Toespraak van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid
nieuwjaarsreceptie van de LOM-samenwerkingsverbanden
Een toespraak bij het onderwerp Integratie
23 januari 2001
"Sommige mensen zien de dingen zoals ze zijn en zeggen: waarom? Ik
droom van dingen die niet bestaan en zeg: waarom niet?".
Dit citaat van George Bernard Shaw is zeer van toepassing op het
jaar dat achter ons ligt. Centraal in 2000 stond het
integratiedebat, waarin steeds de vraag werd gesteld waarom
Nederland een immigratieland is geworden, terwijl ik mij afvraag
waarom burgers en instellingen zich niet kunnen instellen op het
feit dat Nederland een immigratieland is geworden. Met Shaw zeg
ik: waarom niet?
In de nota "Kansen krijgen, kansen pakken" is volmondig
uitgesproken dat Nederland een immigratieland is. Het uitgangspunt
van het integratiebeleid is activerend burgerschap. Een onderwerp
dat ook een prominente plaats had in de inaugurele speech van
George W. Bush. Hij zei: "Civility is not a tactic or a sentiment.
It is a determined choice of trust over cynicism, of community
over chaos. And this commitment, if we keep it, is a way to shared
accomplishment." Burgerschap gaat over participatie, gaat over
burgers die staan voor hun keuzes en tegen een stootje kunnen.
Eveneens behoren burgers elkaar voldoende ruimte te geven. Voor
autochtone burgers betekent dit dat ze leden van minderheden dus
een kans moeten geven in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, maar
ook in besturen. Voor leden van minderheden is het evident dat ze
Nederlands moeten leren en dat ze de geboden kansen moeten pakken
om te kunnen participeren. Voor de instellingen betekent het feit
dat Nederland immigratieland is geworden dat zij zich moeten
aanpassen aan een veranderde omgeving in de zin dat ze
toegankelijk zijn voor minderheden en dat ze minderheden ook een
kans geven om te participeren binnen hun instellingen als
personeels- of bestuurslid.
Het gaat bij de instellingen overigens niet alleen om hun
personele en bestuurlijke samenstelling, maar ook om hun
klantgerichtheid naar minderheden. Bij consumentgericht bedrijven,
zoals winkelbedrijven, fungeert onder meer de koopkracht van de
allochtone consument en het personeelsgebrek, als drukmiddel voor
etnische afspiegeling. De tucht van de markt werkt niet in deze
zin voor overheidsinstellingen. Ze zullen zich moeten aanpassen
aan de realiteit van vandaag.
In het integratiedebat is vastgesteld dat in dit land respect
bestaat voor culturele verscheidenheid. Maar dan wel binnen de
grenzen van de wet. Wetten kunnen natuurlijk gewijzigd worden om
aan gerechtvaardigde verlangens te voldoen van nieuwe burgers. Dat
hebben wij ook gedaan, ik noem de Wet op de Lijkbezorging en de
mogelijkheden voor ritueel slachten.
Het respect voor culturele verscheidenheid is niet onbegrensd. Er
zijn een aantal fundamentele in de grondwet neergelegde waarden
waar niet over valt te onderhandelen en waar ieder zich aan heeft
te houden. Daar doen wij geen concessies aan, ik denk aan de
gelijkheid van man en vrouw, de grondslagen van onze democratische
rechtsorde, de vrijheden van meningsuiting en vergadering de
scheiding van kerk en staat, etc.
Ik teken hierbij aan dat noch de autochtone noch de culturen van
minderheidsgroepen statisch zijn. Er is wel een dominante
Nederlandse cultuur, maar ook die cultuur is dynamisch. De
dominante cultuur van het Nederland van de jaren vijftig is niet
dezelfde als de dominante cultuur in het Nederland van nu.
