IHC Caland NV

DRUKKE TIJDEN

Hoogtepunten


· Ondanks het feit dat het jaar 2000, in het bijzonder voor de offshore sector, een moeizaam en vaak frustrerend jaar was, heeft IHC Caland haar verwachte jaarwinst van ¤ 75 miljoen (¤ 2,68 per aandeel) gerealiseerd. Dit betekent een toename van ongeveer 8% ten opzichte van de winst over 1999 van ¤ 69,5 miljoen (¤ 2,51 per aandeel). De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten nam toe met 21% van ¤ 132 miljoen tot ¤ 160 miljoen (¤ 5,71 per aandeel);

· De marges verbeterden gedurende het jaar, zowel op de turnkey projecten alsmede door de toenemende invloed van de FSO/FPSO vloot. Eenheden nummer 10 en 11 kwamen in bedrijf, met daarbij als meest aansprekende de Espadarte FPSO van Petrobras, die zowel vóór de geplande leverdatum als binnen het budget werd afgeleverd. Deze eenheid is de grootste en meest complexe door een aannemer geleasde en geëxploiteerde FPSO ter wereld. De eenheid staat voor 13 jaar bij Petrobras onder contract;

· De orderontvangst van de bagger- en gespecialiseerde scheepsbouwsector van de groep bereikte een recordhoogte van ¤ 778 miljoen, waarmee een zeer bevredigende bezetting van deze capaciteit van de groep tot ver in 2002 werd zekergesteld;

· Ondanks dat de gemiddelde olieprijs een recordhoogte bereikte, werd het jaar gekarakteriseerd door het uitstellen van tenderaanvragen en opdrachten. Dit had velerlei oorzaken waaronder integratieprocessen na fusies van de grote oliemaatschappijen, overheidsbemoeienis, en de onzekerheid omtrent de ontwikkeling van de olieprijs op middellange termijn. Zoals al in ons halfjaarbericht werd aangegeven, hebben deze vertragingen belangrijke gevolgen voor de groep wat betreft de opleveringsdata en winstneming in het jaar 2001;

· Ondanks het te verwachten lage niveau van afleveringen in de offshore sector, en vooropgesteld dat er zich geen belangrijke onvoorziene problemen aandienen, verwacht de directie over het jaar 2001 een winst te behalen van tenminste ¤ 75 miljoen;


· Over het geheel genomen is de directie optimistisch over de mogelijkheden voor de groep op middellange termijn. Het jaar 2000 werd afgesloten met de opdracht voor de eerste fase van een contract voor een 'generieke' FPSO voor een grote internationale oliemaatschappij, en er bestaat geen enkele twijfel dat er in de loop van 2001 nog een groot aantal projecten op de markt komt.

1. Financiële resultaten


In 2000 nam de nettowinst na belastingen van IHC Caland met ongeveer 8% toe van ¤ 69,5 miljoen (¤ 2,51 per aandeel) tot
¤ 75 miljoen (¤ 2,68 per aandeel).

Alle belangrijke groepsmaatschappijen leverden een positieve winstbijdrage.

Zoals eerder gezegd droeg de vloot van FPSO's en FSO's die worden geleasd en geëxploiteerd door de groep belangrijk bij tot het jaarresultaat. De Kuito FPSO, die wordt geleasd door CABGOC in Angola, maakte haar eerste volledige dienstjaar vol. Ook konden de bouw en de oplevering van de Espadarte FPSO voor Petrobras en de Yetagun FSO voor Premier Oil tijdig worden gerealiseerd. Beide eenheden werden in het midden van het jaar in bedrijf gesteld. Het rendement op het gemiddeld geïnvesteerde vermogen zal geleidelijk stijgen aangezien alle lease-eenheden nu aan de winst en de kasstroom bijdragen.

Afgeleverde opdrachten bedroegen
¤ 832 miljoen in vergelijking met ¤ 1.229 miljoen over het jaar 1999.

De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg ¤160 miljoen en was hoger dan in 1999 (¤132 miljoen) als gevolg van de gestegen nettowinst, en vanwege de toegenomen afschrijvingen door het hogere aantal operationele FPSO's en FSO's. De balans per ultimo 2000 blijft zeer sterk met een totaal aan liquide middelen van ¤ 279 miljoen (1999: ¤199 miljoen).


2. Nieuwe opdrachten


Het totaal aan nieuwe opdrachten in 2000 bedroeg ¤ 1.393 miljoen tegenover ¤831 miljoen in 1999.

Nieuwe opdrachten, zowel voor de offshore olie-industrie als met name in de baggerbouwsector, betroffen de levering van schepen en materieel waarbij binnen de groep ontwikkelde nieuwe technologie wordt toegepast. De totale winstmarge op deze nieuwe orders is bevredigend.

