Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=408171



Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG DIE Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 29 januari 2001 Auteur M.Th. Crucq

Kenmerk DIE-71/01 Telefoon 070 348 48 76

Blad /1 Fax 070 348 40 86

Bijlage(n) 3 E-mail die-in@minbuza.nl

Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

C.c.

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

Onze behoeften en verantwoordelijkheden op elkaar afstemmen - milieuaangelegenheden integreren in de economische politiek. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement.

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende alcoholgebruik door kinderen en adolescenten.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over GALILEO.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Fiche 1: Integratie milieu-aangelegenheden

Titel:

Onze behoeften en verantwoordelijkheden op elkaar afstemmen - milieuaangelegenheden integreren in de economische politiek. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement.

Datum raadsdocument
: 28 september 2000

nr. Raadsdocument
: 11757/00

nr. Commissie-document
: COM(2000) 576 def.

Eerstverantwoordelijke Ministerie
: EZ i.o.m. VROM en FIN

Behandelingstraject in Brussel
:

Mededeling is besproken in de Ecofin Raad van 17 oktober 2000. Uiteindelijk zal de mededeling onderdeel moeten gaan uitmaken van een brede strategie inzake milieu-integratie en duurzame ontwikkeling die in juni 2001 aan de Europese Raad zal worden voorgelegd.

Consequenties voor EG-begroting in EURO per jaar
: n.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De Europese Raad van Helsinki (december 1999) heeft de Raad verzocht om tijdens de Europese Raad van Götenborg (juni 2001) een strategie voor milieu-integratie en duurzame ontwikkeling voor te leggen. De in de mededeling voorgestelde strategie voorziet niet in een nieuw proces, maar eerder in het gebruik van de bestaande instrumenten: jaarverslagen van de lidstaten over structuurhervormingen en globale richtsnoeren voor het economisch beleid. De globale richtsnoeren voor het economisch beleid moeten er voor zorgen dat consistente beleidsmaatregelen inzake duurzame ontwikkeling worden voorgesteld.

Concrete voorstellen zijn o.a.:

milieubescherming met meer intensief gebruik van marktconforme instrumenten dient een van de uitgangspunten te zijn voor het economisch beleid en de aanbevelingen inzake kwaliteit en houdbaarheid van de openbare financiën;

meer gebruik maken van milieubelastingen o.a. ter verbreding van de belastinggrondslag;

tegelijkertijd meer concurrerend en gevoeliger voor prijssignalen maken van de markten waarop deze instrumenten worden toegepast;

afschaffing van milieuschadelijke subsidies (gelijk het model dat geldt voor tegengaan van schadelijke belastingsconcurrentie);

onderzoek door de Raad naar de positieve en negatieve ecologische gevolgen van nationale belastingstelsels;

spoedig aannemen door de Raad van het energiebelastingvoorstel van de Commissie.

Uitgaande van het bovenstaande stelt de Commissie voor de onderstaande punten tot de hoofdelementen te maken van een communautaire strategie. De punten zijn:

een doorzichtige, geleidelijke en geloofwaardige aanpak door onderbouwde doelstellingen en kosten/baten in beeld te brengen;

onderzoek naar milieueffecten integreren in proces van multilateraal toezicht op de structuurhervormingen - evenals de wijze waarop milieubeleid economisch hervormingsproces beïnvloedt;

ontwikkeling van milieu-indicatoren waarmee bij de opstelling van globale richtsnoeren voor het economische beleid rekening moet worden gehouden;

effect belasting en uitgavenbeleid op milieu-integratie en doelmatigheid economische instrumenten;

gebruik passende mix van marktinstrumenten en regelgeving.

Rechtsbasis van het voorstel:

De Europese Raad van Helsinki heeft de Raad verzocht om tijdens de Europese Raad van juni 2001 een strategie voor milieu-integratie en duurzame ontwikkeling voor te leggen. De Raad draagt zorg voor de coördinatie van het algemeen economisch beleid van de lidstaten (art. 202 EU-Verdrag).

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief. Een communautaire benadering is op haar plaats aangezien het integratie van milieubeleid in Europees economisch beleid betreft.

Nederlandse belangen

Nederland streeft naar een duurzame ontwikkeling waarin economische groei, versterking van de concurrentiekracht en toename van de werkgelegenheid worden gecombineerd met een zorgvuldig beheer van ruimte, natuur en biodiversiteit, een vermindering van de milieudruk en een aanmerkelijke vermindering van de inzet van fossiele brandstoffen en niet vernieuwbare grondstoffen. De mededeling is een goede aanzet in dit kader.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid cq decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):
Geen directe; het betreft een mededeling.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Het Europees Parlement wordt middels deze mededeling geïnformeerd.

Fiche 2: Alcoholgebruik

Titel:

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende alcoholgebruik door kinderen en adolescenten.

