Ministerie van Algemene Zaken


1red9037
26-1-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER CRISISDREIGINGEN, THEMA'S VOOR DE KOMENDE

JAREN EN DE EIGEN TOEKOMST

GREYN:
Afgelopen woensdag hebben we uit uw mond officieel gehoord dat er geen sprake is van een crisis...

KOK:
Een crisissfeer.

GREYN:
...een crisissfeer, maar spannend wordt het natuurlijk wel?

KOK:
Natuurlijk, maar het leven is ook spannend. Het moet ook spannend zijn en het onderwerp waar we woensdag over spraken in het Torentje had betrekking op de begrotingsvoorbereiding, de begrotingsregels die daarbij worden gehanteerd. Er zijn zoals bekend een aantal opvattingen al over geuit, in de afgelopen maanden en weken door de verschillende fracties.

GREYN:
Dat deed iedereen ook een beetje op het idee brengen dat er wat aan de hand was. Eerst meneer Melkert die begon te morrelen aan de Zalm-norm en meteen de heer Dijkstal die vervolgens zei `als jullie daar aan komen, dan zijn wij weg'. Dat is niet zo maar iets?

KOK:
Nee, zeker. Maar we moeten natuurlijk wel een beetje de zaak in de goede volgorde en in de juiste context zien. Het gaat nu aan het begin van dit nieuwe jaar om - ook straks weer - de opmaat naar de begroting 2002, het laatste jaar voor de verkiezingen. Tegelijkertijd zal 2002 natuurlijk ook weer het begin zijn van een periode, waarin je verder wilt met, als ik het zo mag noemen, de inrichting van Nederland. Dus hoe geef je aan Nederland verder vorm, wat betreft de zorginfrastructuur, de kwaliteit van het onderwijs, veiligheid, openbare orde, de kwaliteit van het bestuur, economische structuurversterking? Dus het zijn allerlei bestuurlijke vragen, die daarbij spelen. Ze hebben soms ook met geld te maken, soms ook helemaal niet. Het is denk ik goed dat we ons aan het begin van het nieuwe jaar een beetje de vraag stellen wat eigenlijk onze prioriteiten zijn. Wat zijn de wensen? Dan ga je vanzelf ook een beetje kijken naar de mogelijkheden. Wat is de financiële ruimte, want mogelijkheden zijn natuurlijk nimmer onbeperkt? Daar een beetje zicht op krijgen in de komende tijd kan ook geen kwaad, dat je ook een beetje weer weet waar je over praat. Sommigen vinden het politieke spel zo leuk dat ze alleen maar over normen en regels en zo praten, maar anderen, zoals ik, zijn wat meer op de inhoud geconcentreerd en willen eerst eens kijken wat voor mogelijkheden we eigenlijk hebben.

GREYN:
Maar die beroemde Zalm-norm is toch wel van belang?




KOK:
Jawel, maar ook alleen maar in de context die ik net aangaf. Je moet weten wat je mogelijkheden zijn, wat de ruimte is binnen de geldende begrotingsregels. Het is natuurlijk een misverstand om te denken dat het de regels zijn van één minister. Dat hebben we ook samen ten grondslag gelegd aan het regeerakkoord. Daar staat het hele kabinet voor. Wat zijn dus wensen en noodzakelijkheden in de komende tijd? Ik denk trouwens dat als we praten over wensen en noodzakelijkheden we niet alleen met cijferlijstjes moeten gaan werken met grote miljardenbedragen, maar steeds ook moeten beginnen bij de vraag waar het eigenlijk om gaat. Wat willen we in dit land? Wat wilden we de afgelopen jaren bereiken? Wat hebben we daarvan terecht gebracht, ook met de middelen die daarvoor zijn ingezet? En wat is er dus onomstotelijk ook verder nodig om dat verder te verbeteren? Die dialoog daarover moet natuurlijk in het kabinet worden gevoerd, niet in het Torentje, primair in het kabinet, want dat is immers het kabinet. Dat is de ministerraad. Die is verantwoordelijk.

GREYN:
Is dat de opmaat naar een paars 3, want ik neem aan dat u dan nogal fundamentele problemen gaat aanpakken, zoals een nieuw zorgstelsel, de problemen in het onderwijs, de problemen in de zorg in het algemeen, de WAO. Dan kijk je toch verder dan 2002?