De nieuw geboekte opdrachten betroffen:


· Een contractverlenging door Petrobras van het eind 1998 verkregen achtjarige leasecontract voor de Espadarte FPSO met nog eens 5 jaar;

· Een opdracht van de Halliburton Groep voor het ontwerp, de levering en een afmeersysteem (SYMP, Soft Yoke Mooring Platform) en de installatie van een FPSO voor het E.A. olieveld. De operator van dit olieveld is Shell Petroleum Development of Nigeria Ltd. (SPDC);

· Een CALM-boei voor een afnemer uit het Midden Oosten alsmede een compleet CALM-afmeersysteem, te installeren voor de kust bij Lagos, Nigeria;

· Een zogeheten FEED studie (Front End Engineering and Design) samen met Brown & Root Energy Services voor de ontwikkeling van een grote FPSO en laad/lossysteem bestemd voor het in zeer diep water gelegen blok 15 van Exxon, bij Angola;

· De levering van een nieuwbouw FSO voor het Amenam-veld van Elf Nigeria, waarbij het casco zal worden gebouwd door Hyundai Offshore Division in Korea;

· Een opdracht van een grote internationale oliemaatschappij om de ontwerpwerkzaamheden en andere, qua doorlooptijd, kritische activiteiten uit te voeren voor de fel begeerde 'generieke' FPSO met een levertijd van 22 maanden. Naar verwachting zal dit midden 2001 uitmonden in een lange termijn lease/exploitatie contract voor een veld in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan;

· Het basisontwerp alsmede de levering van gepatenteerde hardware voor 's werelds grootste zelfheffende boorplatform, in aanbouw bij HHI in Korea, voor het A.P. Möller concern; een optie voor een tweede eenheid zal naar verwachting binnenkort worden uitgeoefend;

· Omvangrijke engineeringwerkzaamheden voor de "Pieter Scheltes" van Excalibur (Allseas), een schip bestemd voor het ontmantelen van offshore platforms;

· Een 12.000 m3 hopperzuiger voor CHEC (China Harbour Engineering Corporation);

· Levering van een 5.000 m3 hopperzuiger voor D.B.M. (DEME Building Materials), België;

· Een kopie van de 4.900 m3 hopperzuiger "Waterway" voor Westminster Dredging Ltd. UK;

· Een 2.000 m3 zand- en grindzuiger voor de Franse baggeraannemer CETRA (Compagnie Européenne de Transports de L'Atlantique) ;

· Een 1.200 m3 hopperzuiger voor de Port Authority of Sri Lanka;

· Veertien Beaver standaardzuigers voor afnemers in Bangladesh, India, IJsland, Frankrijk, Duitsland en Rusland alsmede negen ontwerp- en onderdelenpakketten voor de bouw van standaard Beavers in China, als onderdeel van het z.g. "100 zuigers programma";

· Een grote Ro-Pax veerboot voor Brittany Ferries, Frankrijk. De veerboot zal 2.200 passagiers kunnen vervoeren en heeft een autovervoerscapaciteit van 2.250 meter;

· Een grote Ro-Pax veerboot voor SNCM FERRYTERRANÉE, Frankrijk. Dit schip zal 550 passagiers kunnen vervoeren en heeft een autocapaciteit voor 160 vrachtwagen-opleggercombinaties en 130 auto's;

· Een kabellegger voor Global Marine Systems, Verenigd Koninkrijk;

· Een multi purpose offshore support vessel voor Toisa Ltd. Verenigd Koninkrijk;

· Twee luxe zeegaande passagiersschepen voor opdrachtgevers, welke anoniem wensen te blijven;

· Een roestvrijstalen chemicaliëntanker voor rederij Unifleet, Nederland;

· Vier rivierpassagiersschepen voor rederij K.D. Triton AG, Zwitserland;

· Twee 28 meter lange 'multi-purpose' bedrijfsvaartuigen voor het Gemeentelijk Havenbedrijf van Amsterdam, bestemd voor onder meer brandblustaken, patrouillevaart en duw/sleepactiviteiten;

· Een Azimuth aangedreven sleepboot voor Thetis, Nederland;

· Het ontwerp en de levering van een signaleringssysteem voor de metro van Hong Kong en van check-in balies, taxibaansignaleringssystemen en bijbehorende leveringen voor de vliegvelden van onder andere Fort Lauderdale, Caïro, Zurich, Warschau en voor het vliegveld Ben Gurion.
Een recente nog niet eerder aangekondigde opdracht betreft:


· Een 13.700 m3 hopperzuiger voor de Belgische aannemer DEME; dit is een zusterschip van de in 1998 aan DEME afgeleverde "Lange Wapper".

