CES/01/2
Brussel, 29 januari 2001
ESC brengt advies uit over seksediscriminatie en seksuele
intimidatie op het werk
Tijdens zijn zitting van 25 januari 2001 heeft het ESC een advies
goedgekeurd over het voorstel van de Commissie tot wijziging van
Richtlijn 76/207/EEG over de gelijke participatie van mannen en
vrouwen op de arbeidsmarkt. Het ESC staat achter dit voorstel en
vindt het vooral een goede zaak dat de definitie van seksuele
intimidatie nu voor het eerst in een richtlijn wordt opgenomen.
Het is met name van belang dat uit de definitie van seksuele
intimidatie blijkt dat het hierbij om seksediscriminatie op de
werkplek gaat. Werknemers en bedrijven zullen baat hebben bij de
bestrijding van dit - veel voorkomende - probleem. De EU is al
sinds lang van mening dat seksuele intimidatie indruist tegen het
beginsel van gelijke behandeling en afbreuk doet aan de
waardigheid van vrouwen en mannen op het werk.
Voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen is het van
wezenlijk belang dat iedereen recht heeft om zelf een
beroepsbezigheid uit te oefenen en in zijn eigen onderhoud te
voorzien. Willen onze sociale systemen overeind blijven, dan is
het noodzakelijk dat meer vrouwen zich op de arbeidsmarkt begeven.
Dit klinkt ook duidelijk door in het werkgelegenheidsbeleid van de
EU en in de conclusie van de Raad van Lissabon dat het aantal
werkende vrouwen moet toenemen van de huidige 51% tot ruim 60% in
2010.
Dit advies hangt nauw samen met een ander advies over een
communautaire raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en
vrouwen (2001-2005), dat het ESC op 30 november 2000 heeft
uitgebracht. Hierin gaat het ESC in op vijf onderwerpen die van
cruciaal belang zijn voor het beleid inzake gelijke behandeling:
economisch leven, gelijke deelname en vertegenwoordiging, sociale
rechten, civiel leven, rolpatronen en stereotypen. Het gaat om een
tweeledige strategie: aan de ene kant een proactief beleid
(mainstreaming, dat wil zeggen dat de doelstelling "gelijke
behandeling" in alle beleidsterreinen wordt opgenomen), aan de
andere kant een reactieve aanpak (positieve maatregelen).
Ook de samenleving moet ervoor zorgen dat zowel mannen als vrouwen
de opvoeding van kinderen met een betaalde baan kunnen combineren.
De sociale wetgeving en sociale afspraken zijn voor gelijke
behandeling van wezenlijk belang. Terecht wil de Commissie steun
verlenen aan informatie- en onderwijscampagnes over de
mensenrechten van vrouwen, zowel in de EU als in de
kandidaat-lidstaten. Negatieve en stereotiepe beelden van vrouwen,
met name in de media en in onderwijsmateriaal, dragen ertoe bij
dat de gelijke behandeling in de samenleving te wensen overlaat.
Daarom moet al op school worden begonnen met maatregelen om
bepaalde gedragspatronen te veranderen.
Ten slotte wijst het ESC erop hoe belangrijk het is dat NGO's, die
in dit verband een doorslaggevende rol spelen, worden betrokken
bij de activiteiten ter bevordering van gelijke behandeling.
De rapporteur van beide adviezen was Christina Wahrolin,
voorzitster van de Zweedse vereniging van slechthorenden en lid
van Zwedens nationale gehandicaptenvereniging.
Voor meer inlichtingen over het Europese ESC en zijn werkzaamheden
kan contact worden opgenomen met
de heer Anders Cato, ESC-persdienst, tel. 32 2 546 95 86, e-mail:
anders.cato@esc.eu.int