Gezondheidsraad

PERSBERICHT



Bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker in zicht

Vandaag heeft de Gezondheidsraad in een signalerend advies aan de Minister van VWS gewezen op nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot screening op dikkedarmkanker. Deze ziekte veroorzaakt na longkanker in ons land de meeste sterfte door kwaadaardige nieuwvormingen. Volgens de Gezondheidsraad verdient de invoering van landelijk bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker serieuze overweging. Het advies bevat een oplossingsgerichte inventarisatie van de nog op die weg te nemen hindernissen.

Jaarlijks overlijden in Nederland ongeveer 4400 mensen aan kanker van de dikke darm of de endeldarm (kortweg: dikkedarmkanker). Uit recent buitenlands onderzoek is gebleken dat via screening op sporen bloed in de ontlasting die sterfte te verminderen is. Een andere veelbelovende techniek is de zogeheten flexibele sigmoïdoscopie voor het inspecteren van de endeldarm en het laatste deel van de dikke darm op onder meer de aanwezigheid van poliepen. Hiermee zou behalve de sterfte ook de ziektelast verminderd kunnen worden. Een derde mogelijkheid is colonoscopisch onderzoek van de hele dikke darm, en vooral de voor de patiënt minder belastende virtuele variant hiervan. Al met al zijn diverse technieken nu zo ver gevorderd dat de invoering van landelijk bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker serieuze overweging verdient.

De kostenbatenverhoudingen van de diverse opsporingstechnieken laten zich gunstig aanzien maar verdienen nog nader onderzoek. Van ten minste even groot belang is empirisch en modelmatig onderzoek ter beantwoording van tal van vragen over, onder meer, de te kiezen screeningsstrategie, de te verwachten deelnamegraad, de organisatorische opzet, de follow-up bij mensen bij wie afwijkingen worden gevonden en - ten slotte - het beslag op menskracht en voorzieningen.

De Gezondheidsraad vindt het belangrijk dat de aandacht niet beperkt blijft tot terugdringing van de sterfte. Ook de kwaliteit van leven voor de deelnemers aan een eventueel bevolkingsonderzoek is in het geding. Eveneens moeten de meer algemene gevolgen voor de gezondheidszorg in ogenschouw worden genomen

Nadere inlichtingen verstrekt de heer WA van Veen, arts, tel (070) 340 66 40, e-mail: wa.van.veen@gr.nl

Datum: 19 januari 2001