naar voren hebben gebracht en voegt daaraan de volgende punten toe.

Het voorliggende stuk, de presentatie van hedenavond en de wat ongelukkige briefwisseling met andere gemeenten leren dat een goede regie in deze zaak een veel hogere prioriteit dient te hebben dan tot nu toe het geval is geweest. Nu moet wat hakkelend worden begonnen aan een discussie die voor de vier gemeenten van groot belang is, jammer.

Wie de notitie van Cap Gemini leest, heeft al bij de derde regel de essentie van deze aangelegenheid te pakken.

`De gepresenteerde waarnemingen dienen zuiver als eerste inhoudelijke basis voor het uit te voeren onderzoek en om richting te geven aan de hierna uit te voeren onderzoeksactiviteiten.'

Prima, maar benadrukt moet worden dat het om de éérste basis gaat en zeker níét de énige.

De d66-fractie verwacht dat het bureau de verwoorde gevoeligheden ontstijgt, zodat straks beslissingen kunnen worden genomen op cijfermatige en zakelijke gronden in plaats van de nu gepresenteerde uitspraken. Dit houdt in dat ook en juist het bureau bouwstenen moet aandragen die andere mogelijkheden in beeld brengen. Zo heeft een recent onderzoek uitgewezen dat de Waddeneilanden beter níét tot een herindeling kunnen besluiten, omdat daaraan veel meer nadelen dan voordelen kleven. Ook aan zulke mogelijke oplossingen zou in het onderzoek aandacht moeten worden besteed.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) behoeft slechts weinig toe te voegen aan datgene wat de vorige sprekers hebben verwoord.

De eerste rapportage over de meningen in de vesd-gemeenten leert dat nogal wat verschillen bestaan, ook op het culturele vlak. Met name van de kant van Stede Broec zijn die naar voren gehaald. Men mag zich dan ook afvragen of op de ingeslagen weg kan worden voortgegaan. Cap Gemini is ingehuurd om dat te onderzoeken en te proberen de gesignaleerde klippen weg te nemen.

Vanuit de rpf/sgp-fractie is meermaals aangedrongen ook te bezien of de combinatie Venhuizen, Enkhuizen en Andijk realistisch is. Gezien de cultuurverschillen en de vele raakvlakken is het zeker zinnig die optie te onderzoeken. In de notitie wordt daarvan echter met geen woord gerept.

De heer Hart
(eb) steekt niet onder stoelen of banken dat ook de fractie van Enkhuizer Belang teleurgesteld is over hetgeen nu voorligt; zij had meer duidelijkheid verwacht. Het uitgebrachte rapport is te vlak. In het stuk staat te weinig dat handvatten geeft om tot een nadere uitwerking te komen. Een bureau met zo veel ervaring als Cap Gemini had de in de onderhavige gemeenten aanwezige mogelijkheden helder moeten opsommen. Helaas is dat niet uit de verf gekomen en dit valt te betreuren. Voor het overige sluit de eb-fractie zich bij de vorige sprekers aan.

De voorzitter
verwoordt de zienswijze van het college. In de voorbereiding hebben burgemeester en wethouders er nadrukkelijk voor gekozen géén standpunt in te nemen, dat past niet in een wat informele gespreksronde.

Het college beveelt de onderzoekers aan het boekje, getiteld `Raadsvoorstel standpuntbepaling gemeentelijke herindeling', van de heer Bram de Jong te lezen. Dat stuk bevat een zeer goede analyse en die is op 16 oktober 2000 in hoofdlijnen door deze raad overgenomen. In het stuk staan ook punten die nu wat ondergesneeuwd dreigen te raken. Eén daarvan moet uitdrukkelijk worden genoemd. Tijdens de behandeling in de raad van die genoemde, brede analyse is daaraan één punt toegevoegd, te weten een discussie over de grenzen in de richting van het water - Lelystad - en de polders.

