26-01-2001
Stap 2 Verkeersplan Breda bijna afgerond
Stap 2 van het Verkeersplan Breda is bijna afgerond. Inmiddels zijn er
drie varianten uitgewerkt. Elk geeft een mogelijke oplossing voor de
wijze waarop het verkeer door de stad kan gaan. Momenteel worden de
varianten uitgebreid getoetst en vergeleken met een 0-variant, die een
beeld geeft van de verkeerssituatie in het jaar 2010. Nog dit voorjaar
vindt vervolgens de discussie plaats met wijken, buurten en
belangenverenigingen over de voorkeursvariant, op basis waarvan in
stap 3 maatregelen worden uitgewerkt.
De toenemende mobiliteit van mensen en de grootschalige ontwikkelingen
in en buiten Breda vragen om een verkeersplan voor de gehele stad. Een
evenwicht tussen een bereikbare en leefbare stad staat hierin
centraal. Uitgangspunt voor het gemeentelijke verkeer- en
vervoersbeleid vormt de Stadsvisie.
Het verkeersplan in drie stappen
In stap 1 is de stand van zaken van het verkeer in de stad vastgelegd
en zijn voor verschillende gebieden in de stad (de binnenstad en de
woon- en werkgebieden) de uitgangspunten voor een goede
verkeersafwikkeling vastgesteld. In stap 2 staan het analyseren van de
knelpunten en het zoeken naar een oplossing centraal. Stap 2 van het
verkeersplan gaat in op het gebruik van het Bredase wegennet. Daarbij
wordt gekeken naar het autoverkeer, het openbaar vervoer, het
fietsverkeer en de routes voor de voetganger. In stap 3 wordt
uiteindelijk de gekozen voorkeursvariant uitgewerkt naar maatregelen,
in tijd uitgezet. Aan het einde van stap 3 spreekt de gemeenteraad
zich uit over het gehele plan.
0-variant
Allereerst is in een zogenaamde 0-variant bekeken wat er gebeurt als
de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden en de huidige
verkeersstructuur hetzelfde blijft. Hiermee komen de knelpunten en
effecten voor het jaar 2010 in beeld. Alle ruimtelijke en economische
ontwikkelingen zoals de plannen voor de Spoorzone, de verschillende
Vinex-locaties en de Stadsvisie Breda, vormen hiervoor de basis. Ook
bestaand beleid zoals bijvoorbeeld het Verkeerscirculatieplan
Binnenstad, is in de plannen meegenomen
Drie varianten
Om een goede vergelijking van oplossingen mogelijk te maken zijn drie
varianten uitgewerkt. Met behulp van deze varianten zijn de
oplossingen zoveel mogelijk in beeld gebracht. De basisoplossing voor
de verschillende vervoerwijzen komt in elke variant terug. Daarbij
moet worden gedacht aan een lijnennet voor het openbaar vervoer, een
fietsnet, een hoogwaardige OV-verbinding naar Etten-Leur en
Oosterhout, maar ook aan de plannen voor het Interregiospoor in
Brabant. Per variant zijn echter een aantal accenten gelegd.
Leefruimte op straat
In deze variant is de straatruimte zoveel mogelijk voor de voetgangers
en het langzaam verkeer. Op de belangrijkste voetgangersroutes staat
het veilig oversteken van de voetganger voorop, ook als autoroutes
worden gekruist. De hoofdfietsroutes krijgen vrijwel overal voorrang.
Autoverkeer dat niet in de binnenstad of Spoorzone moet zijn, wordt
afgewikkeld op de ring van tangenten. Dit verkeer krijgt voorrang op
verkeer van buiten de stad. Een aantal doorgaande routes rond de
binnenstad wordt onderbroken zodat in en rond de binnenstad meer
ruimte voor voetganger en fietsers ontstaat. In woonwijken gaat
langzaam verkeer voor en zijn er betere oversteekmogelijkheden.
Stad in, stad uit
In deze variant krijgen de belangrijkste wegen van de stadsrand naar
de economische belangrijke gebieden van de binnenstad en de Spoorzone
voorrang. Het openbaar vervoer op de stedelijke assen van Breda krijgt
een optimale doorstroming. Ook het autoverkeer van de rand van de stad
naar de centrale gebieden profiteert hiervan. In deze variant zijn ook
de effecten van de aanleg van overstappunten aan de rand van de stad
onderzocht. In de binnenstad geldt een hoger parkeertarief. Een
bijzondere rol krijgt de HOV-verbinding van Etten-Leur via Breda naar
Oosterhout.
Ruim baan
In de variant Ruim baan hebben de vele ideeën die er leven om de
afwikkeling van het autoverkeer te verbeteren, een plaats gekregen.
Dit betekent dat meer wegen worden ingericht om autoverkeer te
verwerken. Op plaatsen waar de doorstroming in het gedrang komt, zijn
ongelijkvloerse oplossingen opgenomen of zijn wegen verbreed. Ook is
gekeken of met een afsluiting van een aantal zijstraten de
doorstroming kan worden verbeterd. In deze variant is er ook naar
gestreefd de routes voor de fietser en het openbaar vervoer te
verbeteren. Waar echter een keuze gemaakt moest worden, is prioriteit
gegeven aan het autoverkeer. In de Spoorzone en de binnenstad zijn de
effecten van een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen
onderzocht.
Toetsen en vervolg
Op dit moment worden de varianten uitgebreid getoetst en vergeleken
met de 0-variant. Het gaat er om de verschillende effecten zo helder
mogelijk in beeld te krijgen zodat een goede afweging mogelijk wordt.
De situatie in 2010 vormt hiervoor het uitgangspunt. Naast de
kwantitatieve toets is er ook een kwalitatieve toets. Per variant
wordt gekeken naar de leefbaarheid, de bereikbaarheid van
verschillende gebieden, het gebruik van de vervoermiddelen, het
economische aspect, de ruimtelijke kwaliteit, het energiegebruik en de
kosten. Uiteindelijk gaat het er om de groei van het verkeer een goede
plaats te geven. Hierin zijn nog een aantal keuzes te maken over hoe
we dat gaan doen en waar we dat gaan doen. Een bespreking van de
voorkeursvariant aan de hand van het toetsingskader met de wijken,
buurten en belangenverenigingen vormt een belangrijke basis voor die
keuzes. Komend voorjaar worden daarom per district
consultatiebijeenkomsten georganiseerd, waarin de gemeente uitgebreid
de discussie zal aangaan met inwoners van Breda.
Breda, 26 januari 2001