Den Haag, 30 januari 2001
VRAGEN VAN DE LEDEN KUIJPER EN REHWINKEL (BEIDEN PVDA) AAN DE MINISTER VAN
ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
1. Is het u bekend dat een alleenstaande moeder om redenen van een formele
schuldsanering de IB-groep in overleg, op tijd en conform de daarvoor
geldende regels verzocht heeft de door de IB-groep te verstrekken bijdrage
op een andere rekening te laten storten?
2. Bent u ervan op de hoogte dat de IB-groep de bijdrage toch op de
oorspronkelijke rekening heeft gestort en dat daardoor de formele
schuldsanering ernstig wordt bemoeilijkt?
3. Weet u dat de IB-groep bij het storten van een bedrag op een ongewenste
rekening bedoeld bedrag blijkbaar niet kan terugvorderen om het vervolgens
op een andere, gewenste rekening te storten?
4. Waarom is het niet mogelijk dat, als blijkt dat een bedrag op een
ongewenste rekening is gestort, de IB-groep bedoeld bedrag bij de bank kan
terugvorderen om het vervolgens op een gewenste rekening te storten?
5. Erkent u dat belanghebbenden in grote financiële problemen kunnen komen, bijvoorbeeld omdat een formele schuldsanering kan worden gestagneerd?
6. Bent u bereid om het, eventueel in overleg met de banken, de IB-groep
mogelijk te maken om in voorkomend geval een op een ongewenste rekening
gestort bedrag bij de bank terug te vorderen om het vervolgens op de
gewenste rekening te storten?
7. Bent u bereid om betrokkene alsnog het haar toekomende bedrag toe te
laten komen om op die manier de formele schuldsanering te laten
plaatsvinden?