In het proces zoals dat tot nu toe is verlopen, hebben de West-Friese gemeenten op basis van een zekere willekeurigheid voor clustervorming gekozen. De term `willekeurigheid' is niet negatief bedoeld, hiermee zij slechts aangegeven dat de gemeentebesturen niet op basis van inhoudelijke analyses voor een bepaald cluster hebben gekozen. Het bureau zou moeten nagaan of de nu bekende clusters de meest wenselijke zijn dan wel dat andere verbanden de voorkeur verdienen.

Aansluitend op het voorgaande moet eraan worden herinnerd dat tot nu toe het zogenaamde `ongedeelde principe' tot adagium is verheven. Het is de vraag of dat principe zònder nadere argumentatie als uitgangspunt moet worden gehanteerd. In deze raad is vaak gezegd dat eigenlijk eerst een visie op het gehéle gebied moet worden ontwikkeld om van daaruit logische bestuurlijke grenzen te kunnen trekken. In dit licht is het eerste afwegingskader de ruimtelijke ordening. De eerste voorzichtige vingeroefening van de provincie op dit gebied bevat helaas geen heldere uitgangspunten, terwijl die toch bepalend moeten zijn voor de toekomstige bestuurlijke grenzen. Wel is min of meer duidelijk dat Hoorn niet in de richting van de A7 of de Leekerlanden mag groeien en derhalve zal een eventuele uitbreiding van Hoorn consequenties hebben voor Drechterland en dus ook het vesd-cluster. Spreker nodigt het bureau uit te proberen juist op dit punt een voet tussen de deur te krijgen.

Een ander punt dat in de op 16 oktober 2000 gehouden vergadering is belicht, heeft betrekking op de specifieke kenmerken van deze gemeente waar het betreft toerisme, recreatie, monumentenzorg en eigen cultuur. In verband hiermee moet de vraag worden gesteld of deze specifieke eigenschappen optimaal kunnen worden gewaarborgd indien Enkhuizen in een groter verband opgaat.

De heer Hart
(eb): Als de onderzoekers het Raadsvoorstel standpuntbepaling gemeentelijke herindeling lezen, moeten zij zich realiseren dat daarin punten staan die naar de mening van de eb-fractie beter kunnen worden weggelaten.

De voorzitter
Ja.

De heer Hart
(eb): Pak die beet!

De voorzitter
: De raad was unaniem op de fractie van Enkhuizer Belang na. Die fractie heeft uitdrukkelijk gezegd dat zij zich niet met bepaalde punten kan verenigen; de notulist zal die ongetwijfeld kunnen vermelden.

De heer Hæntjens
(vvd) verwijst naar de standpuntbepaling zoals die op 18 januari jongstleden is besproken in de commissie ruimtelijke ordening en bestuur van de provincie Noord-Holland. In het stuk dat tijdens die gelegenheid is behandeld, staat dat gs van een aantal randvoorwaarden uitgaan. De eerste luidt:

`De afspraken die de gemeenten onderling maken in het kader van de herindeling gelden als uitgangspunt. (. . .)


1a. De West-Friese gemeenten hebben onderling overeenstemming bereikt om te komen tot een clustering van gemeenten vesd (Venhuizen, Enkhuizen, Stede Broec en Drechterland).'

Hoe moet dat in deze context worden gewogen? Zet verschillen en overeenkomsten naast elkaar, onderzoek wat de gemeenten bindt of verdeelt en kijk naar voor- en nadelen. Voer aan de hand van zo'n vergelijking een discussie, want de rest is toch gewoon, populair gezegd, onzin.

De heer Lok
(vl/gl) deelt de opvatting van de heer Hæntjens. In krantenberichten wordt de indruk gewekt dat de heer Meijdam uiterst voortvarend te werk gaat. Men gaat kennelijk voorbij aan het feit dat als gevolg van de verbijzondering van de positie van Hoorn het bestaande kaartenhuis, gevormd door de huidige gemeentegrenzen in West-Friesland, gedeeltelijk in elkaar kan storten. Zijns inziens moet de provincie haar regiefunctie in de arhi-procedure beter vervullen. Snelheid is goed, dat is vvd-gedeputeerden nu eenmaal eigen, zorgvuldigheid is echter beter.

De heer Hæntjens
(vvd): Mijn benadering was bijzonder zorgvuldig!

