Gemeente Emmen



Persbericht: Tarieven Onroerend Zaakbelasting, 24 januari 2001

Voor individuele eigenaren of huurders kan OZB stijgen Tarieven Onroerend Zaakbelasting omlaag

De hoogte van de OZB wordt enerzijds bepaald door de economische waarde van het pand en anderzijds door het tarief dat de gemeente vaststelt. Omdat er de afgelopen jaren een forse stijging van de economische waarde van panden is geweest, stelt het college aan de raad voor de tarieven te verlagen. Niettemin kan door de stijging van de economische waarde de OZB in individuele gevallen toch hoger uitvallen dan vorig jaar.

Woningen zijn gemiddeld met 44% gestegen, de waarde van niet-woningen is gemiddeld met 30% gestegen. Binnen die groepen echter zijn grote verschillen in de stijging van de economische waarde per pand. Zo kan het zijn dat goedkope woningen soms met 60% in waarde zijn gestegen en een duurdere woningen met 20%. Hierdoor kan ondanks de verlaging van de tarieven de OZB voor individuele eigenaars of gebruikers toch hoger uitvallen. Dit wordt dus veroorzaakt door de hogere marktwaarde.

Schoonebeek en Veenoord

Daarbij komt dat bij de invoering van de nieuwe wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) in 1995 de toenmalige gemeenten Schoonebeek en Sleen (waaronder Veenoord viel) hebben besloten om de taxatie van 1992 als uitgangspunt te blijven hanteren. Dit betrof de zogenaamde 'wetsfictie'-gemeenten. Nu echter moest alsnog een hertaxatie plaats vinden, waarbij uiteraard de huidige economische waarden zijn bepaald. Dit betekent dat de woningen en bedrijfspanden in deze beide dorpen met forse verhogingen te maken zullen krijgen. Zij hebben echter ook een aantal jaren het voordeel genoten van een lagere OZB-heffing. Alle eigenaren en gebruikers van panden zullen begin maart een beschikking met de nieuwe taxatiewaarde krijgen. Zo nodig kan men dan een bezwaar indienen tegen deze getaxeerde waarde.

Evenwichtige verdeling van lasten

Om een zelfde verdeling van de lasten tussen woningen en niet-woningen te handhaven als vorige jaren stelt het college voor om het belastingtarief te differentiëren. Immers de woningen zijn verhoudingsgewijs met 14% meer gestegen dan de niet-woningen. Zou men geen tariefdifferentiatie toepassen, dan zouden woningeigenaren en
-gebruikers verhoudingsgewijs te zwaar belast worden. Om die reden stelt het college voor een tariefdifferentiaitie van 10,7% toe te passen. Dit percentage geldt voor het gehele belastingtijdvak (2001 t/m 2004). Het gevolg van deze tariefdifferentiatie is dat de tarieven voor niet-woningen verhoudingsgewijs hoger zijn, dan voor woningen.

Als de raad dit voorstel overneemt, zouden de tarieven voor 2001 er als volgt gaan uitzien:

* woningen gebruiker:f 8,28 per f 5.000 economische waarde
* woningen eigenaar: f 10,35 per f 5.000 economische waarde
* niet-woningen gebruiker:f 9,16 per f 5.000 economische waarde
* niet woningen eigenaar:f 11,45 per f 5.000 economische waarde



Alle rechten voorbehouden. Aan de op deze pagina's gepresenteerde informatie kunnen geen rechten worden ontleend
(c) 2001 Gemeente Emmen