Datum Raadsdocument
. 4 december 2000

Nummer Raadsdocument
14270/00

Nummer Commissiedocument
:
COM (2000) 736.

Eerstverantwoordelijke ministerie
:
VWS i.o.m. EZ en JUST

Behandelingstraject in Brussel
:

Presentatie in de Gezondheidsraad van 14 december 2000; eerste bespreking in de Raadswerkgroep Gezondheid van 8 januari 2001.

Consequenties voor EG-begroting in EURO
(per jaar):
geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel

De achtergrond van dit voorstel voor een Raadsaanbeveling is een in 1986 door de Raad goedgekeurde resolutie betreffende alcoholmisbruik. Deze resolutie beoogde vermindering van de aan alcohol gerelateerde problemen in de lidstaten door middel van een gemeenschappelijk initiatief dat rekening moest houden met de belangen inzake productie, distributie en afzetbevordering van alcoholhoudende dranken als ook met de belangen van volksgezondheid en daartoe een evenwichtig beleid te voeren en passende voorstellen aan de Raad voor te leggen. Dit voorstel voor een Raadsaanbeveling strekt daartoe.

In het betreffende voorstel wijst de Raad op het belang om op nationaal niveau uitgebreide maatregelen te nemen op het terrein van gezondheidsbevordering, -opvoeding en -voorlichting en gedragscodes te bepalen om onaangepast alcoholgebruik door kinderen en adolescenten aan te pakken. Ook beveelt de Raad aan op nationaal niveau wettelijke maatregelen te nemen om toezicht op de naleving van de regelgeving inzake de reclame voor en de marketing en de detailverkoop van alcoholische dranken te versterken en de producenten en detailhandelaren aan te spreken op hun verantwoordelijkheid door zelfregulerend op te treden. De Raad verzoekt de Commissie de lidstaten te ondersteunen bij de toepassing van de voorgestelde maatregelen en vijf jaar na inwerkingtreding van deze aanbeveling de ontwikkelingen ter zake te evalueren.

Rechtsbasis van het voorstel
: artikel 152, lid 4 EG-verdrag.

Subsidiariteit-, proportionaliteit-, dereguleringstoets :

Communautaire maatregelen worden onontbeerlijk door internationalisering van de jeugdcultuur en doordat de nationale grenzen voor de overdracht van deze cultuur en van de producten die met die cultuur worden geassocieerd steeds onbetekenender worden. Deze overweging rechtvaardigt communautaire aandacht voor gezondheidsbevorderings- en opvoedingsmaatregelen en voor zaken als productetikettering en reclame, rekening houdend met de nationale bevoegdheden en de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het voorstel voor een Raadsaanbeveling zèlf erkent ook het subsidiariteitsbeginsel, doordat de maatregelen niet door de EU, maar op het niveau van de lidstaten zullen worden uitgewerkt.

Nederlandse belangen
:

In het Regeerakkoord staat dat het Kabinet het beleid tegen overmatig alcoholgebruik zal intensiveren. Hieraan wordt gevolg gegeven door uitvoering van de Alcoholnota. Het voorstel voor een Raadsaanbeveling ondersteunt het Nederlandse beleid gericht op alcoholpreventie.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Niet van toepassing

Rol EP in besluitvormingsprocedure
:
Vooralsnog niet van toepassing, het betreft een aanbeveling.

Fiche 3: Galileo

Titel:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over GALILEO

Datum Raadsdocument
: 5 december 2000

nr. Raadsdocument
: 14304/00

nr. Commissiedocument
Com (2000) 750 def.

Eerstverantwoordelijk ministerie
: V&W i.o.m. BZ, EZ, BZK, DEF, FIN

Behandelingstraject in Brussel
:

Raadswerkgroep Vervoer en Transportraden (december 2000, april 2001, juni 2001)

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar)

ontwerpen (1999-2000): 80 miljoen Euro

ontwikkeling en validering (2001-2005): 1.100 miljoen Euro (+ 150 miljoen euro voor flankerend onderzoek)

stationering (2006-2007): 2.150 miljoen Euro

exploitatie (vanaf 2008): 220 miljoen Euro per jaar

Er wordt voorzien dat het budget afkomstig zal zijn vanuit zowel de EG-begroting, het Europees Ruimteagentschap en de particuliere investeringen. In de EG-begroting is de ontwerpfase vanuit het onderzoeksbudget bij het 4
kaderprogramma gefinancierd. Het voorstel van de Commissie voor de ontwikkel- en valideringsfase is om financiering vanuit het programma voor de Trans-Europese Netwerken (550 miljoen euro) en het 5 kaderprogramma (150 miljoen euro) te laten plaatsvinden. Voor de stationeringsfase voorziet de Commissie 0,6 miljard euro voor 'de openbare sector' en 1,5 miljard voor de particuliere sector, waarbij onduidelijk is hoe financiering precies zal plaatsvinden en wie daarbij betrokken zijn. Voor de exploitatiefase voorziet de Commissie ook een publiek-private financiering, maar de verhoudingen zijn nog niet bekend.