De heer Lok
(vl/gl): Met mijn grapje wilde ik ònze kritische benadering nog eens onderstrepen.

De secretaris
verenigt zich met de uitspraak van de heer Lok dat de beslissing deze discussie in het openbaar te voeren een autonome bevoegdheid van dit gemeentebestuur is. Bovendien is spreker zich er niet van bewust dat zodoende een in de stuurgroep gemaakte afspraak wordt geschonden. Er is slechts gesproken over het informele karakter van deze bijeenkomst en dat sluit openbaarheid niet uit, integendeel.

De heer Hæntjens signaleert dat volgens de provincie al is besloten tot een vesd-gemeente te komen. Stede Broec en Enkhuizen zijn nog niet zover, dat blijkt wel uit de volgende berichten. Op 16 januari jongstleden ontving spreker van de gemeentesecretaris van Stede Broec het volgende e-mailtje.

`Hans,
ik heb inmiddels bezwaar gemaakt bij de provincie tegen de passage dat de vesd-gemeenten het met elkaar eens zijn.'

Spreker heeft daarop gereageerd met de mededeling:

`Beste Willem,
Ook wij zullen via onze kanalen aantonen en aangeven dat het vesd-onderzoek loopt en nog geen knopen zijn doorgehakt.'

Dat laatste zal door de vier gemeenten moeten gebeuren en in laatste instantie door de provincie die in het kader van de arhi-procedure in mei/juni haar eerste standpunt kenbaar zal maken.

In de voorliggen rapportage worden ook organisatorische aspecten aangeroerd, in die zin dat vooral de verschillen worden belicht. Zo zou Enkhuizen over een nogal ruime formatie beschikken. Daarnaast kent deze gemeente een meer bedrijfsmatige organisatie in de vorm van productgroepen, terwijl de ander gemeenten het sectorenmodel hebben ingevoerd. Als met deze constellatie verder wordt gegaan, is het wenselijk in de volgende fase niet zozeer naar verschillen te kijken, maar naar datgene wat de gemeenten kan binden.

De gemeente Enkhuizen kijkt enigszins smachtend naar de financiële analyse uit. In deze regio heeft Enkhuizen de naam de financieel zwakste gesprekspartner te zijn. Uit contact met het provinciaal bestuur is echter gebleken dat Enkhuizen financieel bovengemiddeld presteert en zeker geen slechte reservepositie heeft. In welke constellatie dan ook kunnen deze gegevens de onderhandelingspositie van Enkhuizen in een ander daglicht stellen.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) volstaat met de uitspraak dat zij aan de glorieuze woorden van de gemeentesecretaris niets behoeft toe te voegen.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) vangt zijn reactie aan met de mededeling dat hij de gemaakte opmerkingen zeer op prijs stelt, want die zijn bijzonder nuttig voor het verdere onderzoek.

Voorafgaand aan de informele bijeenkomsten van de vier gemeenteraden kwam bij Cap Gemini de vraag aan de orde of het al dan niet gewenst zou zijn de eerste indruk rond te zenden. Eén van de onderzoekers was daar fel tegen, naar diens mening zou het veel beter zijn dat de gemeenteraden in de eerste sessie aangaven welke punten zij van belang achtten. Die zijn immers voor de onderzoekers nodig om zo objectief mogelijk de verdiepingsslag te kunnen maken. Dan zal worden gekeken naar voorzieningen, financiën, democratische lijnen en bestuurskracht. Aan de hand daarvan zal een antwoord worden gegeven op de vraag welke meerwaarde schaalvergroting van het lokale bestuur zal hebben. Hoe dan ook, spreker heeft de voorliggende notitie laten versturen. Misschien had ook een geïnteresseerde krantenlezer een dergelijk stuk kunnen schrijven, maar, nogmaals, de bedoeling was slechts na te gaan wat de verschillende gemeenten van belang achten, wat daar leeft en hoe tegen allerlei zaken wordt aangekeken.

