IP/01/102
Brussel, 24 januari 2001
De Commissie stelt een nieuw milieuactieprogramma voor
De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel aangenomen voor een ambitieuze nieuwe milieustrategie waarmee de krachtlijnen worden aangegeven van de acties die de komende vijf of tien jaar op milieugebied zullen worden ontplooid. "Milieu 2010: onze toekomst, onze keuze" is toegespitst op vier belangrijke actieterreinen: klimaatverandering, gezondheid en milieu, natuur en biodiversiteit en het beheer van de natuurlijke hulpbronnen. In het nieuwe programma wordt beklemtoond hoe belangrijk het is, de burger en het bedrijfsleven op een innoverende manier bij deze acties te betrekken.
Bij de presentatie van de strategie verklaarde Margot Wallström, lid van de Commissie bevoegd voor het milieu, het volgende: "Het milieubeleid vormt één van de grote successen van de EU. Dankzij EU-wetgeving is Europa er - om slechts één voorbeeld te geven - op het stuk van schone lucht en schone rivieren met reuzenschreden op vooruitgegaan. Dat neemt niet weg dat we nog steeds met grote problemen worden geconfronteerd; op bepaalde punten valt zelfs een verslechtering van de milieukwaliteit te constateren. De burger maakt zich zorgen om zijn leefmilieu. Daarom moet dringend actie worden ondernomen - en dat is precies de bedoeling van het nieuwe programma."
De nieuwe blauwdruk voor het milieubeleid van de EU is een uitvloeisel
van het vijfde milieuactieprogramma van 1992 en de herziening daarvan
in 1998. Het nieuwe, zesde milieuactieprogramma formuleert algemene
doelstellingen en bevat een lijst van prioritaire acties. Het dient nu
overeenkomstig de medebeslissingsprocedure door de Raad en het
Europees Parlement te worden vastgesteld.
Een strategische benadering
Voor het opstellen van het nieuwe programma is gebruik gemaakt van de
resultaten van het overleg waartoe de Commissie in november 1999 het
initiatief had genomen met het oog op de algemene evaluatie van het
vijfde actieprogramma(1)
. Die evaluatie was op haar beurt gebaseerd op het uitvoerige rapport
van het Europees Milieuagentschap over de toestand van het milieu in
Europa(2). In zijn algemene evaluatie heeft het EMA een deels
positief, deels negatief beeld van de doeltreffendheid van het
milieubeleid in de EU opgehangen. Het heeft kritiek geuit op de
gebrekkige tenuitvoerlegging van de EG-milieurichtlijnen door de
lidstaten en op de slappe manier waarop de milieudoelstellingen vaak
door de belanghebbende partijen worden verdedigd.
Tegen deze achtergrond beklemtoont het nieuwe programma de noodzaak
voor de lidstaten om de bestaande milieuwetgeving beter ten uitvoer te
leggen.
De Commissie kondigt ook aan dat zij meer druk op de lidstaten wil
uitoefenen door gevallen van gebrekkige toepassing van de
milieuwetgeving duidelijker aan de kaak te stellen.
Een ander thema van het nieuwe programma is de samenwerking met het bedrijfsleven en de consumenten om milieuvriendelijkere vormen van productie en consumptie te bevorderen. Hier wil de Commissie gebruik maken van een brede scala van nieuwe instrumenten, gaande van geïntegreerd productbeleid en milieuaansprakelijkheid tot fiscale maatregelen en een betere voorlichting van het publiek.
Commissaris Wallström ziet hierin een hoeksteen van haar milieuagenda:
"Ik geloof dat het 'vergroenen' van de markt de sleutel is tot
duurzame ontwikkeling. En ik weet dat reeds heel wat bedrijven op deze
trend hebben geanticipeerd en nu reeds de economische vruchten plukken
van de strenge milieunormen die zij hanteren en die beantwoorden aan
wat de consument in toenemende mate verlangt."
Andere aspecten die in "Milieu 2010: onze toekomst, onze keuze"
speciaal in de kijker worden geplaatst, zijn de noodzaak om de zorg
voor het milieu nog beter in de overige takken van het beleid
(bijvoorbeeld vervoer, energie en landbouw) te integreren, alsook het
belang van ruimtelijke ordening en plaatselijke en regionale actie ter
bevordering van duurzame ontwikkeling.
Wat de meeste van de genoemde gebieden betreft, worden in het
voorgestelde milieuactieprogramma geen streefcijfers genoemd maar
alleen algemene doelstellingen geformuleerd.
