Weduwen zwaar teleurgesteld
De weduwen namens wie de FNV beroep had ingesteld tegen de gevolgen
van de nieuwe nabestaandenwet, zijn diep teleurgesteld over de
uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 januari.
Die heeft alle eerdere gunstige uitspraken van rechtbanken vernietigd
en alle beroepen afgewezen. De betrokkenen beraden zich nu over de
mogelijkheid om de zaak voor te leggen aan het Europese Hof van de
Rechten van de Mens in Straatsburg.
Dat meldt FNV-advocaat Govert-Jan Knotter die namens een aantal
FNV-leden in beroep was gegaan tegen het inkomensverlies door de
invoering van de Algemene Nabestaandenwet op 1 juli 1996.
Naar schatting 64.000 vrouwen zijn hierdoor geconfronteerd met een inkomensachteruitgang van tussen de 24 en 70 procent. Voor de grootste groep loopt dit op tot een verlies van ruim 1200 gulden per maand.
Wat de FNV vooral steekt is dat weduwen met een WW- of WAO-uitkering zwaarder gekort worden dan lotgenoten met inkomen uit arbeid.
`Het is extra onrechtvaardig dat juist de vrouwen die niet in staat
zijn in een eigen inkomen kunnen voorzien, extra gekort worden op hun
nabestaandenpensioen` zo zegt Tineke van der Kraan, voorzitter van de
FNV Vrouwenbond.
`Zelfs als ze hun man verliezen door een bedrijfsongeval, hebben ze
geen inkomensbescherming. Terwijl dit specifiek wordt voorgeschreven
in internationale verdragen.`
De FNV Vrouwenbond en de stichting `Weduwen in de kou` hebben de
afgelopen jaren 13 proefprocessen gevoerd.
Het betreft weduwen die voorheen een AWW-uitkering hadden en nu door
de nieuwe wet er honderden guldens op achteruit zijn gegaan; weduwen
met WAO-uitkering die in de nabestaandenwet minder overhouden dan
weduwen met inkomen uit arbeid; en nieuwe weduwen die na het
overlijden van hun echtgenoot tot het absolute minimum zijn
teruggevallen.
In al deze zaken zijn ze nu door de Centrale Raad van Beroep in het
ongelijk gesteld.
Tekst van de uitspraak.
24 januari 2001