Elke regio in Nederland heeft een eigen afweging nodig. Daarstraks zijn de Waddengemeenten als voorbeeld genoemd. Spreker is een aantal jaren burgemeester van een Waddengemeente geweest en kan vanuit die ervaring goed begrijpen dat daar een geheel andere afweging is gemaakt dan elders. In Voorburg, zijn huidige woonplaats, zal dat weer anders zijn wanneer de vraag moet worden beantwoord of een groter stedelijk bestuur voordelen heeft. In West-Friesland bestaat een bijzondere situatie. Van oudsher zijn hier drie sterke steden en een landelijk, bestuurlijk versnipperd gebied; door de bank genomen gaat het niet om grote gemeenten. De ambities zijn, logisch, nogal verschillend. Enkhuizen hecht sterk aan diens monumenten en recreatieve ontwikkelingen, terwijl de plattelandsgemeenten andere prioriteiten stellen. Al die zaken bij elkaar brengen in één gemeente met één ambitie is het beleidselement dat als laatste aan de afweging in het te maken onderzoeksrapport zal worden toegevoegd. Welnu, omdat goed te kunnen doen, is het noodzakelijk te weten wat in deze gemeente en deze regio allemaal speelt. Deze vergadering is daarvoor één van de middelen. Na het maken van de verdiepingsslag zullen in de tweede sessie de uitkomsten van het nadere onderzoek aan de orde komen, waarbij kan worden gedacht aan voorzieningen, lasten voor de burgers, reservepositie, al dan niet zelfstandig verder gaan, bestuurlijke organisatie enzovoort.

Een nogal ongrijpbare kwestie is het verschil in cultuur. Momenteel doet Cap Gemini ook een onderzoek in de Achterhoek. Daar zijn eveneens cultuurverschillen aanwezig. De cultuur in Doesburg, Doetinchem en Zutphen is een geheel andere dan in de daartussen landelijke gemeenten. Ook daar speelt de vraag of gezamenlijk tot iets kan worden gekomen of dat het beter is de plattelandsgemeenten samen te voegen en de stedelijke gemeenten het hunne te geven. Over dergelijke mogelijkheden moet heel goed worden nagedacht en daaraan zal in het onderzoek zeker veel aandacht worden besteed. Overigens heeft de heer Lok uit de eerste impressie het gevoel overgehouden dat iets aan de chemie ontbreekt. Als dat zo is, moet nauwkeurig worden nagegaan of de andere elementen zo veel pluspunten opleveren dat het toch de moeite waard is verder te gaan.

De heer Lok
(vl/gl): De heer Eenhoorn zal uit eigen ervaring weten dat sommige gemeenten geografisch weliswaar zeer dicht bij elkaar liggen, maar qua karakter onverenigbaar zijn. In zo'n situatie is het bestuurlijk onverstandig geforceerd naar een samenvoeging te streven.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Uiteindelijk kan dat voor een gemeenteraad een belemmering zijn om tot een fusie te besluiten. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk dat ondanks het ontbreken van de juiste chemie alle te behalen voordelen, bijvoorbeeld betere voorzieningen, versterking ambtelijke organisatie et cetera, tot de conclusie leiden dat samengaan toch gewenst is. Die afweging zullen de vier gemeenteraden straks moeten maken.

De heer Lok
(vl/gl): Zelfs een verstandshuwelijk vereist een bepaalde basis.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Jawel, maar ondanks het feit dat een nieuwe gemeente ook een nieuw bestuur krijgt, veranderen de samenlevingen in de verschillende dorpen/steden bìnnen die nieuwe gemeente in principe niet.

De voorzitter heeft expliciet gewezen op de mogelijkheid dat ook andere clusters denkbaar zijn dan de nu bekende. In dezelfde trant vroeg iemand aandacht voor een eventueel samengaan met Andijk. In hoeverre zal Cap Gemini naar andere varianten kijken? De geformuleerde opdracht geeft die ruimte níét. Het zou echter ongelukkig zijn wanneer uit het onderzoeksrapport naar voren kwam dat het vesd-cluster niet het beoogde resultaat zou opleveren, wel aanleiding was gevonden om naar andere mogelijkheden onderzoek te doen, maar niets in die richting kon worden ondernomen.