"Voor mij is vooral belangrijk dat wij het kunnen hebben over concrete
acties die schot in de zaak brengen. Dat zet meer zoden aan de dijk
dan oeverloze discussies over precieze streefcijfers", verklaarde
mevrouw Wallström. "De kwantitatieve doelstellingen zullen we later
vaststellen op basis van meer uitvoerige wetenschappelijke informatie
dan die waarover we thans beschikken."
Voor elk van de vier prioritaire gebieden wordt in het programma de
problematiek uiteengezet, een reeks doelstellingen geformuleerd en een
lijst van prioritaire acties opgesteld. Ten aanzien van een aantal
milieuvraagstukken worden zogenaamde "thematische strategieën" in het
vooruitzicht gesteld, die door een combinatie van maatregelen de
nagestreefde milieudoelen op de meest kosteneffectieve manier moeten
helpen realiseren.
Prioritaire gebieden
1. Klimaatverandering
De kern van het voorgestelde nieuwe programma is het realiseren van de
emissieverminderingsdoelstelling van 8% in 2008-2012 waartoe de
Gemeenschap zich in het kader van het Protocol van Kyoto heeft
verbonden. Tegelijk lanceert de Commissie evenwel een oproep om tegen
2020 mondiaal een meer ingrijpende emissiereductie in de orde van
20-40% tot stand te brengen; daarbij baseert zij zich op het gegeven
dat volgens wetenschappelijke ramingen op langere termijn een
vermindering van de mondiale uitstoot van broeikasgassen met 70% ten
opzichte van het niveau van 1990 vereist is.
In het programma wordt gewezen op de noodzaak van structurele
veranderingen, met name in de sectoren vervoer en energie, en wordt
aangedrongen op een intensivering van de inspanningen op het stuk van
energie-efficiëntie en energiebesparing, de invoering van een EU-wijd
systeem voor het verhandelen van emissierechten, meer onderzoek en
technologische ontwikkeling en meer bewustmaking van de burger, zodat
ook die zijn steentje kan bijdragen tot de uitstootvermindering.
Tegelijk mag niet uit het oog worden verloren dat in ieder geval met een zekere mate van klimaatverandering moet worden gerekend en dat de EU dus maatregelen dient te treffen om daaraan het hoofd te bieden.
Commissaris Wallström benadrukte: "De ondubbelzinnige boodschap van de
wetenschappers luidt dat klimaatverandering een realiteit is die ons
voor de volgende keuze plaatst: die verandering het hoofd bieden of de
dramatische gevolgen ervan ondergaan. Het Protocol van Kyoto
operationeel maken is, zoals iedereen weet, geen gemakkelijke opgave -
en toch kan dat niet méér zijn dan een eerste stap."
2. Natuur en biodiversiteit
De dreiging voor het voortbestaan van talrijke dier- en plantensoorten
en hun leefgebieden neemt in Europa momenteel schrikbarende vormen
aan. De voltooiing van het "Natura 2000"-netwerk van beschermde
gebieden alsmede een reeks sectorale actieplannen voor de
biodiversiteit vormen de hoekstenen van een strategie om deze
bedreiging af te wentelen. Daarnaast moet in het kader van het
regionaal en landbouwbeleid ook meer aandacht worden besteed aan
landschapsbescherming in het algemeen.
Het programma stelt ook nieuwe initiatieven ter bescherming van het
mariene milieu alsook voorstellen ter voorkoming van industriële en
mijnongevallen in het vooruitzicht. Met de thematische strategie
inzake bodembescherming wordt een nieuw hoofdstuk van het
communautaire milieubeleid aangevat.
3. Milieu en gezondheid
In steeds ruimere kring wordt erkend dat milieuverontreiniging
gevolgen heeft voor de volksgezondheid. De Gemeenschapswetgeving heeft
reeds talrijke problemen op dit gebied aangepakt. Nu is er behoefte
aan een meer holistische beleidsaanpak die aandacht heeft voor de
onderlinge relaties tussen de verschillende met het milieu
samenhangende gezondheidsrisico's. Voorts moet aan bijzonder kwetsbare
groepen (zoals kinderen) meer aandacht worden besteed.