3. Orderportefeuille per 31 december 2000.
De orderportefeuille eind 2000 nam toe tot ¤2.849 miljoen in vergelijking met ¤ 2.169 miljoen ultimo 1999. In de orderportefeuille zijn mede begrepen de nominale waarden van de elf leasecontracten voor FPSO's en FSO's van de groep.


4. Vooruitzichten voor 2001

In de zomer van 2000 werden in de offshore sector twee nieuwe eenheden aan de lease- en exploitatievloot toegevoegd. 2001 is daarom van start gegaan met alle elf eenheden van de vloot werkend voor rekening van de klant. Dit levert een stevig fundament op voor de winst en de kasstroom.

Weliswaar verbeterde ten opzichte van 1999 de orderontvangst van leveringscontracten in de offshore sector, doch de orderontvangst kwam later dan aanvankelijk werd verondersteld. Met uitzondering van de echt kortlopende opdrachten, zullen deze nieuwe contracten dan ook geen invloed meer hebben op de resultaten van 2001, behalve op de dekking van indirecte kosten.

In de bagger-/gespecialiseerde scheepsbouw wordt een met het jaar 2000 vergelijkbaar beeld verwacht. De orderontvangst zal naar verwachting weer aanzienlijk zijn, hoewel het recordniveau van verleden jaar misschien niet zal worden gehaald. De Nederlandse regering heeft bevestigd dat de scheepsbouwsteun per einde 2000 is beëindigd, maar deze zal in feite over een paar jaar worden uitgesmeerd zodat dit geen direct effect zal hebben op 2001. Ook is te verwachten dat de concurrentie van Korea iets minder agressief zal zijn omdat de werven daar volgeboekt zijn.

Zoals eerder genoemd betekent de late orderontvangst in combinatie met lange doorlooptijden dat het niveau van afleveringen in de offshore sector relatief laag zal zijn. Desondanks verwacht de directie, vooropgesteld dat er zich geen grote onvoorziene problemen aandienen, een winst te behalen van tenminste ¤ 75 miljoen.


5. Marktontwikkelingen in 2001

5.1 Algemeen

In beide markten waarin de groep opereert zal de vraag naar verwachting hoog zijn. Een tot op heden ongekende groei van de E&P (exploratie en productie) budgetten voor 2001 wordt voorspeld. Er wordt verwacht dat een groot aantal opdrachten zal worden aanbesteed en de groep verwacht daarvan een behoorlijk aandeel te verwerven. Het lijkt erop dat de vaak genoemde stremming van projecten langzamerhand wordt doorbroken, vooral in West Afrika.

In de bagger-/gespecialiseerde scheepsbouw-sector is de laatste jaren sprake geweest van een stabiele marktontwikkeling en deze wordt ook voor 2001 verwacht. Wel heeft de samenstelling van het productenpakket in die periode een aanzienlijke verandering ondergaan, van een periode met veel jumbo hopperzuigers naar grote en middelgrote breed inzetbare zuigers afgewisseld door RoPax veerboten en diverse offshore schepen nu.

5.2 De offshore sector

De concurrentie in deze markt zal naar verwachting aanvankelijk hevig zijn als gevolg van het geringe volume aan projecten gedurende de laatste jaren. Enige prijsdruk kan daarom op de korte termijn worden verwacht, maar de vooruitzichten op middellange termijn zijn veelbelovend. De trend dat oliemaatschappijen in diep water gelegen velden met grote reserves in ontwikkeling brengen zet door, en hier vormen de FPSO's van de groep naar alle waarschijnlijkheid de beste economische oplossing.

Gedurende de laatste paar jaar heeft de groep enkele strategisch belangrijke initiatieven in gang gezet of verder versterkt:


· Het ontwikkelen van eigen kennis van het ontwerpen en fabriceren van de z.g. topsides (de procesinstallatie);
· Verplaatsing van het kantoor in de VS naar Houston en uitbreiding van de SBM-Imodco capaciteiten op deze strategische locatie;
· Het regelmatig gestructureerd terugkoppelen van de operationele ervaring van de groeiende FPSO/FSO vloot van de groep, hetgeen een voortdurende verbetering en optimalisering mogelijk maakt van het "fit for purpose" ontwerpen van nieuwe eenheden. (De in 2000 aan Petrobras geleverde Espadarte FPSO is daarvan een goed voorbeeld).
De groep verwacht de komende jaren in belangrijke mate van deze strategische initiatieven te kunnen profiteren. Bovendien is de verwachting dat de nauwe samenwerking die met verschillende toonaangevende partners in de offshore sector is aangegaan, weer haar vruchten zal afwerpen voor zowel deze partners als voor SBM.