De voorzitter
: In dezen zijn twee insteken mogelijk.


a. De zienswijze van de heer Lok kan het beste worden geïllustreerd met een passage uit een artikel van de vier burgemeesters. Die passage heeft de volgende strekking. Een stad als Enkhuizen met al diens specifieke kenmerken moet geen onderdeel uitmaken van een heel groot cluster, want zo'n oplossing vereist dat een autobus vol met tolken nodig is om in, bijvoorbeeld, Drechterland uit te leggen wat in Enkhuizen speelt. Dat mag men noch Drechterland noch Enkhuizen aandoen!
b. Los van een discussie over de positie van Andijk is het goed uitdrukkelijk in het oog te houden dat de
ruimtelijkeordeningskaart in Hoorn begint en dit gegeven kan voor deze hoek van West-Friesland gevolgen hebben. Als Hoorn niet mag bouwen waar die gemeente dat wil, te weten rond de A7, maar de blik naar Drechterland moet richten, zal dat gevolgen voor het vesd-cluster hebben. Die zouden in het onderzoek dienen te worden betrokken.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): De provincie heeft aan haar subsidiëring van het onderzoek, dat in opdracht van de vesd-gemeenten wordt verricht, de voorwaarde verbonden dat de onderzoekers een aanvullende vraag moeten meenemen. Die vraag luidt ongeveer of het ambitieniveau van de eventueel nieuw te vormen, grote vesd-gemeente niet ten detrimente van de centrumgemeente Hoorn gaat. Volgens de burgemeester van Hoorn is deze vraag niet op initiatief van die gemeente aan het onderzoek toegevoegd, maar wel ziet zij het antwoord daarop met belangstelling tegemoet. Spreker heeft bij zowel de provincie als Hoorn geïnformeerd of in de aanvullende vraag ook het ongedeelde karakter van de gemeentelijke herindeling ligt besloten en, zo ja, in hoeverre. Met andere woorden: is het denkbaar dat delen van de nieuw te vormen gemeente bij Hoorn komen? Deze vraag ligt evenmin in de onderzoeksopdracht besloten. Indien het onderzoek aanleiding geeft daaraan aandacht te geven, zal dat zeker worden meegenomen.

De heer Boland
(d66): Deze discussie wekt een enigszins onrustig gevoel op. Weliswaar heeft de raad zich uitdrukkelijk voor de combinatie `vesd' uitgesproken, maar andere opties niet uitgesloten. Als tussen dit standpunt en de uiteindelijke opdrachtformulering iets is misgelopen, in die zin dat het onderzoek zich uitsluitend tot het vesd-cluster beperkt, moet dat nú worden geconstateerd en gecorrigeerd, dus niet wachten totdat het onderzoek (bijna) is afgerond.

De voorzitter
: Deze zienswijze leeft zeer waarschijnlijk ook bij de buurgemeenten, zie het e-mailtje van de gemeentesecretaris van Stede Broec.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Dan is het verstandig de gemeentesecretarissen, die de stuurgroep vormen, uit te nodigen hierover zo spoedig mogelijk met Cap Gemini in gesprek te gaan. Het zou immers wat vreemd zijn als de onderzoekers geheel eigenstandig een extra opdracht aan het onderzoek toevoegden, te weten ook andere mogelijkheden nader bezien.

De heer Bode
(pvda): Niet alleen de heer Boland maakt zich ongerust. Steeds is gezegd dat, indien naar een vesd-gemeente wordt gestreefd, alle neuzen dezelfde kant op moeten staan en het traject heldere ijkpunten moet bevatten. Deze vergadering had zo'n ijkpunt moeten zijn, maar verdiende die status niet; wellicht omdat Cap Gemini geen eenduidige opdracht heeft gekregen. Vandaar dat het verstandig lijkt dat de vier gemeentesecretarissen zich nog eens over de onderzoeksopdracht te laten buigen. Daarna zouden zij in overleg met Cap Gemini een plan moeten opstellen, waaruit blijkt welk product op welk moment aan de vier gemeenteraden wordt voorgelegd om van een oordeel te worden voorzien. Voorkomen moet worden dat op basis van een formele agenda een onderzoek wordt uitgevoerd, terwijl ook verscholen agenda's bestaan. De pvda-fractie meent dat een samengaan van Stede Broec en Enkhuizen op zich al voldoende is om bepaalde vraagstukken te kunnen oplossen, maar wil vanwege de verantwoordelijkheid voor geheel West-Friesland graag laten bekijken of de combinatie vesd een goede mogelijkheid is. Als deze visie niet door de partners wordt gedeeld, is het beter verder onderzoek na te laten en af te wachten wat `regisseur' Meijdam ter tafel brengt.

