26 januari 2001
TUSSENBESLUIT IJZEREN RIJN OVER VERDER TE ONDERZOEKEN
TRACE-ALTERNATIEVEN
Minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat en minister Pronk van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer hebben een
besluit genomen over de beperking van de verder te onderzoeken
trace-alternatieven van de IJzeren Rijn. Er zijn 7 alternatieven
geselecteerd die verder in de Trace/MER-studie IJzeren Rijn worden
meegenomen en 18 alternatieven die niet verder worden onderzocht. Naar
de potenties van een spoorlijn langs de A67 die ook voor
reizigersvervoer is bedoeld, zal separaat onderzoek worden uitgevoerd.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de provincies Noord-Brabant en
Limburg samen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en loopt
parallel aan de afronding van de lopende Trace-MER-procedure voor de
IJzeren Rijn om deze niet te vertragen. Hierover is overleg gevoerd en
overeenstemming bereikt met bestuurders van de provincies
Noord-Brabant en Limburg.
Er is geselecteerd op basis van vervoerskundige, financiële,
ruimtelijke en milieutechnische criteria. Het ging hierbij in totaal
om 25 alternatieven, waarvan 6 uit de Startnotitie van november 1999
en 19 uit de inspraak. Het tussenbesluit is genomen op basis van het
voorstel van de initiatiefnemers Rijkswaterstaat Limburg en
Railinfrabeheer, de adviezen van betrokken besturen, het advies van de
Commissie MER en na overleg met Duitsland en België.
De volgende 7 tracé-alternatieven worden in de studie verder
uitgewerkt:
· A0: het historisch tracé;
· A1: een noordelijke 'omleiding' om het Meinweggebied (circa 6 km
nieuw spoor in Nederland en 8 km in Duitsland);
· A2: een zuidelijke 'omleiding' om het Meinweggebied (circa 8 km
nieuw spoor in Nederland en circa 4 km in Duitsland);
· A3: een oostelijke omleiding om Roermond met een tunnel in
Meinweggebied (circa 7 km nieuw spoor in Nederland);
· D0: de bestaande spoorroute Weert - Eindhoven - Venlo met nieuwe
korte verbindingsbogen;
· D1: als D0 met een ruimere boog bij Weert;
· D2: als D0 met een nieuwe spoorlijn langs A67 vanaf Heeze tot
voorbij Deurne (circa 24 km nieuw spoor in Nederland).
Nog dit voorjaar wordt de Trajectnota/MER IJzeren Rijn gepubliceerd. Daarin staan de onderzoeksresultaten van de tracé-alternatieven en de milieueffecten daarvan. Daarna start een periode van inspraak en advisering. In het najaar van 2001 bepalen de ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mede op basis daarvan hun definitieve standpunt over de IJzeren Rijn, waarbij de uitkomsten van de A67-studie worden betrokken.
Achtergrondinformatie:
Het besluit van de ministers is een trechteringsbesluit. Het
trechteringsbesluit is een (tussentijds) besluit in het kader van de
Tracéwetprocedure IJzeren Rijn. Het besluit is conform de Richtlijnen
voor de Trajectnota/MER IJzeren Rijn: na een eerste fase van de studie
wordt het aantal te bestuderen tracé-alternatieven beperkt op basis
van een gemotiveerd selectieproces. De voordelen van een
trechteringsbesluit zijn: voorkoming van onnodige studielast en het
scheppen van duidelijkheid naar de omgeving. Met het nu genomen
besluit kan de Trajectnota/MER-studie voor de IJzeren Rijn verder
binnen de planning van het Memorandum of Understanding (de afspraak
tussen Nederland en België van 28 maart 2000) worden afgerond.