Ondanks de doemscenarios van Nederland als immigratieland die in
het integratiedebat regelmatig werden geschetst zijn er positieve
ontwikkelingen te signaleren in de positie van minderheden. Op
steeds meer terreinen zien wij inderdaad representanten van
minderheden hun intrede maken. In de kunst, de literatuur, de
media, enzovoort. Zo is het thema van de Boekenweek van dit jaar
"Schrijvers tussen twee culturen". Het Cosmic theater heeft
afgelopen najaar voor de vierde keer het festival "Hollandse
Nieuwe" gepresenteerd waarin stukken worden opgevoerd van zowel
autochtone als allochtone toneelschrijvers.
De verbetering van de arbeidsparticipatie onder etnische
minderheden heeft zich in de afgelopen vier jaar vertaald in fors
lagere werkloosheidcijfers. De werkloosheid onder etnische
minderheden is van 16% in 1998 afgenomen tot 14% in 1999. Dit
betekent dat van de beoogde halvering van het verschil aan het
eind van het jaar 2002 reeds ruwweg een derde is gerealiseerd.
In het onderwijs nemen de prestaties van leerlingen uit etnische
minderheden gemiddeld genomen toe. Zo constateert de
onderwijsinspectie dat het slaagpercentage van Turkse en
Marokkaanse leerlingen in het HAVO/VWO in 1999 hoger lag dan in
1998. Voor Marokkaanse leerlingen werd een verbetering van 8%
geconstateerd.
Het Nederlandse integratiebeleid is dus zeker niet
onverdienstelijk. Dat gezegd zijnde, zijn er wel problemen.
Het jaar 2000 was voor minderheidsgroepen een bewogen, bij
gelegenheid zelfs dramatisch jaar. Zo heeft de deplorabele
economische situatie op de Antillen de migratie naar Nederland
omhooggestuwd naar een nieuw record. Bedroeg het aantal migranten
7006 in 1999, in het jaar 2000 bedroeg dat 7868. Met de zogenaamde
Antillianen gemeenten heb ik overeenstemming bereikt over de
rijksbijdrage aan deze gemeenten, zodat zij voor een goede opvang
van Antilliaanse nieuwkomers kunnen zorgdragen. Met de
Antilliaanse regering ben ik nog in gesprek over de verplichte
inburgering van Antilliaanse jongeren voordat ze naar Nederland
komen.
De Surinaamse gemeenschap stond met talloze herdenkingen stil bij
het feit dat 25 jaar geleden aan de vooravond van de
onafhankelijkheid een migratiestroom naar Nederland kwam. Uit
onderzoeken komt steeds naar voren dat de Surinamers in Nederland
het als minderheidsgroep relatief goed doen, wat op zich een reden
voor vreugde is. Dramatisch was het overlijden van oud-premier
Arron in nota bene Nederland, een paar dagen na de viering van 25
jaar onafhankelijkheid van Suriname.
De onrust op de Molukse eilanden is in het afgelopen jaar helaas
niet verminderd. Met de Molukse gemeenschap en met mijn collegas
van het kabinet hebben we om de tafel gezeten om te spreken over
de zorgwekkende situatie en gemeenschappelijk te bezien wat voor
bijdrage geleverd kan worden aan de rust en vrede op deze
eilanden.
Dramatisch was in eigen land de vuurwerkexplosie op 13 mei 2000 in
Enschede waar 14 van de 22 slachtoffers van etnische herkomst
waren. Hartverwarmend bij deze ramp was de onderlinge solidariteit
dwars door etnische scheidslijnen heen.
Maar er waren gelukkig niet alleen problemen. Het
buurtvaderproject van Marokkaanse vaders heeft tot in Europees
verband grote waardering gekregen en heeft de overheid nogmaals
gewezen op de grote kracht die er schuilt binnen de eigen
gemeenschappen. In het integratiedebat in april 2000 heeft de
fractievoorzitter van de PvdA er terecht op gewezen dat de
geschiedenis leert dat sociale integratie het resultaat is van een
grote gemeenschappelijke inspanning, dat mensen zelf emanciperen
en integreren. Ik ben het ook met hem eens dat de bijdrage van de
overheid gaat tot aan het scheppen van voorwaarden. Het is de
gemeenschap zélf die het moet doen.
In het LOM wordt de kracht en inspiratie van de minderheden zelf
aangeboord om het integratiebeleid een kwaliteitsimpuls te geven.