KOK:
Ja, maar of dat per se de opmaat naar paars 3 is kun je moeilijk zeggen natuurlijk, want daar moet de kiezer aan te pas komen. De kiezer zal zijn keuze moeten bepalen op 15 mei 2002, maar ik vind dat een kabinet ook in zijn laatste jaar wel de verplichting heeft om ambitieus te blijven, daar waar het gaat om het afronden van de eigen periode. Maar dat afronden van de eigen periode staat ook in het teken van een zeker perspectief voor de toekomst. Daar wordt een kabinet ook op beoordeeld. Ook ik zelf, als minister- president. Dus ik zal graag ook op de punten die u noemt, het zorgstelsel, kwaliteitsvragen inzake het onderwijs, een aanval op de arbeidsongeschiktheid, nog een bijdrage leveren in deze periode die nodig is en naar de mate waarin deze combinatie dat beter kan legt men ook een beter beeld op tafel met het oog op de toekomst en dan zal de kiezer moeten uitmaken welke partijen men in de toekomst weer wil.

GREYN:
Maar als u het over die onderwerpen heeft is er misschien ook wel een kiem voor veel nieuwe problemen?

KOK:
Jawel, maar we moeten de ogen toch niet sluiten voor grote samenlevingsvragen. De gezondheidszorg is niet alleen een kwestie van vaak te lange wachtlijsten en een te hoge werkdruk, maar ook een kwestie van het stelsel van volksgezondheid, de wijze van financiering. Wat zit er in het pakket?

GREYN:
Daar is veel meningsverschil over in de coalitie?

KOK:
Ja en juist ook buiten de coalitie. Dus we moeten juist weer eens proberen te kijken naar wat ons bindt en wat de elementen zijn waar je ook samen op verder kunt. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de arbeidsongeschiktheid. We weten dat daar nog advisering




plaatsvindt, de Commissie Donner, straks de Sociaal Economische Raad, maar hoe vind je dus ook een aantal ingrediënten voor een goed antwoord op die alsmaar stijgende arbeidsongeschiktheid. Dat is natuurlijk iets wat niemand fraai vindt in Nederland. We vinden het allemaal een groot probleem. Wat ik eigenlijk maar wil zeggen is dat die besprekingen over de begrotingen voor 2002 en daarna dikwijls over geld gaan, maar ook over dingen die niets met geld te maken hebben of heel afgeleid. En wat ik verder wil zeggen is dat als je je werk goed afmaakt in een vier-jaren-periode, je als vanzelf ook bezig bent met als het ware een zeker perspectief te formuleren voor de periode die komt. En naar de mate waarin een kabinet daar duidelijker op is laat het zich ook beter beoordelen op de vraag `hebben we voldoende vertrouwen in de partijen die thans tot de coalitie behoren?'

GREYN:
Het wordt een heel spannend jaar, maar het wordt ook een heel spannend jaar voor u zelf, want u moet een besluit gaan nemen of u wel of niet doorgaat. Heeft u daar al een beetje zicht op?

KOK:
Dat is niet iets waar tobberig over moet worden gedaan. Dat is natuurlijk iets wat iedere politicus die een periode van herverkiezing heeft zich stelt. Sommige hebben een vast dienstverband en die denken `ik wacht wel de komende vijf jaar of tien jaar of ik het leuk blijf vinden bij deze baas', maar zoals u weet komen politici voor verkiezing en herverkiezing in aanmerking...

GREYN:
Maar ze moeten zich dan wel beschikbaar stellen?

KOK:
...dus voor iedere politicus geldt ­ de leden van het kabinet, de leden van de Kamer, adspirant-leden van de Kamer ­ dat men zich de vraag gaat stellen in de komende maanden van `ben ik straks voor de kandidatenlijst beschikbaar'. Dus ik ben één van de zeer velen die deze vraag met het oog op de toekomst onder ogen moet zien. U hoeft zich daarover geen zorgen te maken. Ik kom daar wel uit.

GREYN:
U heeft daar niet al zich op?

KOK:
Ik kom daar goed uit.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, HJ)