International Film Festival Rotterdam

Persbericht


- Havens en cinema centraal in ON THE WATERFRONT

- 1e Filmmaker in Focus geselecteerd: Roy Andersson



Het International Film Festival Rotterdam (woensdag 24 januari tot en met zondag 4 februari 2001) presenteert ter gelegenheid van de dertigste editie van het festival en als bijdrage aan Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa het speciale programma ON THE WATERFRONT, een film- en videoprogramma rond havensteden. Met de selectie van de Zweedse regisseur Roy Andersson als Filmmaker in Focus eert het Filmfestival de bevlogenheid van een unieke filmer.

On the Waterfront
Wereldhaven Rotterdam vormt de inspiratie voor een speciaal programma dat het thema 'cinema en havensteden' exploreert en uitbreidt. Havens bieden romantische settings voor prachtige films. Maar het zijn ook plaatsen van (wan)hoop waar fortuin wordt gemaakt of verloren in havenkroegen en bordelen; plaatsen waar migratiestromen in hun meest schrijnende vorm zichtbaar worden. ON THE WATERFRONT omvat zowel havenklassiekers waaronder ON THE WATERFRONT (1954) van Elia Kazan en QUERELLE (1982) van Rainer Werner Fassbinder als nieuwe films waaronder BRONX-BARBÈS (2000) van Eliane de Latour, FREEDOM (2000) van Sharunas Bartas en DUTCH HARBOR: WHERE THE SEA BREAKS ITS BACK (1998) van Braden King/Laura Moya.

Een bijzonder onderdeel van ON THE WATERFRONT vormt de opdracht die het International Film Festival Rotterdam heeft verleend aan tien filmmakers uit de voorhoede van de snel groeiende digitale cinema om een videodagboek te maken in of vanuit een havenstad naar keuze. De volgende filmmakers nemen hieraan deel: Michael Pilz en Gabrielle Hochleitner (Havana), Laura Waddington (o.a. Venetië), Mahamat Saleh Haroun (New York), Jem Cohen (New York), Nathalie Alonso Casala (Sint Petersburg), Garin Nugroho (Jakarta), Lou Ye (Shanghai), Chris Petit (Purfleet/Londen), Pablo Trapero (Buenos Aires), Jon Jost (geen specifieke havenstad).

ON THE WATERFRONT is een coproductie van het International Film Festival Rotterdam en De Productie. Het programma is, net als CRUEL MACHINE (1998) en DIGITAL NEW WAVE (1999), samengesteld door Gertjan Zuilhof. ON THE WATERFRONT is mede mogelijk dankzij financiële bijdragen van Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa en het Filmfonds Rotterdam.

Filmmaker in Focus: Roy Andersson
Met de selectie van de Zweedse regisseur Roy Andersson (Göteborg, 1943) als Filmmaker in Focus eert het Filmfestival Rotterdam de artistieke bevlogenheid en onconventionele werkwijze van een uniek filmer. Andersson filmt, zonder script, bijna uitsluitend in zijn eigen studio in Stockholm. Hij regisseerde lange en korte films en een groot aantal commercials. Anderssons nieuwste film, SONGS FROM THE SECOND FLOOR, is een profetisch-geëngageerd meesterwerk van grote schoonheid en humor. De muziek is geschreven door ABBA's Benny Andersson.

Het complete festivalprogramma verschijnt op 18 januari 2001 in druk als bijlage bij de Volkskrant en online via
www.filmfestivalrotterdam.com. De kaartverkoop start op 18 januari 2001.

Noten aan de redactie

1. In bijlage: biografieën & director's statements videoproject On the Waterfront en biografie Roy Andersson

2. via www.filmfestivalrotterdam.com (pers) zijn foto's beschikbaar.
3. Voor informatie, interviews en foto?s kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het festival, Bert-Jan Zoet en Anita Baars, tel: 010-8909090, email: press@filmfestivalrotterdam.com

Bijlage bij persbericht dd 14 november 2001

On the Waterfront / videodagboeken
biografieën & quotes uit director's statements

Chris Petit begon een zeer gevarieerde carrière na een studie Engels als filmcriticus voor het invloedrijke Londense tijdschrift Time Out. Zijn eerste speelfilm, RADIO ON (1979) was direct zijn meest spraakmakende en werd een ware arthouse klassieker. In de jaren tachtig maakte hij nog enkele speelfilms, waaronder het in Berlijn gedraaide CHINESE BOXES, waarna hij zich toelegde op het vervaardigen van originele en ingenieuze televisiedocumentaires en filmessays. In de jaren negentig zette Petit weer een nieuwe stap met het publiceren van zijn debuutroman 'Robinson'. Hij publiceerde daarna de politieke thriller THE PSALM KILLER en bleef actief als maker van innovatieve films en video's.
Films (o.a.): RADIO ON (1979), AN UNSUITABLE JOB FOR A WOMAN (1981), FLIGHT TO BERLIN (1983), CHINESE BOXES (1984), THE FALCONER (1988),LONDON LABYRINTH (1993).