De heer Hart
(eb): Volgens de heer Eenhoorn heeft de provincie voorwaarden aan haar subsidie verbonden. Is dat juist?

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Ja, de provincie heeft zich graag bereid verklaard een deel van de onderzoekskosten voor haar rekening te nemen op voorwaarde dat een aanvullende vraag wordt opgenomen. Het provinciaal bestuur wil weten of de voorzieningen van een nieuwe, grote gemeente niet concurreren met de (reeds bestaande) voorzieningen in Hoorn. De vier colleges van burgemeester en wethouders hebben laten weten geen bezwaar te hebben tegen toevoeging van deze niet al te moeilijke, aanvullende vraag, zodat die in het onderzoek zal worden betrokken.

De heer Hæntjens
(vvd): Misschien is die eenvoudige vraag tegenwoordig een onderdeel van herindelingsprocessen, maar toen Bovenkarspel en Grootebroek werden samengevoegd kwam niemand op de gedachte te onderzoeken of dat mogelijk negatieve consequenties voor Enkhuizen zou hebben!

De voorzitter
keert terug naar de vraag of de geformuleerde onderzoeksopdracht niet tot op zekere hoogte strijdig is met de tijdens deze gedachtewisseling verwoorde aspecten, zoals de discussie met Hoorn, het ongedeelde principe, het specifieke karakter van Enkhuizen et cetera.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) zal het zeer op prijs stellen als in het onderzoek ook een mogelijke link met Andijk wordt beoordeeld.

De heer Hekkert
(vvd) refereert aan één van de waardevolle suggesties die de voorzitter vanavond heeft gedaan, te weten ook naar andere verbanden dan alleen vesd kijken. Uit de reactie van de heer Eenhoorn blijkt echter dat de onderzoeksopdracht geen ruimte laat andere clusters dan vesd te onderzoeken, zelfs niet bìnnen het vesd-gebied. De vvd-fractie meent dat het laatste in ieder geval wel binnen de grenzen van de opdracht dient te vallen.

De heer Wiersma
(cda) herinnert eraan aan dat de cda-fractie heel lang niet de voorkeur aan de combinatie `vesd' heeft gegeven. Tijdens deze nu ongeveer twee jaar lopende discussie over de herindeling is dat model echter als het meest waarschijnlijke naar voren gekomen. Desondanks zal zijn fractie graag zien dat ook alternatieve modellen in het onderzoek worden bekeken.

De heer Lok
(vl/gl) steunt deze opvatting. Op basis van eerder genoemde argumenten moeten in dit stadium mogelijke varianten in het onderzoek worden meegenomen. In dezen zou de provincie Noord-Holland/de gedeputeerde eigenlijk het voortouw moeten nemen. Van die kant zou een visie mogen worden verwacht op de tot nu toe in deze regio besproken mogelijke verbanden wam, wamnk, wowon en vesd. Het provinciaal bestuur had dat ook aan de onderzoekers kunnen vragen. Spreker heeft uit de tot nu toe verschenen publicaties met als strekking `voortvarend, grote harmonie, het doel is bijna bereikt', het gevoel overgehouden dat de provincie/de gedeputeerde het nu lopende proces onderschatten.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) voert aan dat in Nederland tot in het kabinet aan toe een stevige discussie over de positie van externe adviseurs is ontstaan. Zij zouden richting geven aan het openbaar bestuur, invloed uitoefenen en een niet te onderschatten machtsfactor zijn. Spreker is in ieder geval géén machtsfactor noch geeft hij richting aan het onderzoek. Als de vier gemeenteraden de onderzoeksopdracht anders willen formuleren of die willen uitbreiden, is het verstandig dat zo spoedig mogelijk te doen. Het initiatief daartoe zal echter niet van Cap Gemini uitgaan. De opdrachtgevers bepalen wat er gebeurt en het bureau levert op basis van diens ervaring, kennis en kunde zo objectief mogelijk het daarvoor benodigde materiaal aan.

