Gemeente Maassluis

29-1-2001

Beantwoording vragen PvdA

Antwoorden op schriftelijke vragen PvdA over de dienstverlening tijdens de feestdagen.

Naar aanleiding van schriftelijke vragen die door de fractie van de Partij van de Arbeid op 29 december 2000 zijn ingediend met betrekking tot de dienstverlening in de periode tussen de afgelopen kerst en nieuwjaar, alsmede over de gladheidbestrijding heeft het college van burgemeester en wethouders van Maassluis een antwoordschrijven verzonden. De brief zal worden behandeld in de vergadering van de gemeenteraad op 6 februari 2001.
Het college beantwoordt de vragen van de PvdA als volgt:


1. Bent u met ons van mening dat het vreemd is, dat het stadhuis en zeker de dienstverlenende afdelingen tussen de kerst en nieuwjaar gesloten zijn.

2. Dat juist deze dagen geschikt zijn voor burgers om zaken te regelen op het stadhuis.

3. Bent u bereid om volgende jaren in het kader van de dienstverlening openstelling te garanderen.

Ad 1 t/m 3
De afgelopen jaren is gebleken dat in de periode tussen kerstmis en nieuwjaar weinig burgers gebruik maken van de dienstverlening in het stadhuis. Bij het informatiecentrum melden zich in die periode bijzonder weinig bezoekers voor de diverse afdelingen. Ook het aantal telefoongesprekken met medewerkers in het stadhuis is opvallend laag. Bij de afdeling burgerzaken is de hele maand december sprake van een dalperiode.
Voor de dienstverlening in het stadhuis wordt rond kerst en oud en nieuw meestal met een beperkte bezetting volstaan. Gelet hierop en het feit dat veel medewerkers verlof plegen op te nemen is het voor de hand liggend om in deze periode brugdagen aan te wijzen als verplichte verlofdagen.
In het afgelopen jaar deed zich een vrij uitzonderlijke situatie voor met veel zon- en feestdagen in een korte periode. Door drie dagen de dienstverlening voor het publiek te sluiten was het mogelijk om de meeste medewerkers een aaneengesloten periode van tien vrije dagen te verschaffen. Veel instellingen, waaronder de gemeente Maassluis, besloten hiertoe over te gaan. Deze maatregel is in voldoende mate bekend gemaakt in de gemeentelijke berichtgeving. In deze periode was in enkele gevallen gemeentelijke dienstverlening noodzakelijk. Zo was de afdeling burgerzaken op 27 en 29 december gedurende enige uren opengesteld voor het doen van aangifte van geboorte en overlijden.
In de komende jaren zal deze uitzonderlijke situatie zich niet meer voordoen. Wel zullen er brugdagen vallen welke geschikt zijn om te worden aangewezen als verplichte verlofdagen. Zo hebben wij al besloten om maandag 24 december en maandag 31 december 2001 aan te wijzen als verplichte verlofdagen. Dientengevolge zal de gemeentelijke dienstverlening dan voor het publiek gesloten zijn.
Bij de aanwijzing van verplichte verlofdagen maken wij uiteraard een afweging tussen de gevolgen voor de dienstverlening aan het publiek enerzijds en het belang van de organisatie anderzijds. Het spreekt daarbij vanzelf dat bij deze afweging gebleken behoeften vanuit de burgerij van doorslaggevende betekenis zijn. Wellicht ten overvloede merken wij nog op dat die aanwijzing overigens plaatsvindt na instemming van de ondernemingsraad en in overleg met het Georganiseerd Overleg.


4. Kunt u aangeven of het niet of onvoldoende strooien van de wegen op 28 december 2000 met de sluiting van het stadhuis te maken heeft. Zo ja bent u dan met ons van mening, dat dit ongewenst is.

Ad 4
De in het kader van de gladheidsbestrijding te volgen procedures staan uiteraard volledig los van de openingstijden van het stadhuis. Op uw opmerking dat er op 28 december 2000 niet of onvoldoende gestrooid is zullen wij in de beantwoording van uw vraag 5 nader ingaan.


5. Bent u met ons van mening dat:
· we veel waardering moeten hebben voor de mensen die op de strooiwagens zitten;

· een betere aansturing/instructie plaats zou moeten vinden;
· ook fietspaden direct begaanbaar gemaakt moeten worden en dat het niet kan dat na 12 uur zonder sneeuwval, de fietspaden op 28 december 2000 om 9:30 uur nog een ijsbaan zijn;
· ook 30 km gebieden dan berijdbaar zouden moeten zijn.
Ad 5
Uw stelling dat we veel waardering moeten hebben voor de mensen die op de strooiwagens zitten is ons uit het hart gegrepen. Dit willen wij nog aanvullen met de opmerking dat deze waardering niet alleen uitgaat naar de mensen op de strooiwagens maar ook naar hen die belast zijn met het aansturen van de strooiploegen. Voordat wij ingaan op uw opmerking over de aansturing en instructie van de strooiploegen willen wij eerst kort de gang van zaken bij de gladheidbestrijding toelichten.
Gladheidbestrijding geschiedt in drie fases: Bewaking/Alarmering en Bestrijding.