Eén van de belangrijkste punten op de "milieu en gezondheid"-agenda
voor de komende jaren wordt een grondige herziening van het
communautaire systeem van risicobeheer met betrekking tot chemische
stoffen. Ook zal bijzondere aandacht worden besteed aan een
thematische strategie voor het beperken van de risico's van
bestrijdingsmiddelen. De tenuitvoerlegging van de in 2000 vastgestelde
kaderrichtlijn Water en de rest van de bestaande wetgeving op dit
gebied zal de hoofdmoot vormen van de inspanningen om de
waterkwaliteit in de EU veilig te stellen; insgelijks zal, wanneer de
kaderrichtlijn Geluidshinder door de Raad en het Europees Parlement is
vastgesteld, de nadruk komen te liggen op de implementatie daarvan. In
het kader van de thematische strategie inzake luchtkwaliteit zullen de
bestaande normen op hun doeltreffendheid worden onderzocht teneinde
eventuele hiaten op te sporen en prioriteiten voor toekomstige actie
vast te stellen.
"Het thema 'milieu en gezondheid' vormt voor mij persoonlijk een
prioriteit, en het welzijn van kinderen en andere kwetsbare groepen
gaat mij bijzonder ter harte", verklaarde mevrouw Wallström.
4. Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en afvalbeleid
Eén van de moeilijkste problemen voor het milieubeleid van de EU is de
onverbiddelijke toename van de hoeveelheid afval. In "Milieu 2010:
onze toekomst, onze keuze" wordt ervoor gepleit om afvalproductie en
economische groei te ontkoppelen. Er zullen bijzondere inspanningen
worden gedaan om te komen tot nog meer recycling. De doelstellingen op
het stuk van afvalpreventie zullen onder meer via geïntegreerd
productbeleid worden nagestreefd.
Andere voorstellen zijn toegespitst op specifieke afvalstromen zoals
afvalslib en biologisch afbreekbaar afval.
"Efficiënter gebruik van de natuurlijke hulpbronnen" wordt het
leitmotiv van de thematische strategie inzake duurzaam gebruik van de
hulpbronnen - nóg een gebied waarop met het zesde milieuactieprogramma
nieuwe wegen worden ingeslagen. De Commissie is de mening toegedaan
dat, net zo goed als op andere gebieden, ambitieuze
milieudoelstellingen hier een serieuze troef zullen vormen voor het
concurrentievermogen van de Europese bedrijven.
Om commissaris Wallström te citeren: "Dit wordt een goede zaak voor het bedrijfsleven, dat de kosten ziet dalen en nieuwe markten ziet opengaan, voor de consument, die minder afval moet kwijt zien te raken, en vanzelfsprekend ook voor het milieu."
Uitbreiding van de Unie en internationale dimensie
Gedurende de looptijd van het nieuwe programma zal de EU met nieuwe lidstaten worden uitgebreid, die dit programma dan ook zullen dienen toe te passen. Aan de kandidaat-lidstaten wordt gevraagd, de bestaande EU-milieuwetgeving onverkort toe te passen. Voorts kondigt het programma een intensivering aan van de dialoog met de openbare besturen, milieu-NGO's en het bedrijfsleven in de kandidaatlanden.
Een andere prioriteit vormt de versterkte integratie van
milieudoelstellingen in het externe beleid van de EU, bijvoorbeeld via
de ontwikkeling van methodieken en criteria ter evaluatie van de
consequenties van handelsovereenkomsten voor de duurzaamheid en via
een doeltreffend optreden van de EU in internationale
milieubeleidsfora.
Samenwerking met alle belanghebbenden op een solide wetenschappelijke
basis
Een verruiming van de dialoog en participatie van in de beginfase zijn
karakteristiek voor de nieuwe beleidsvoorstellen op milieugebied.
Cruciaal is ook het belang dat aan solide wetenschappelijke en
economische evaluaties wordt gehecht. Er zal meer werk worden gemaakt
van monitoring aan de hand van indicatoren, en de Commissie wil op dit
gebied nauw met het Europees Milieuagentschap samenwerken. De
Commissie zal ook financiële steun blijven geven aan milieu-NGO's en
een beroep blijven doen op de knowhow van die organisaties.
Nadere informatie
Een samenvatting van het zesde milieuactieprogramma is te vinden op
http://www.europa.eu.int/comm/environment/newprg/index.htm
Een exemplaar van de promotievideo voor het zesde milieuactieprogramma is verkrijgbaar via http://www.tvlink.org/environment/en/home.htm
(1)
"Het milieu in Europa - Wat zijn de vooruitzichten?" - COM(1999) 543.
(2)
"Het milieu in de Europese Unie op de drempel van een nieuwe eeuw",
Europees Milieuagentschap, 1999.