Welnu, de vier vesd-gemeenten hebben de opdracht gegeven een onderzoek te verrichten naar één nieuwe gemeente, te vormen uit de vier bestaande gemeenten. In dat kader moet worden gekeken naar de mogelijk te realiseren meerwaarde van de fusiegemeente ten opzichte van de situatie waarin de vier gemeenten afzonderlijk voortgaan. Deze opdracht houdt voor Enkhuizen in dat de onderzoekers bekijken hoe voorzieningenniveau, financiële positie enzovoort zich zullen ontwikkelen indien deze gemeente zelfstandig verdergaat. Die uitkomsten worden vergeleken met de situatie die ontstaat wanneer de vier gemeenten samengaan. Mocht de raad deze opdracht te beperkt achten en ook willen weten welke voor- en nadelen andere combinaties hebben - in dit verband is daarstraks Andijk genoemd -, dan kan dat worden uitgerekend. De opdracht daartoe kan het beste via de begeleidingscommissie lopen; daar kan worden nagegaan of het mogelijk is bepaalde elementen in het huidige onderzoek wat minder intensief onder de loep te nemen en andere componenten toe te voegen. Zodoende kan misschien worden voorkomen dat de vier gemeenteraden binnen zeer afzienbare tijd nieuwe besluiten moeten nemen.

De heer Bode
(pvda): Volstrekt met deze zienswijze eens, de opdrachtgever bepaalt de inhoud van de opdracht en niet degene die de opdracht uitvoert, dat is duidelijk. Vanavond is gevraagd het onderzoek naar andere gemeenten te verbreden en binnen het vesd-gebied andere denkbare eenheden op de korrel te nemen. Dat in deze fase door de vier gemeenten in de onderzoeksopdracht laten verwerken, lijkt echter een zeer moeilijke zaak. Wat wel kan is wat de heer Lok zo-even heeft bepleit, te weten het provinciaal bestuur verzoeken de hedenavond besproken bredere vraagstelling aan de onderzoeksopdracht toe te voegen. Wat de pvda-fractie betreft mag dat voor het zelfde subsidiebedrag gebeuren en waarschijnlijk kan Cap Gemini Ernst & Young die uitbreiding van het onderzoek tegen dezelfde prijs uitvoeren!

De voorzitter
: Ook om een andere reden verdient het standpunt van de heer Bode ondersteuning. De vesd-gemeenten zijn loyale partners. Wanneer één daarvan búíten de onderzoeksopdracht om vraagt een extra facet te onderzoeken, kan dat helemaal verkeerd worden uitgelegd. Enkhuizen kan slechts één kant op en dat is naar het westen. Vandaar dat bij de overige partners ten minste een basis aanwezig moet zijn voor de beoogde verbreding van de onderzoeksopdracht. Hoe dan ook moet worden voorkomen dat men kan zeggen: `Zie je wel, Enkhuizen wil niet meedoen!'

Tegen deze achtergrond is het niet onverstandig de provincie te vragen welke gevolgen de positie van Hoorn voor het vesd-cluster kan hebben. Gelet op het lopende onderzoek en het tijdschema ligt het trouwens zeer voor de hand die vraag aan het provinciaal bestuur te stellen.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Deze opmerking getuigt van een politieke achtergrond! Cap Gemini Ernst & Young is best bereid met gedeputeerde Meijdam te praten over de formulering van een extra onderzoeksvraag op basis waarvan, naast zelfstandig blijven of samengaan van de vesd-gemeenten, andere modellen/clusters kunnen worden bekeken. Spreker gaat er dan wel van uit dat deze wens door alle vier gemeenten wordt ondersteund.

De voorzitter
vraagt of in deze discussie nog punten onderbelicht zijn gebleven of wellicht helemaal hebben ontbroken.