Jon Jost (1943) is een Amerikaanse avant-garde filmmaker met een grote reputatie en staat van dienst. In de jaren zeventig begon hij als politiek geïnspireerd, autodidact filmmaker aan de opbouw van een oeuvre dat vele tientallen documentaires, korte films en speelfilms zou gaan omvatten. Zijn films zijn in alle hoeken van de wereld op filmfestivals vertoond en gezaghebbende instellingen als het Museum for Modern Art in New York organiseerden retrospectieven van zijn werk. Hij won prestigieuze prijzen voor individuele films als de Berlijnse Caligari Lifetime Achievement Award. De laatste jaren heeft Jost zich gestort op het werken met digitale video vanwege de relatief lage productiekosten en de esthetische en technische uitdagingen. Films (oa.): SPEAKING DIRECTLY (1973), ANGEL CITY (1976), BELL DIAMOND (1985), PLAIN TALK & COMMON SENSE (1988), ALL THE VERMEERS IN NEW YORK (1991), FRAME UP (1993), LONDON BRIEF (1997), MURI ROMANI (2000). Director's statement On the Waterfront: 'My piece is less about a specific port than a meditation on travelling and on a lifespan (mine) of much travelling, many homes and many ports.'

Laura Waddington (1970) is in Londen geboren. Na een literatuurstudie in Cambridge verhuisde ze naar New York waar ze begon met het maken van korte films en video's en geïnteresseerd raakte in alternatieve manieren van produceren. Zo werkte ze met onder haar kleren verborgen spionagecamera's en maakte ze een film die in vijftien verschillende landen werd opgenomen door mensen die ze vond via internet. Haar belangstelling voor het 'samplen' van zowel beelden als geluiden bracht haar tot een samenwerking met de componist Simon Fisher Turner. In 1998 verliet ze New York en werkte sindsdien in Lissabon, Parijs en Barcelona. Haar werk is internationaal vertoond in bijvoorbeeld Taipei (Golden Horse Festival), Montreal (International Film Festival on New Film and Video) en Berlijn (Transmediale).
Films (o.a.): THE VISITOR (1992), THE ROOM (1994), ZONE (1994), THE LOST DAYS (1999).
Director's statement On the Waterfront: 'CARGO is a video diary filmed on a containership leaving from Venice and travelling to the Middle East. The underpaid crew from Rumania, Poland and The Phillipines works on short term contracts. They told me of their homes and of the problems in their countries that had led them to sea. Although it was forbidden to film in ports, I hid at a porthole to film life outside.'

Nathalie Alonso Casale (1970) studeerde in 1992 af van de Nederlandse Film en Televisie Academie met de korte film MEMORIAS SIN BATALLAS (Y OTROS MUERTOS). De film won verscheidene nationale en internationale prijzen waaronder een Gouden Kalf en de Canon Tuschinski Award. Voor de in 1993 in Litouwen gedraaide korte film 17TH OF MARCH won ze in het Franse Aubagne de prijs voor de beste reportage. In 1996 maakt ze haar eerste lange speelfilm MEMORY OF THE UNKNOWN, die geselecteerd werd voor de VPRO Tiger Award Competitie op het International Film Festival Rotterdam. Ze was betrokken bij de totstandkoming van films van andere regisseurs als montage-adviseur, editor, scenariste en actrice. De laatste jaren heeft ze ook veel samengewerkt met Axe, een avantgarde theatergroep uit Sint Petersburg.
Films (selectie): MEMORIAS SIN BATALLAS (Y OTROS MUERTOS) (1992), 17TH OF MARCH (1993), MEMORY OF THE UNKNOWN (1996), 3 JANUARY (1997), SIESTA, LA TETERA Y LA ROSA (1997), MAN LOOKS AT WOMAN, WOMAN LOOKS AT MAN (2000).
Director's statement On the Waterfront: 'I have some images in mind which I want to catch: the invisible presence of the underwater-light and underwater-air in a town like Saint Petersburg; the scratching sound of small fish in plastic bags of fisherman along the Neva-river. The movement of light and time is very special in port towns.'

