logo
Zoeken
Het CPB
Werken bij het CPB
Persberichten
CEP/MEV
CPB report
Overige publicaties
Onderzoek
Prognoses
Data
Activiteiten
CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer:2
Datum: 26 januari 2001
Inlichtingen bij: Jacqueline Timmerhuis (tel: 070 - 338 34 77), of bij
Henk Kranendonk (tel: 070 - 338 34 06).
Verdeling van het nationaal inkomen over gezinnen, bedrijven en
collectieve sector
Wie heeft er de afgelopen jaren het meest gedeeld in de economische
groei in Nederland: gezinnen, bedrijven of de collectieve sector? Het
antwoord op deze vraag is afhankelijk van welke cijfers je bekijkt.
Het Centraal Planbureau (CPB) publiceert jaarlijks in de Macro
Economische Verkenning (MEV) en in het Centraal Economisch Plan (CEP)
de verdeling van de groei van de nationale economische koek: welk deel
van de groei van het netto nationaal inkomen (NNI) komt terecht bij
gezinnen, bedrijven en de collectieve sector.
In die cijferopstelling bestaat het inkomen van gezinnen uit
beschikbaar loon- en uitkeringsinkomen, plus individualiseerbare
overheidsconsumptie zoals zorg en onderwijs. Het inkomen van bedrijven
wordt vooral bepaald door het winstinkomen na aftrek van de
vennootschapsbelasting.
Het inkomen van de collectieve sector bestaat uit de ontvangen
belastingen, premies en andere niet-belastingontvangsten, verminderd
met de overdrachten aan gezinnen en bedrijven. Bij deze overdrachten
gaat het om de uitkeringen van de sociale zekerheid, de
inkomensoverdrachten van het rijk, de individualiseerbare
overheidsconsumptie, subsidies en de rentebetaling op de staatsschuld.
Al deze overdrachten worden gerekend tot het inkomen van gezinnen of
bedrijven. Volgens deze definities beloopt het inkomen van de
collectieve sector in 2000 ongeveer 15% van het NNI.
Dit inkomen wordt door de collectieve sector vooral aangewend voor de overige overheidsbestedingen: investeringen en collectieve (niet aan individuele gezinnen toe te rekenen) overheidsconsumptie, zoals defensie en openbaar bestuur. Het restant is het EMU-saldo.
De absolute nominale groei van het netto nationaal inkomen bedroeg in
de periode 1995-2001 259 mld gulden. Het inkomen van gezinnen is
toegenomen met 176 mld (+39%), tegenover een groei met 11 mld (+16%)
voor bedrijven en 72 mld (+ 132%) voor de collectieve sector. Deze
cijfers laten zien dat een relatief groot deel van de inkomensgroei
bij de collectieve sector is terechtgekomen.
De overheidsbestedingen zijn echter niet zo sterk gegroeid. De
inkomensgroei van de collectieve sector is voor ruim de helft
aangewend voor verbetering van het EMU-saldo. Mede hierdoor is de
EMU-schuld van Nederland als percentage van het BBP (bruto binnenlands
product) sterk gedaald. Hiervan profiteren in de toekomst de gezinnen
en bedrijven, bijvoorbeeld omdat de belastingen minder hoeven te
stijgen om de kosten van vergrijzing op te vangen.
Wanneer het EMU-saldo buiten beschouwing wordt gelaten, groeien de
overheidsbestedingen nog maar met 40%. Deze groei komt overeen met die
van het gezinsinkomen (39%).
Het beeld wordt weer iets anders als je naar de bestedingenkant kijkt
en de overheidsbestedingen vergelijkt met de particuliere consumptie.
Door de forse vermogenswinsten die gezinnen hebben geboekt (aandelen,
huizen) is de consumptie sterker gegroeid dan de gezinsinkomens,
namelijk met 46%, en daarmee ook meer dan de overheidsbestedingen.
Deze vermogenswinsten worden niet tot het inkomen gerekend en blijven
dus buiten beschouwing bij het NNI.
In absolute termen is de totale gezinsconsumptie gestegen met 182 mld
gulden, tegenover een toename van de overheidsbestedingen van 32 mld
gulden.
Bovenstaande cijfers zijn zoals eerder aangegeven niet nieuw. Zie
bijvoorbeeld MEV 2001, pagina 127, voor de aandelen in de volumegroei
van het NNI en pagina 67-69 voor de consumptie van gezinnen (zowel
particuliere consumptie als individualiseerbare overheidsconsumptie).
Door recente publicaties in De Volkskrant heeft deze verdeling van de
economische groei nu opeens veel aandacht getrokken. Het CPB heeft op
verzoek van de heer F. Kalshoven, redacteur van De Volkskrant, in een
tabel een overzicht gegeven van de verdeling van de groei over de
jaren 1995-2001. Deze tabel plus toelichting zijn nu geplaatst op de
website van het CPB
| Top | Home | Search | Sitemap |