Plant Research International

persbericht / nr. 2001-3, 30 januari 2001

Wageningen UR ontrafelt de genetische code van belangrijk Chinees virus

Het Laboratorium voor Virologie van Wageningen Universiteit, het Instituut voor Virologie in Wuhan, China, en de Greenomics(TM)-groep van Plant Research International publiceren in het januarinummer van het gezaghebbende tijdschrift `Journal of General Virology' de volledige genetische code van een chinees insectenvirus: een baculovirus van de katoenrups (HaSNPV). De groep publiceert daarbij als opvallend genetisch fenomeen dat het virus op circa honderd plaatsen in het DNA bijzonder veel variatie vertoont.

Het HaSNPV-virus is in China van groot belang voor de biologische bestrijding van rupsen in de katoenteelt. Zonder bestrijding van de rupsen, nu veelal met chemische bestrijdingsmiddelen, zou de oogst grotendeels verloren gaan. Jaarlijks wordt nu al 100.000 hectare katoen met het virus behandeld. De markt voor deze milieuvriendelijke bestrijdingswijze neemt sterk toe. Door de biologische manier van bestrijden wordt niet alleen de opbrengst veilig gesteld, maar komen er ook veel meer nuttige insecten in de gewassen voor dan in percelen die chemisch beschermd worden. De Nederlandse en Chinese partners hopen dankzij de kennis over de genetische code van het virus de toepassing van het virus verder te kunnen verbeteren.

Katoentelers in Midden China gebruiken het HaSNPV virus al meer dan 20 jaar met succes voor de bestrijding van katoenrupsen (Helicoverpa armigera). De virussen worden in China 'in vivo' geproduceerd. Dat betekent dat katoenrupsen geïnfecteerd worden met het virus, waarna het virus zich vermeerdert tot de rups praktisch geheel gevuld raakt met virussen. De gestorven rupsen worden gebruikt voor het maken van virussuspensies. Voor de behandeling van 1 hectare katoen zijn ongeveer honderd miljard virusdeeltjes nodig. Iedere rups produceert ongeveer twee miljard virusdeeltjes. Omdat het virus op een natuurlijke manier geproduceerd wordt, komt er een natuurlijke genetische variatie voor in de virus-isolaten.
De Chinese telers gebruiken het virus zodra ze de rupsen signaleren. Rupsen die te groot zijn kunnen helaas nog niet effectief met de huidige virussen bestreden worden.

Wageningen Universiteit werkt in haar onderzoek naar de interactie tussen de katoenrups en het HaSNPV-virus al sinds 1992 samen met het Instituut voor Virologie van de Chinese Akademie van Wetenschappen in Wuhan. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en Wageningen Universiteit zijn de Nederlandse financiers van het onderzoek. Een van de vraagstellingen van het onderzoek is, of het mogelijk is om virusvarianten te selecteren die ook grotere rupsen kunnen doden. Plant Research International heeft in 1999 aanzienlijk geïnvesteerd in DNA-sequencing faciliteiten. De Greenomics(TM)-groep van Plant Research International kan per dag 1.500.000 DNA-bouwstenen analyseren. Plant Research International is een van de centrale organisaties in het Strategisch Actieplan Agrofood Genomics. Dit plan beoogt Nederland een vooraanstaande positie te geven in deze technologie die wereldwijd als cruciaal wordt gezien.

Door de beschikbaarheid van de enorme DNA-sequencing capaciteit bij Greenomics(TM) werd het voor de Chinees/Nederlandse onderzoeksamenwerking interessant om het probleem de interactie tussen het HaSNPV virus en de katoenrups te benaderen vanuit de genetica van het virus. De genetica-insteek is voor Wageningen Universiteit extra interessant omdat de universiteit ook de evolutie van baculovirussen bestudeert.

De Chinees/Nederlandse onderzoekgroep publiceert nu, samen met de Greenomics(TM)-groep alle 131.403 basen waaruit het DNA van het virus is opgebouwd. De gegevens zijn vrijelijk beschikbaar doordat ze zijn opgeslagen in een van de publiek toegankelijke DNA-databases: GenBank. In het DNA zijn 135 vermoedelijke genen gevonden. Deze stukken DNA zijn vergeleken met eerder gepubliceerde genen van andere baculovirussen. Van 20 vermoedelijke genen kon op basis van deze vergelijking geen waarschijnlijke functie voorspeld worden . Deze genen worden nu verder onderzocht.

Het vervolgonderzoek zal onder andere gericht zijn op het ophelderen van de functies van de gevonden genen, en het gebruik van deze functies voor het ontwikkelen van virussen die nog effectiever zijn voor de bestrijding van katoenrupsen, zowel voor de katoenteelt als voor de teelt van tropische voedingsgewassen zoals paprika, tomaat en cichorei. Door de verdere vergelijking van de gevonden genen met andere geïdentificeerde genen, al of niet binnen dezelfde virussoort, zal meer inzicht verkregen worden in de evolutie van de virussen.

De Chinees/Nederlandse samenwerking had eerder al aan het licht gebracht dat er in China gebruik wordt gemaakt van ten minste dertig genetische varianten van het virus. Voor de analyse van het volledige DNA kozen zij één type. De Greenomics(TM)-groep kwam tot de conclusie dat er bínnen dit type sprake is van aanzienlijke genetische variatie. Op ongeveer 100 plaatsen in het DNA kwam nu eens de ene, en dan eens een andere DNA-bouwsteen voor. Wat in eerste instantie een fout in de analyse leek te zijn, bleek uiteindelijk het bewijs voor locaties met opvallend veel genetische variatie en wellicht een verklaring voor de evolutionaire plasticiteit van baculovirussen.

Details van de publicatie:
Chen, X., W.F.J. IJkel, R. Tarchini, X. Sun, H. Sandbrink, H. Wang, S. Peters, D. Zuidema, R. Kleinlankhorst, J.M. Vlak and Z. Hu. 2001. The sequence of the Helicoverpa armigera single nucleocapsid nucleopolyhedrovirus genome. Journal of General Virology 82: 241-257.

Zie ook: http://vir.sgmjournals.org/cgi/content/abstract/82/1/241