· Bewaking/Alarmering
De politie houdt tijdens de surveillance weer en weg in de gaten. Bij optredende gladheid waarschuwt de politie volgens een vast schema, vastgelegd in het Sneeuw- en IJsbestrijdingsplan, het voor gladheidsbestrijding geconsigneerde personeel. Met ingang van 1 januari 2001 is het bureau van politie in Maassluis s avonds en
s nachts gesloten. Hoewel de politie nog wel de weg- en weersomstandigheden tijdens de surveillance in de gaten houdt, zullen eventuele meldingen over gladheid via de centrale meldkamer in Rotterdam lopen. Bij optredende gladheid zal de politie voorts niet meer al het geconsigneerde personeel waarschuwen maar slechts één contactpersoon, die dan vervolgens het personeel moet waarschuwen. Dat deze werkwijze een verslechtering is van de tot nu toe gevolgde procedure en het adequaat reageren bij gladheid zeker niet ten goede komt, moge duidelijk zijn.
De mensen die belast zijn met de aansturing rekenen een snel reageren bij gladheid tot hun verantwoordelijkheid en hebben daarom gezocht naar mogelijkheden om hierin verbetering te brengen. Een mogelijkheid is gevonden in het per 1 december 2000 afsluiten van een Contract Neerslagbewaking met Meteo Consult. Meteo Consult volgt de lokale weersomstandigheden nauwkeurig en biedt daarover voortdurend via internet informatie met een prognose voor de komende 24 uur waarbij tevens wordt aangegeven of er kans bestaat op gladheid. Daarnaast kan telefonisch informatie worden ingewonnen over de verwachtingen.

Wanneer binnen één á twee uur neerslag in de vorm van sneeuw of ijzel wordt verwacht, dan benadert Meteo Consult telefonisch de mensen die met de aansturing van de gladheidbestrijding zijn belast, opdat zij direct actie kunnen ondernemen. In december heeft dit geresulteerd in het feit dat de strooiploegen al op de weg waren op het moment dat het begon te sneeuwen. Voorheen zouden de ploegen op dat moment nog moeten worden gealarmeerd.
Voor optredende gladheid als gevolg van een combinatie van de temperatuur van het wegdek, de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid is het moeilijker om betrouwbare voorspellingen te doen. Meteo Consult biedt daarvoor via internet wel een prognose van de omstandigheden waaronder in dat geval gladheid zou kunnen optreden. Of en waar deze gladheid ook daadwerkelijk op zal treden blijft echter altijd onzeker. Dergelijke omstandigheden kunnen zelfs binnen een relatief klein gebied als Maassluis nog van plaats tot plaats verschillen. Naast de prognoses van Meteo Consult blijven we daarvoor ook afhankelijk van de waarnemingen van zowel politie als het personeel dat belast is met de aansturing van de strooiploegen.


· Bestrijding
In het eerder genoemde Sneeuw- en IJsbestrijdingsplan hebben wij de routes en plaatsen vastgelegd waar na alarmering direct moet worden gestrooid. Daarbij is onderscheid gemaakt naar het moment van het etmaal waarop gladheid optreedt.
Voor de situatie dat gladheid tijdens de nacht optreedt of wordt verwacht is één nachtroute vastgesteld die door één ploeg wordt gestrooid. Deze route beslaat de belangrijkste verkeersroutes van Maassluis, met uitzondering van de fietspaden. Wanneer gladheid na s morgens 5 uur nog aanwezig is, optreedt of wordt verwacht dan wordt op een meer uitgebreid routestelsel van totaal zes routes, inclusief alle fietspaden langs de hoofdroutes, door evenzoveel ploegen gestrooid.
Uiteraard wordt, indien de omstandigheden dat vragen, op de routes meerdere malen gestrooid.

Zoals we hiervoor hebben aangegeven worden de fietspaden op gelijke wijze behandeld als de overige wegen. Op 27 en 28 december 2000 is dat niet anders geweest. Op 27 december zijn de fietspaden, direct nadat de alarmering voor sneeuwval was ontvangen, gestrooid. Dit is tijdens de sneeuwval herhaald en na de sneeuwval zijn de fietspaden nog eens met de sneeuwschuif schoongemaakt en opnieuw gestrooid. Op 28 december zijn de fietspaden s morgens rond acht uur opnieuw gestrooid. Wil het strooien voldoende effect sorteren dan is het van belang dat het wegenzout met de neerslag wordt gemengd. Deze menging moet door het verkeer worden bewerkstelligd. Op de drukbereden wegen treedt dit proces vanzelf in werking. Fietspaden worden echter niet altijd even druk bereden. Dit kan er dan toe leiden dat, ondanks alle moeite die de strooiploegen zich getroosten om de fietspaden berijdbaar te maken of te houden, niet altijd het beoogde effect wordt bereikt. Dat toch gladheid op sommige paden optrad, is dan ook niet het gevolg van een falend strooibeleid of een gebrekkige aansturing.

Bij het opnemen van alle 30 km gebieden in de strooiroutes speelt in principe dezelfde problematiek als bij de fietspaden. Ook hier is veelal sprake van wegen met zeer weinig verkeersbewegingen waardoor het strooien niet altijd het gewenste effect sorteert. Niettemin wordt bij langdurige gladheid waar mogelijk de strooicapaciteit, die vrijkomt als de drukke verkeersaders "zichzelf schoon houden", ingezet voor de gebieden die formeel geen deel uitmaken van de routes uit het Sneeuw- en IJsbestrijdingsplan.

Met het vorenstaande hebben wij impliciet uw vraag inzake de aansturing en instructie van de strooiploegen beantwoord. Voor alle duidelijkheid; wij delen uw mening absoluut niet, integendeel, we zijn uiterst tevreden over de wijze waarop een plan op papier -wat het Sneeuw- en IJsbestrijdingsplan toch uiteindelijk is- in de praktijk tot uitvoering wordt gebracht.

De vragen en antwoorden zullen worden geplaatst op de agenda van de raadsvergadering van 6 februari 2001.