Technische Universiteit Delft

Alle promoties, intree- en afscheidsredes worden gehouden in de Aula van de TU Delft, Mekelweg 5, Delft

Promotie

Zeespiegelstijging
29 januari 2001 | 13.30 uur
Mw. K.I. van Onselen | geodetisch ingenieur
Promotor | Prof.dr-ing. Habil R. Klees (fac. CiTG)

The influence of data quality on the detectability of sea level height variations

Voor laaggelegen gebieden zoals Nederland, kan zelfs een kleine gemiddelde zeespiegelstijging op de langere termijn een flinke bedreiging vormen. Deze problemen verergeren als het tempo van zeespiegelstijging versnelt, bijvoorbeeld ten gevolge van het broeikaseffect. In een verregaande versimpeling kan de zeespiegelstijging zoals die de afgelopen eeuw heeft plaatsgevonden beschreven worden door een lineaire trend. Versnellingen vinden plaats als de trendwaarde toeneemt, of een hogere orde regressiecoëfficiënt nodig is om het gedrag van de zeespiegel te beschrijven. Des te beter het "natuurlijke'" patroon in zeespiegelstijging (over de afgelopen eeuw) beschreven kan worden, des te beter (en eerder) versnellingen ten opzichte van dit patroon gedetecteerd kunnen worden. In haar proefschrift gaat van Onselen in op de bepaling hoe goed specifieke patronen in zeespiegelstijging gedetecteerd kunnen worden, ondanks de beperkte kwaliteit van de beschikbare data. Hoe goed het patroon waarmee zeehoogtes variëren gedetecteerd kan worden hangt af van drie factoren: van de veranderingen in het zeeniveau zelf, van de kwaliteit van de peilschaalmetingen en eventueel nog van de kwaliteit van de geodetische metingen die gebruikt zijn om peilschalen in hoogte aan te sluiten aan een lokaal referentiestelsel. Op basis van experimenten met gesimuleerde peilschaaldata, is getracht inzicht te krijgen in de invloed die de genoemde aspecten hebben op de kwaliteit van geschatte variatiepatronen in zeehoogtes. Eén van de conclusies die getrokken kan worden is dat de aanwezigheid van lang-periodieke fluctuaties in peilschaaldata de beperkende factor is voor het aantal jaar data dat nodig is voor een stabiele trendschatting. Als, gebaseerd op meetreeksen voor zes peilschalen, gezamenlijke variatiecurves in zeehoogte worden geschat, dan blijken fouten van hoogteaansluitingen tussen de peilschalen van grote invloed. Uit experimenten met verschillende scenario's van hoogteaansluitingen blijkt dat de kwaliteit van de gezamenlijke curve niet alleen bepaald wordt door de precisie van de hoogteaansluitingen, maar ook door hun frequentie. Tevens blijkt dat als er in het verleden vrij veel tijd heeft gezeten tussen opeenvolgende hoogteaansluitingen, de precisie van toekomstige hoogteaansluitingen (binnen zekere grenzen) nauwelijks meer van invloed is. Een verbetering in de standaardafwijking van toekomstige aansluitingen van 2 cm naar 5 mm, of permanent metingen in plaats van 10-jaarlijkse campagnes, blijkt nauwelijks invloed te hebben op de resultaten.



Afkortingen


CiTG Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen