Centraal Planbureau

logo
Zoeken
Het CPB
Werken bij het CPB
Persberichten
CEP/MEV
CPB report
Overige publicaties
Onderzoek
Prognoses
Data
Activiteiten

CENTRAAL PLANBUREAU

Onderwerp: persbericht
Nummer:1
Datum: 24 januari 2001
Inlichtingen bij: Marcel Canoy (tel: 070-3383456), of bij Dick Morks (tel: 070-3383410).

CPB: Meer prikkels voor efficiëntie in non-profit-sectoren?

In sectoren waar directe concurrentie niet (of nog niet) wenselijk is, is het aantrekkelijk om aanbieders op een andere manier te prikkelen om efficiënt te opereren. Een methode hiervoor is maatstafconcurrentie, dat wil zeggen dat partijen afgerekend worden op basis van hun relatieve prestaties ten opzichte van andere, soortgelijke aanbieders. Hierdoor worden zij aangemoedigd efficiënt te handelen. In Nederland wordt maatstafconcurrentie alleen in de elektriciteitssector toegepast. Het zou evenwel veel breder toegepast kunnen worden in non-profit sectoren en bij regionale monopolies. Bijvoorbeeld in de watersector, in de zorg en in het onderwijs staan de huidige methoden van aansturing al tijden ter discussie. Het gebrek aan kennis en praktijkervaring omtrent maatstafconcurrentie is daarom verrassend te noemen. Waarom kunnen bijvoorbeeld scholen niet geprikkeld worden door leraren van de best presterende scholen een bonus uit te keren, zoals in Israël met succes wordt gedaan?

Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen rapport 'Yardstick Competition; theory, design and practice'. Mede op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken heeft het CPB een verkennende studie gedaan naar de theorie en (buitenlandse) praktijk van maatstafconcurrentie. Er zijn vele varianten van maatstafconcurrentie in omloop en iedere sector vereist een aparte benadering. Soms worden partijen vergeleken met behulp van hun output (bijvoorbeeld aantal geslaagde leerlingen), soms met behulp van hun kosten (bijvoorbeeld hoeveel één patiënt met een bepaalde aandoening mag kosten).

Waarom is maatstafconcurrentie niet populair in Nederland? Dit ligt onder meer aan de onzekerheid over mogelijke neveneffecten. Zo kan een ééndimensionale focus op efficiëntie andere belangrijke doelstellingen bedreigen. Partijen krijgen dan een prikkel om teveel aandacht te schenken aan de factor waarop wordt afgerekend, en verwaarlozen taken waarop niet wordt afgerekend. Ervaring uit het buitenland leert dat dit een beperkende factor is, maar niet een onoplosbare. Het is immers ook mogelijk om op andere doelstellingen tegelijkertijd te sturen. Zo kunnen zorginstellingen, zoals in de Verenigde Staten, best geprikkeld worden om de efficiëntie te verbeteren en tegelijkertijd kwaliteitsnormen te handhaven. Waterbedrijven zouden onder handhaving van strenge kwaliteitseisen geprikkeld kunnen worden efficiënt te produceren, zoals in het Verenigd Koninkrijk gebeurt. Dat wil nog niet zeggen dat al die sectoren in het buitenland nu optimaal functioneren, of dat ervaringen elders zonder meer overdraagbaar zijn naar Nederland. Meer gedetailleerd onderzoek naar specifieke sectoren is nodig om te kunnen concluderen of maatstafconcurrentie in Nederland kansrijk is. Zulk onderzoek lijkt zeker de moeite waard.

Werkdocument 133, 'Yardstick Competition; theory, design and practice', ISBN 90 5833 059 1, is te bestellen bij:

Hageman Fulfilment BV
Postbus 1110
3330 CC Zwijndrecht
Telefoon: 078 - 6 29 33 33
Telefax: 078 - 6 10 42 87
E-mail: hff@wxs.nl
Internet: www.hageman.nl

Prijs: NLG 20,-

Tevens is de volledige publicatie (gratis) beschikbaar als PDF-file. | Top | Home | Search | Sitemap |