Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Lariam: psychische bijwerkingen bij magere vrouwen

Dinsdag 30 januari 2001, persbericht nummer 9

Dit persbericht gaat uit onder verantwoordelijkheid van de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Psychische bijwerkingen tijdens het gebruik van Lariam (een geneesmiddel tegen malaria) treden vaker op bij magere vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van Melanie van Riemsdijk, dat op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg is uitgevoerd. Melanie van Riemsdijk promoveert op dit onderzoek op woensdag 31 januari 2001 aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.

Opvallend vaak hebben meldingen over psychische bijwerkingen van Lariam betrekking op vrouwen. Om duidelijkheid over dit verschil in meldingen tussen mannen en vrouwen te krijgen besloot de Inspectie voor de Gezondheidszorg tot een onderzoek dat door de promovendus is uitgevoerd op de afdeling Epidemiologie en Biostatistiek van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Uit het onderzoek blijkt dat de bijwerkingen van Lariam zoals slapeloosheid, onrust en depressie vooral voorkomen bij magere vrouwen.

Lariam is één van de weinige effectieve middelen voor de preventie van malaria bij reizigers. Op basis van internationale gegevens over de bijwerkingen van Lariam zijn de Nederlandse richtlijnen voor de bescherming tegen malaria enkele jaren geleden aangepast. Hierbij werd het gebruik van Lariam vooral beperkt tot reizigers die een aanzienlijke kans lopen op ernstig verlopende malaria.

Het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering adviseert dat met Lariam 3 weken voor de reis moet worden begonnen omdat eventuele bijwerkingen in 80% van de gevallen in de eerste 3 weken aan het licht komen. De voorschrijvend arts moet overwegen patiënten die last hebben van bijwerkingen een ander, mogelijk minder effectief geneesmiddel tegen malaria te geven.