http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=408174
Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Westelijk Halfrond Afdeling Midden-Amerika en Caraïbisch gebied Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 29 januari 2001 Auteur Drs. M.C. van Koldam
Kenmerk DWH/MC-503/00 Telefoon 070 - 3486062
Blad /2 Fax 070 - 3485472
Bijlage(n) 1 E-mail mc-van.koldam@minbuza.nl
Betreft Uw verzoek betreffende de heer D. Bouterse
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier van Uw Commissie d.d. 20
oktober jl. no.2000/83, kan ik U mede namens de minister van Justitie als
volgt informeren.
Tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
op
2 november 1999 heb ik reeds aangegeven dat de inspanningen van de
Nederlandse regering onverkort gericht zijn op een aanhouding en uitlevering
aan Nederland van de heer D. Bouterse indien hij zich buiten Suriname
begeeft. Ik gaf daarbij aan dat alle terzake benodigde maatregelen zijn en
worden genomen. Operationele informatie kan echter in het belang van een
succesvolle opsporing en daadwerkelijke uitlevering niet worden verstrekt.
Mede daarom kan ik uw verzoek slechts summier en in algemene bewoordingen
beantwoorden.
In het geval van Trinidad en Tobago is geconcludeerd dat een nieuw
bilateraal uitleveringsverdrag nodig is om een mogelijke toevlucht van de
heer D. Bouterse tot dit land te verhinderen; ik verwijs hierbij naar mijn
antwoord mede namens de minister van Justitie op vragen van de Tweede Kamer,
ingezonden 24 augustus 1998.
Een ontwerp-uitleveringsverdrag is reeds in april 1998 aan Trinidad en
Tobago voorgelegd; na herhaaldelijk aandringen, o.m. via HMA te Port of
Spain, is
30 november vorig jaar eindelijk een eerste commentaar ontvangen van de
autoriteiten van Trinidad and Tobago.
De autoriteiten van Trinidad en Tobago zal nu bericht worden dat Nederland
van oordeel is dat het gelet op het door Trinidad en Tobago gegeven
commentaar mogelijk zou moeten zijn de onderhandelingen op basis van de
voorliggende tekst af te ronden en dat zij daartoe worden uitgenodigd.
Het bestaan van een verdrag biedt nog geen absolute garantie tot
uitlevering. Afgezien van de juridische aspecten is een besluit tot
uitlevering in veel landen uiteindelijk een politieke beslissing. Om deze
besluitvorming waar mogelijk te beïnvloeden worden de buitenlandse
autoriteiten via de Nederlandse autoriteiten regelmatig op de hoogte
gehouden van de ontwikkelingen in de strafzaak, waarbij wordt aangedrongen
op aanhouding en uitlevering van betrokkene, mocht hij zich op hun
grondgebied begeven.
Alle inspanningen ten aanzien van uitleveringsmogelijkheden zijn niet bij
voorbaat beperkt tot het Caraïbisch gebied, maar zijn gericht op een grotere
groep van landen die kunnen gelden als potentiële reisdoelen van de heer D.
Bouterse.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Kenmerk
Blad /1
===