Korte inhoud en doelstelling:

De Europese Commissie heeft in februari 1999 een Mededeling uitgebracht over de ontwikkeling van een civiel Europees satelliet plaatsbepalings- en navigatiesysteem, GALILEO. Dit systeem zou een alternatief moeten vormen voor het Amerikaanse, militair beheerde GPS (en het Russische GLONASS). Belangrijkste overwegingen in het pleidooi van de Europese Commissie voor de ontwikkeling van GALILEO zijn:

bij een naar verwachting fors groeiend, civiel gebruik van satelliet-plaatsbepalingssystemen is het strategisch ongewenst dat Europa afhankelijk is van een Amerikaans, militair beheerd systeem. Dit geldt in het bijzonder wanneer het systeem steeds meer wordt toegepast in veiligheidskritische situaties (bijv. luchtvaart),

de gebruikers zouden kunnen profiteren van de beschikbaarheid van een nauwkeurig en betrouwbaar civiel systeem, compatibel met GPS. Veiligheidskritische toepassingen zouden in het bijzonder worden bevorderd doordat het de bedoeling is om naast een gratis basissignaal tevens een gegarandeerd signaal tegen betaling beschikbaar te stellen ( "controlled access"
of "
commercial service
" en "
public service
"),

de Europese industrie zou kunnen profiteren van de ontwikkeling van GALILEO en een beter aandeel kunnen krijgen op de markt van toepassingen van satelliet-plaatsbepalingssystemen.

In de voorliggende mededeling wordt verder ingegaan op het systeemontwerp, de economische en financiële aspecten en - zeer summier- de mogelijke beheersstructuur.

Rechtbasis van het voorstel
: n.v.t. (het gaat hier nog om een mededeling)

Subsidiariteit, Proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: positief, gezien omvang project en gedeeld belang

Proportionaliteit, deregulering: nog niet duidelijk, zal mede afhangen van nog op te zetten organisatorische en juridische vormgeving van het project.

Nederlandse belangen:

Nederland neemt een kritische houding aan, omdat de toegevoegde waarde van GALILEO ten opzichte van bestaande systemen en alternatieve technologieën tot nu toe niet duidelijk is aangetoond. Er zijn enkele elementen die specifieke toegevoegde waarde zouden kunnen bieden, maar over de haalbaarheid daarvan bestaat nog veel onzekerheid.

Het systeem zou toegevoegde waarde kunnen bieden in de vorm van garanties op een kwalitatief hoogwaardig signaal. Ten aanzien van de aard van deze garanties, de kosten voor de gebruiker en de vraag wie aansprakelijk gesteld zou kunnen worden zijn nog geen concrete voorstellen uitgewerkt. Deze vragen zullen met prioriteit uitgewerkt moeten worden, waarbij tevens aangegeven zal moeten worden welke extra kosten samenhangen met de levering van een beschermd signaal en welke gebruikersgroepen hiervan geacht worden gebruik te maken. GALILEO dient in Nederlandse ogen gericht te zijn op civiele toepassingen en onder civiel beheer te staan. Bij de opzet van het systeem dient wel rekening te worden gehouden met veiligheidspolitieke aspecten.

Bij de definitie en het ontwerp van GALILEO zal een gestructureerde dialoog met gebruikersgroepen moeten plaatsvinden om zeker te stelen dat het systeem daadwerkelijk in een behoefte voorziet. Voor veel massamarkt toepassingen volstaat immers de nauwkeurigheid van de momenteel beschikbare systemen, zo nodig aangevuld met augmentatiesystemen. Compatibiliteit en onafhankelijkheid in relatie tot GPS en de beschikbaarheid van geïntegreerde ontvangers tegen een redelijke prijs zullen belangrijke voorwaarden vormen voor mogelijk succes van GALILEO.

Voor Nederland vormt de aansluiting van GALILEO op de gebruikersbelangen een belangrijke prioriteit. Satellietnavigatie zal naar verwachting een steeds belangrijker rol gaan spelen in de verschillende vervoerssectoren en op andere terreinen zoals de landbouw, visserij, oliewinning, etc.. De betere dekking in noordelijke gebieden zal een concrete toegevoegde waarde van GALILEO kunnen bieden ten opzichte van GPS en de gebruiker zal bij geïntegreerd gebruik van GALILEO en GPS (aangevuld met andere systemen) kunnen profiteren van een kwalitatief beter navigatie- en positiebepalingssysteem. Ook GPS wordt continu verbeterd en krijgt een steeds nauwkeurigere dekkingsgraad.

Nederland hecht eraan dat het Nederlandse bedrijfsleven in voldoende mate betrokken wordt bij de opzet en uitvoering van dit project.

Consequenties nationale regelgeving cq. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):
n.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:
n.v.t.

Kenmerk
DIE-71/01
Blad /1

===