In LOM-verband hebben we in het afgelopen jaar een aantal keren
buitengewoon succesvol overlegd. Ik memoreer in dit verband het
LOM-overleg over arbeidsmarkt en over de interculturalisatie van
de gezondheidszorg. In beide gevallen ging het om beleidsstukken
die een voorlopig karakter hadden, precies zoals de wetgever zich
dat indertijd in 1997 had voorgesteld. Dankzij de coulante houding
van de LOM-partners, die bereid waren om op zeer korte termijn te
overleggen, zijn we er in het afgelopen jaar vaak in geslaagd om
ook in agendatechnische zin snel bij elkaar te komen.
Nog verleden week op woensdag 17 januari jl. was er op verzoek van
het LOM een overleg over de WAO-problematiek. Ook dit was
voorbeeldig. De samenwerkingsverbanden hadden zelf het initiatief
genomen voor dit overleg en ook zelf een gespreksnotitie
geschreven. Dit soort LOM-overleg smaakt naar meer.
Ik maak bij het LOM drie aantekeningen.
In de eerste plaats is het LOM een overlegorgaan en geen
adviesorgaan die verplicht geconsulteerd moet worden. Wij spannen
ons steeds tot het uiterste in om met de
LOM-samenwerkingsverbanden te overleggen, maar het is niet altijd
mogelijk om dat te doen, als wij van de andere kant door de Tweede
Kamer tijdslimieten krijgen opgelegd.
Voorts gaat de Beheersstichting van de samenwerkingsverbanden door
een moeilijke periode. Het lijkt mij zaak om hier snel verbetering
in aan te brengen.
Tenslotte zijn er Kamervragen gesteld over de mogelijke
belangenverstrengeling bij inspraakorganen. De daarin
gesuggereerde infiltratie door buitenlandse mogendheden van
samenwerkingsverbanden wijs ik in mijn antwoord resoluut van de
hand. Het is echter wel aan de besturen van de
samenwerkingsverbanden om bedacht te zijn op dit element van
mogelijke verstrengeling.
Dames en heren,
Een van de beste boeken die ik in het afgelopen jaar gelezen heb,
was "Witte tanden" van Zadie Smith. In dit boek las ik over de
Bengaalse moslim Samad die na zijn immigratie naar Engeland
bevreesd was voor het aan diggelen vallen van zijn droom dat zijn
kinderen goede moslims zouden worden. Zonder zijn vrouw in het
ingrijpende besluit te kennen, neemt hij daarom het besluit om
zijn negenjarige Magid terug naar Bangladesh te sturen. Omdat hij
geen geld heeft voor de reis voor beide zoons, blijft zijn andere
zoon Millat bij hem achter in Engeland. Echter, anders dan hij
verwacht had, is het juist Magid die zich heel Westers ontwikkelt,
in tegenstelling tot Millat die juist een moslimfundamentalist
wordt. Dit boek illustreert het belang van het geven van ruimte
aan minderheden, immers juist de jongere die in Engeland blijft
wordt een moslimfundamentalist. Met de nota "Kansen krijgen,
kansen pakken" wil het kabinet ruimte geven aan minderheden, maar
ook minderheden uitnodigen om de geboden ruimte te benutten.
De nota "Kansen krijgen, kansen pakken" zal dit jaar verder worden
geïmplementeerd. Voorts ben ik van plan met een doelgroepennota te
komen die ik graag wil bespreken met samenwerkingsverbanden. Ook
zullen wij op het terrein van het terugdringen van de wachtlijsten
oudkomers resultaten moeten boeken. Maar bovenal wil ik met
verwijzing naar het citaat van Shaw een bijdrage leveren aan het
realiseren van een harmonieuze multiculturele samenleving waarin
burgers en instellingen zich hebben ingesteld op het feit dat
Nederland een immigratieland is geworden.
Alleen het gesproken woord geldt.
Relevante links:
Notitie Kansen krijgen kansen pakken
Over het boek Witte tanden van Zadie Smith
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties