DIERENBESCHERMING

Dierenbescherming promoot doorbraak biologische veeteelt

PERSBERICHT

Dierenbescherming neemt initiatief met 5-stappenplan: NEDERLAND IS RIJP VOOR DOORBRAAK BIOLOGISCHE VEETEELT

Den Haag, 23 januari 2001 - In haar Nieuwjaarstoespraak van vandaag spreekt voorzitter Hanja Maij-Weggen van de Dierenbescherming haar grote zorg uit over de stagnerende groei van de biologische veeteelt. Zij wijst met name de overheid en de grote supermarkten aan als verantwoordelijk voor deze stagnatie en roept hen met klem op alsnog te bewerkstelligen dat deze veelbelovende sector een succes wordt. De vereniging presenteert een vijf-stappenplan onder het motto 'Gezond produceren, gezond voedsel'.
Daarin zijn een subsidieregeling voor omschakelende boeren, BTW-verlaging en samenwerking tussen de diverse marktpartijen de belangrijkste punten.

Vleesproductie anno 2001. Nog steeds hebben we te maken met de bio-industrie en de uitwassen die daar bij horen: weerzinwekkende taferelen in het internationaal veetransport, dieren die op volstrekt ontoelaatbare wijze worden gehouden, dierziekten - zoals de varkenspest - die met zorgwekkende snelheid om zich heen grijpen en steeds meer slachtoffers eisen, en laatstelijk de BSE-ramp. Die eist ook talloze slachtoffers onder gezonde dieren, die preventief worden geruimd om de consument ervan te overtuigen dat hij zijn stukje vlees zonder vrees kan eten.
Europa en Nederland zijn rijp voor ingrijpende veranderingen in de manier waarop ons dierlijk voedsel tot stand komt en dan met name vleesproducten. Diervriendelijkheid, milieu en voedselveiligheid zijn sleutelbegrippen waar de consument meer en meer om vraagt. Deze factoren zijn alle sterk vertegenwoordigd in de biologische sector, die het dan ook verdient gestimuleerd en ondersteund te worden. Het is echter tekenend voor onze houding ten opzichte van de biologische varkens- en pluimveesector, dat iedereen enthousiast is, dat iedereen zegt dat het goed is en dat het moet, maar dat de doorbraak uitblijft.

De Dierenbescherming verwacht van een tweetal partijen veel meer inspanning dan zij tot nog toe hebben laten zien. Ten eerste de grote supermarkten. Zij kunnen - als belangrijkste afnemers - een duw in de rug geven aan de duurzame biologische veehouderij en daarmee de ontstane vicieuze cirkel doorbreken. Zij zeggen dat te doen, maar in de praktijk gebeurt er weinig.
Ook het Ministerie van Landbouw lijkt zich ten opzichte van de biologische veehouderij te beperken tot mooie woorden. Men kan er met een goede compensatieregeling voor zorgen dat meer boeren de omschakeling aandurven en -kunnen. Er zijn voor dit doel zelfs financiële regelingen beschikbaar van de Europese Unie, waar door andere EU-landen veelvuldig en effectief gebruik van wordt gemaakt. Tot nog toe zegt het ministerie echter 'Laat de markt het zelf maar regelen' en laat deze gelden liggen.

De Dierenbescherming wil een rol spelen in het doorbreken van de vicieuze cirkel en presenteert bij monde van voorzitter Hanja Maij-Weggen vijf stappen waarmee de dierenbescherming verwacht de biologische veeteelt een flinke stap verder te kunnen brengen.
1. De overheid komt met een goede compensatieregeling voor boeren die omschakelen en maakt gebruik van de Europese steun op dit gebied.
2. Er komt een aangepast BTW-tarief voor biologische producten, denk aan milieuvriendelijke brandstof.

3. De supermarkten spreken met elkaar af dat zij biologische boeren meer houvast zullen bieden, onder andere met langer lopende contracten voor afzet van hun producten.

4. In het kader van het herstel van het consumentvertrouwen bundelen de marktpartijen - overheid, supermarkten en landbouworganisaties - de krachten en voeren campagne voor een duurzame, biologische veeteelt.

5. Wil de overheid haar woorden waarmaken en de biologische sector een duw in de goede richting geven, dan moet zij zelf het goede voorbeeld geven. Daarom een dringende oproep aan alle overheidsinstanties om zo spoedig mogelijk in hun eigen catering over te stappen op uitsluitend
biologische producten. Om zo dierenwelzijn, milieuvriendelijkheid en voedselveiligheid ook zelf in praktijk te brengen.

Einde persbericht