Michael Pilz (Gmünd 1943) is een eigenzinnige Oostenrijkse documentairemaker met een omvangrijk oeuvre. Op zeer jonge leeftijd begon hij al intensief te fotograferen en niet lang daarna met het zelf vervaardigen van 8 mm films. In de jaren zeventig werkte hij veel voor televisie. Zijn lange contemplatieve observatie van het leven van bergboeren in HIMMEL UND ERDE (1982) bezorgde hem een solide internationale reputatie. Met FELDBERG bewoog hij zich op het terrein van de fictie. Binnen en buiten Oostenrijk heeft hij vele lezingen gegeven, deelgenomen aan seminars en workshops geleid. Als één van de eerst filmmakers heeft hij de mogelijkheden van de kleine videoformaten onderkend en in het werken daarmee heeft hij de laatste jaren een zeer eigen en persoonlijke stijl ontwikkeld. Films (selectie): HIMMEL UND ERDE (1993), PRIVATE EYES (1994), WAS ÜBERSETZT IST NOCH NICHT ANGEKOMMEN (1996), BRIDGE TO MONTICELLO (1999), PIECES OF DREAMS (1999).
Director's statement On the Waterfront: 'This film will not only be about Havana. It will also be a personal statement, a kind of filmic diary about two European filmmakers. The result will be a many-sided dialogue, on the level of everyday life in Havana and that of the two filmmakers and on the level of imagination between the film's images and sounds.'

Garin Nugroho (Yogjakarta 1961) is de hoop van de Indonesische film. Een uitgesproken filmmaker die internationaal erkenning krijgt zowel voor zijn documentaires als zijn speelfilms. Nugroho voltooide een rechtenstudie, maar gaf uiteindelijk de voorkeur aan een carrière als filmmaker. Zowel zijn fantasierijke speelfilms als zijn sociaal betrokken documentaires wonnen internationaal vele prijzen en vooraanstaande critici zien in hem een van de meest veelbelovende filmauteurs van Azië.
Naast het maken van films schrijft Nugroho artikelen voor kranten en tijdschriften en geeft hij les aan het kunstinstituut in Jakarta waar hij zelf werd opgeleid.
Films (selectie): CLAPPING HANDS (1986), LOVE ON A SLICE OF BREAD (1991), WATER AND ROMI (1992), LETTER FOR AN ANGEL (1994), AND THE MOON DANCES (1996), LEAF ON A PILLOW (1998).
Director's statement On the Waterfront: 'I would like to make a documentary about the Tanjun Priok-society in Jakarta. This harbour-city is a meeting place full of hope and anxiety where many new values came to Indonesia. From it, a new multicultural society grows as a new culture. On the other side, it is a place where sad stories take place: wars usually start in harbours.'

Lou Ye (Shangai 1965) groeide op als kind van theateracteurs en bracht een groot deel van zijn jeugd achter de coulissen en in kleedkamers door. Hij wilde naar de kunstacademie van Beijing om te leren schilderen, maar werd tot zijn aanvankelijke teleurstelling toegelaten tot de filmafdeling. Al tijdens zijn studie werd Lou Ye een vooraanstaand lid van de zogenaamde zesde generatie van Chinese filmmakers; een beweging die brak met tradities, zich openstelde voor Westerse invloeden en onderwerpen zocht in het moderne, snel veranderende China. Zijn afstudeerfilm WEEKEND LOVER werd een voorbeeldfilm voor de zesde generatie en won de Rainer Werner Fassbinder Prijs van het festival van Mannheim. Lou Ye won met zijn tweede speelfilm SUZHOU RIVER tijdens het International Film Festival Rotterdam 2000 een VPRO Tiger Award.
Films: WEEKEND LOVER (1994), DON?T BE YOUNG (1995, tv), SUZHOU RIVER (2000).
Director's statement On the Waterfront: 'This DV-project is one of the best ways to work in relaxation and freely in a democratic atmosphere. You don't need to worry about censorship as long as you take the camera and stand face to face to what's in front of you. And ask yourself what to shoot. Maybe this is the original initiative of film production.'

Mahamat Saleh Haroun (Abéché 1961) is een filmmaker uit Tsjaad die zijn opleiding volgde in Parijs en sinds 1982 leeft en werkt in Bordeaux waar hij zich mede toelegde op de journalistiek. Hij maakte diverse korte films en twee lange documentaires over Afrikaanse musici en theatermakers.
Zijn laatste film BYE BYE AFRICA ging in première tijdens het Festival van Venetië: een originele, persoonlijke mengeling van documentaire en fictie en de eerste film die Haroun draaide in zijn vaderland. Haroun speelde zelf de hoofdrol in de film die op een speelse, maar toch diepgravende manier vragen stelt bij de opgaven van een Afrikaanse cineast.
Films: MARAL TANIÉ (1994), GOÏ-GOÏ (1995), BORD'AFRICA (1995), SOTIGUI KOUYATÉ, UN GRIOT MODERNE (1996), BYE BYE AFRICA (1999). Director's statement On the Waterfront: 'A story about exile, solitude and suffering. A story of a young, homesick African girl in New York. The story of her long letter written to her sister in Africa.'

