Persbericht drs Wim van Velzen
29 januari 2001
hard Europees ingrijpen
op mobiele telefoonmarkt
Brussel. Nieuwe Europese wetgeving zal hard ingrijpen op de mobiele
telefoonmarkt. Het in het buitenland gebruiken van een gsm-toestel,
roaming, is namelijk nog steeds veel te duur. Dit komt omdat de
verschillende telefoonmaatschappijen elkaar bij roaming-contracten
extra hoge prijzen berekenen. De klant betaalt hiervoor de
rekening. In het kader van een algemene herziening van de Europese
telecomwetgeving heeft CDA-Europarlementariër Wim van Velzen
amendementen ingediend om dit tegen te gaan.
Het gaat om zogenaamd verboden parallel gedrag van de verschillende
telefoonmaatschappijen. Mede naar aanleiding van schriftelijke
vragen van Wim van Velzen publiceerde de Europese Commissie in
december 2000 een voorlopig werkdocument naar misbruik bij roaming.
Enkele van de voorlopige conclusies hieruit zijn dat buitensporig
hoge prijsstelling en geheime prijsafspraken waarschijnlijk
betrekking hebben op zowel het niveau van de groothandelstarieven
als de toegevoegde marges die in de detail-verkoop van toepassing
zijn. Bovendien hanteren verscheidene mobiele operators in een
aantal nationale markten vrijwel identieke groothandelstarieven,
hetgeen een afspiegeling lijkt van gecoördineerde prijsafspraken of
stilzwijgende afspraken. In sommige van deze markten passen mobiele
operators ook identieke verkoopprijzen toe.
Ook de vijftien Europese telecomtoezichthouders, zoals de
Nederlandse OPTA, en de verschillende Nationale
Mededingingsautoriteiten vinden dat de telefoonmaatschappijen
bovenmatige winsten halen bij het bellen van en naar een gsm in het
buitenland. Van Velzen: "Blijkbaar gebruiken de telefoonbedrijven
het roamen als melkkoe. In de onderlinge contracten spelen de
bedrijven elkaar de bal toe en gunnen ze elkaar bovenmatige winsten
ten koste van de gebruiker." In zijn amendement wil Van Velzen dat
de telefoonmaatschappijen voorafgaand aan de totstandkoming van een
internationaal gesprek de prijs daarvan via het display van het
gsm-toestel bekend moeten maken. De techniek hiervoor is al
opgenomen in de gsm-standaard en de maatregel is daarom makkelijk
uitvoerbaar. Daarnaast wil hij een einde maken aan de hoge prijzen
door wettelijk voor te schrijven dat de aangerekende prijs een
relatie moet hebben met de kosten van het gesprek. Soortgelijke
wetgeving bestaat al voor het vaste telefoonnet, en is onderdeel
van de huidige interconnectierichtlijn.
Van Velzen heeft ook een amendement ingediend om de kosten van het
bellen van vast naar mobiel in de hand te houden. Op dit ogenblik
is het duurder om te bellen van een vast toestel naar een gsm dan
andersom. Dit komt omdat bij het bereiken van een mobiele beller de
gsm maatschappij een monopoliepositie heeft. In dit tweede
amendement wil Van Velzen dat ook de prijsvorming voor het
zogenaamde "call-termination vast-mobiel" plaatsvindt op basis van
de werkelijke kosten. Soortelijke wetgeving bestaat al voor vaste
telefoonverbindingen.
Tot slot wil Van Velzen een onderzoek naar "carrier pre-selectie"
en "mobiele virtuele netwerkoperators". Op het vaste telefoonnet
zijn dit soort bedrijven al actief en hebben de consumentenprijzen
voor het bellen doen dalen. Van Velzen wil dat de Europese
Commissie de mogelijkheden hiervan voor het mobiele netwerk
onderzoekt.
Van Velzen: "Ik constateer dat er bij roaming en call termination
geen eerlijke en transparante marktwerking aanwezig is. Hierdoor
zijn de eindprijzen veel te hoog en dalen de prijzen niet of
nauwelijks, terwijl dat bij andere deelmarkten wel het geval is.
Zolang de sector dit zelf niet oplost moeten we wel met regelgeving
komen. Het is overigens mijn bedoeling om geen star wetgevend kader
te scheppen, zodra er transparante en eerlijke concurrentie op dit
gebied ontstaat, is dit overheidsingrijpen niet meer nodig."
De amendementen hebben betrekking op de ontwerprichtlijn "Toegang
tot en interconnectie op electronische communicatie netwerken en
aanverwante diensten". Het betreft medewetgeving waardoor zowel het
Europees Parlement als de Raad van Ministers amendementen kunnen
indienen en beide het veto-recht hebben. De eerste stemming vindt
plaats op 6 februari as. in de Industriecommissie van het Europees
Parlement. -einde bericht-
Woordvoerder: Wim van Velzen, tel 0032-2-28.45.623