De heer Hart
(eb) houdt een warm pleidooi voor het verstrekken van adequate informatie aan de burgers, zij behoren te weten wat vanavond is besproken en wat in het kader van de herindeling allemaal gaande is. De inwoners van Enkhuizen hebben tot nu toe te weinig gemerkt van datgene wat op dit terrein wordt gedaan of achterwege is gebleven.

De heer Boland
(d66) vertelt niets nieuws als hij zegt dat pleidooi van harte te ondersteunen. Bovendien sluit dat aan op hetgeen de heer Bode heeft gezegd, te weten het bepalen van ijkpunten. Op basis daarvan kan het college een communicatieplan voor de bevolking opstellen, zodat iedereen weet wanneer over wat zal worden gesproken.

Spreker heeft een aan de projectgroep gerichte brief van Cap Gemini gezien, waarin onder meer staat dat tegemoet zal worden gekomen aan de door de gezamenlijke ondernemingsraden geformuleerde aandachtspunten. Vorig jaar heeft de Hoge Raad echter vastgesteld dat de ondernemingsraden uiteindelijk geen zeggenschap hebben in herindelingszaken. Uiteraard is het prima als de inbreng van de ondernemingsraden een meerwaarde heeft, maar de indruk mag niet ontstaan dat zij de besluitvorming kunnen beïnvloeden.

De heer Wiersma
(cda) wenst op de kortst mogelijke termijn te vernemen welk resultaat het met de provincie te voeren overleg over de uitbreiding van het onderzoek heeft opgeleverd. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor het geval de gemeentesecretarissen iets op dit gebied ondernemen.

De heer Lok
(vl/gl) voegt daaraan het volgende toe. Kort geleden is op provinciaal niveau in commissieverband over deze kwestie gediscussieerd. Hij zal graag van de inhoud van die bespreking op de hoogte worden gesteld.

De heer Hekkert
(vvd) bestempelt de verzoeken van de heren Wiersma en Lok als `uiterst belangrijk', want aan de hand van de bedoelde gegevens kan worden bepaald hoe groot de gemeentelijke speelruimte wèrkelijk is.

De voorzitter
doet de volgende toezeggingen.

·
In overleg met de heer Van Dijk zal worden bezien hoe via de gemeenterubriek inhoud kan worden gegeven aan de gewenste communicatie met de burgers.
·
De notulist zal het verslag van deze vergadering zo spoedig mogelijk maken, zodat het, voorzien van een begeleidend briefje, aan de provincie kan worden aangeboden.

De secretaris
bevestigt dat de ondernemingsraden geen rol hebben in de besluitvorming over toekomstige gemeentelijke herindelingen. Wel is het zo dat de vier betrokken ondernemingsraden alvast wat voorwerk doen, in die zin dat wordt gesproken over een vergelijking van de organisatiemodellen, invulling sociaal statuut enzovoort. Spreker heeft geadviseerd daaraan niet al te veel tijd te besteden. Het is veel verstandiger even af te wachten hoe in mei/juni de besluitvorming in de provincie uitpakt.

De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) zegt toe op zich te nemen de begeleidingsgroep zo snel mogelijk bijeen te roepen. In die bijeenkomst zal hij de groep, bestaande uit de vier gemeentesecretarissen, vragen een door Cap Gemini Ernst & Young opgestelde aanvullende onderzoeksvraag te accorderen, waarna die vraag aan de provincie zal worden voorgelegd met het verzoek daarmee in te stemmen en voor haar rekening te nemen. Het resultaat van één en ander zal naar de gemeenteraden worden teruggekoppeld, zodat iedereen weet of deze missie al dan niet is geslaagd.

De voorzitter
beklemtoont dat de aanvullende onderzoeksvraag aan de reeds geformuleerde punten en vragen wordt tóégevoegd. In geen enkel opzicht mag de indruk ontstaan dat Enkhuizen zich niet als een loyale vesd-partner opstelt.


4. Sluiting.

De voorzitter
dankt eenieder voor diens inbreng en sluit de raadsvergadering (20.35 uur).

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen op dinsdag 6 februari 2001.

De secretaris, De voorzitter,

(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)