Jem Cohen (1962) woont en werkt in New York. Zijn werk (films, video's en installaties) beweegt zich tussen experiment, documentaire en narratieve fictie.
Films (selectie): AMBER CITY (1999, korte film), BLOOD ORANGE SKY (1999, korte film)
Director's statement On the Waterfront: 'Today, many waterfronts are focalpoints of urban makeovers. My piece will concentrate on New York's Southstreet Seaport. I intend to make use of DV's low profile to simply observe this New Waterfront. When a waterfront turns so far from what the ocean once represented, can the water find ways to return?'

Pablo Trapero (Argentinië 1971) studeerde architectuur en film. Hij volgde een aantal seminars bij onder meer Fernando Birri, Maria Luisa Bemberg en Miguel Perez en was in de filmindustrie werkzaam als editor en regieassistent. Hij maakte twee korte films. Zijn speelfilmdebuut CRANE WORLD (Mundo grúo) won een VPRO Tiger Award tijdens het International Film Festival Rotterdam 2000.
Films: SPOILT BRAT (1992/1993, korte film), SHOPS (1995, korte film), CRANE WORLD (1999)

Bijlage bij persbericht dd. 14 november 2001

Filmmaker in Focus: Roy Andersson

Roy Andersson (Göteborg, Zweden, 1943) studeerde literatuur en vervolgens film. In 1969 sloot hij met succes zijn studie aan het Zweeds Film Instituut af. Het jaar daarop voltooide hij zijn eerste lange speelfilm, A SWEDISH LOVE STORY, die de Grote Prijs won op het International Film Festival van Berlijn.

Zijn tweede lange speelfilm GILIAP (1975) werd in 1976 vertoond op het Filmfestival van Cannes. Omdat zijn werkwijze radicaal verschilt van conventionele methoden produceert hij vanaf 1975 zijn eigen films en sticht hij in 1981 een eigen productiebedrijf, Studio 24. Zo kan hij in alle vrijheid zijn films maken en produceren; een ongebruikelijke positie in de filmindustrie. Hij filmt, zonder script, bijna uitsluitend in zijn eigen studio in Stockholm, waar sets met ongebruikelijke precisie worden nagebouwd. Om zijn uiterst zorgvuldige en tijdrovende manier van filmen te bekostigen maakte hij ongeveer driehonderd commercials die op hun beurt opvallen door een persoonlijke en ongewone stijl.

In 1996 begon Roy Andersson met zijn derde speelfilm. Pas nu, vier jaar later, is SONGS FROM THE SECOND FLOOR (Sånger Från Andra Våningen, 2000) wat het volgens Andersson moet zijn: een wonderbaarlijke episodenfilm over kwetsbaarheid, vernedering en respect in het leven van zo'n vijftig verschillende figuren in een niet nader aangeduide stad op het noordelijk halfrond.

SONGS FROM THE SECOND FLOOR draait uiteindelijk om vier centrale personages: de 60-jarige meubelhandelaar Karl, zijn maîtresse en zijn twee zoons. ABBA's Benny Andersson (geen familie) schreef de muziek voor SONGS FROM THE SECOND FLOOR.

Met de selectie als Filmmaker in Focus vraagt het Filmfestival Rotterdam extra aandacht voor de toewijding waarmee Roy Andersson een bijna onmogelijke manier van filmen tot zijn levenswerk maakt. Het vertonen van een groot deel van Anderssons oeuvre in Filmmakers in Focus maakt duidelijk hoe zijn meesterlijke nieuwe speelfilm, SONGS FROM THE SECOND FLOOR (2000), tot stand kon komen.

International Film Festival Rotterdam 2001, Filmmaker in Focus: Roy Andersson
PROGRAMMA (ONDER VOORBEHOUD):
SONGS FROM THE SECOND FLOOR (2000), speelfilm
A SWEDISH LOVE STORY (1970), speelfilm
GILIAP (1975), speelfilm

BESÖKA SIN SON (1967), korte film
LÖRDAGEN DEN 5.10 (1968), korte film
ATT HÄMTA EN CYKEL (1968), korte film
SOMETHING HAPPENED (1987), korte film
WORLD OF GLORY (1991), korte film

DEN VITA SPORTEN (1968), documentaire

ROY ANDERSSON, COMMERCIALS

Informatie: Persvoorlichting International Film Festival Rotterdam, Bert-Jan Zoet of Anita Baars,
tel 010 - 8909090 of press@filmfestivalrotterdam.com of fax 010 - 8909091

14-11-00 | press@filmfestivalrotterdam.com