Tenslotte zal, zoals het er nu naar uitziet, de inzet van FPSO's in de Gulf of Mexico mogelijk worden, zodat ook daar verdere uitbreidingsmogelijkheden voor de groep ontstaan.

5.3 De bagger-/gespecialiseerde scheepsbouw
sector

Voor 2001 wordt een bevredigende orderontvangst verwacht, ondanks het beëindigen van de scheepsbouwsteun in Europa. In dit kader bezien is het einde van de subsidies binnen Europa potentieel positief voor de Nederlandse werven, gezien het in vergelijking met de rest van Europa relatief lage steunniveau in Nederland. De concurrentiepositie ten opzichte van de niet-Europese werven kan natuurlijk verslechteren, maar dit heeft nagenoeg geen invloed aangezien de werven van de groep actief zijn in deelmarkten waarin voornamelijk sprake is van Europese concurrentie. Het ziet ernaar uit dat 2001 het jaar wordt van de middelgrote zuigers, waarbij het streven om de operationele kosten te minimaliseren de aanjager van de investeringen is. Op een breed front wordt een vervanging van oude tonnage verwacht, naast een voortdurende vraag naar de standaard Beaver serie van klein baggermaterieel. De vraag naar RoPax veerboten zal, gedreven door veiligheidsoverwegingen, blijven bestaan, met daarnaast de doorlopende vraag naar offshore werkschepen en kabelleggers. Tenslotte zal de groeiende "leisure-markt" naar verwachting verdere kansen bieden voor het verwerven van opdrachten voor bijvoorbeeld rivierpassagiersschepen, luxe kleinere passagiersschepen e.d.

Alle werven uit de groep zijn tot ver in 2002 bezet.


6. Conclusie

Zoals reeds eerder werd gesteld was 2000 een moeizaam jaar voor de offshore sector, waarin het verder uitstellen van opdrachten het onvermijdelijke effect heeft gehad op het moment waarop de winst kan worden genomen. Desondanks is de directie optimistisch over de kansen van de groep op de middellange termijn en is ze ervan overtuigd dat ze deze kansen in klinkende munt zal weten om te zetten.



2000Definitieve resultaten  Persbericht2 april 2001 
2000Definitieve resultaten  Persconferentie 
(14.00 uur IHC Caland, Schiedam) 
2 april 2001 
2000Definitieve resultaten  Presentaties aan financiële analisten (Amsterdam en Londen) 
3 april 2001 
2000JaarverslagMei 2001 
2001Algemene vergadering van aandeelhouders8 juni 2001 
2001Resultaten over het eerste halfjaar - Persbericht3 september 2001 
2001Resultaten over het eerste halfjaar  Persconferentie 
(14.00 uur IHC Caland, Schiedam) 
3 september 2001 
2001Resultaten over het eerste halfjaar  Presentaties aan financiële analisten (Amsterdam en Londen) 
4 september 2001 

8. Bedrijfsprofiel

IHC Caland is leverancier van materieel voor de offshore olie- en baggerindustrie alsmede speciale schepen voor de scheepvaart. IHC Caland N.V. is een aan de beurs genoteerde Nederlandse houdstermaatschappij van een internationale groep van maritiem-technische bedrijven. Het werkterrein van de groep is wereldwijd en omvat het ontwerpen en leveren van werktuigen/schepen en complete systemen aan de offshore olie-industrie, de baggerindustrie, de scheepvaart en de natte mijnbouwindustrie. In hoofdzaak betreft het olie productie- opslag- en overslagsystemen gebaseerd op het éénpunts-afmeersysteem, hydraulische heiblokken, 'custom-built' en standaard werktuigen voor de baggerindustrie en de natte mijnbouw en 'custom-built' schepen zoals Ro-Pax veerboten met passagiersaccommodatie en kabelleggers. De groep heeft tevens 'Floating Production and Storage Systems' (FPSO's/FSO's) in eigendom en operationeel beheer, welke op basis van langdurige overeenkomsten aan oliemaatschappijen worden verhuurd. Tevens gaat het om gespecialiseerde engineering-diensten zoals het ontwerpen van dynamisch gepositioneerde boorschepen, 'jack-up' boorplatforms, 'jack-up' platforms voor de civiele aannemerij en voor accommodatie van personeel, offshore kranen met een groot hefvermogen, hefsystemen, half afzinkbare kraanschepen en andere werkschepen.

De directie Schiedam, 29 januari 2001

Regards,
Brenda Cresswell
Assistant to the Board of Management
IHC Caland N.V.
Postbus 31
3100 AA Schiedam
The Netherlands

Telephone : +31 10 2466981
Telefax : +31 10 2466990
E-mail brenda.cresswell@ihccaland.nl