Bilthoven, 30 januari 2001
LUCHT IN HUIZEN ROND SCHIPHOL ONDERZOCHT
VPR/02/2001
Geluidsisolatie of het minder ventileren van woningen wegens
geluidsoverlast, leidt niet tot meer verontreiniging in de binnenlucht
en in het huisstof in woningen rond Schiphol. Dat is de conclusie van
een onderzoek dat de Universiteit Wageningen uitvoerde in opdracht van
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Is geluidsisolatie of een veranderd ventilatiegedrag wegens geluid van
weg- en vliegverkeer van invloed op de concentratie van
verontreinigingen in de binnenlucht? Deze vraag stond centraal in het
onderzoek. Om een antwoord te krijgen op deze vraag zijn in de periode
februari tot mei 1998 metingen verricht in zowel geluidsgeïsoleerde
als niet-geïsoleerde woningen in de regio Schiphol. Hierbij werd de
chemische en microbacteriële samenstelling van de binnenlucht en van
het huisstof bepaald. Ook zijn woningen onderzocht waarvan de bewoners
aangaven dat ze minder dan gewenst konden ventileren als gevolg van
geluiden van buiten.
In de binnenlucht van in totaal 92 woningen werd de hoeveelheid fijn
stof, roet, koolwaterstoffen en stikstofdioxide bepaald. In het
huisstof werden de niveaus gemeten van producten die afkomstig zijn
van bacteriën, schimmels en huisstofmijten.
Voor de gemeten verontreinigingen werden geen aantoonbare verschillen
gevonden tussen geïsoleerde en niet-geïsoleerde woningen. Ook bleek
dat er in de woningen van bewoners die aangaven minder te ventileren
vanwege hinder door geluiden van het weg- of vliegverkeer, geen hogere
concentraties voorkwamen dan in woningen waarvan de bewoners aangaven
wel te ventileren.
Het onderzoek naar luchtwegaandoeningen en luchtverontreiniging werd
opgedragen door de Ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport,
van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Verkeer en
Waterstaat. De studie maakt deel uit van het meerjarige
onderzoeksprogramma Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol (GES). GES
vormt onderdeel van het bredere Evaluatie- en Monitoringsprogramma
Schiphol en Omgeving (EMSO). Het onderzoeksprogramma wordt
gecoördineerd en deels uitgevoerd door het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met andere
onderzoeksinstituten en universiteiten.
Het doel van GES is beter inzicht te krijgen in de huidige
gezondheidstoestand van mensen die in de omgeving van Schiphol wonen.
Ook willen de opdrachtgevers te weten komen of er een relatie bestaat
tussen milieubelasting door de luchtvaart en gezondheidsproblemen.
Sinds 1996 zijn verkennende studies uitgevoerd naar het gebruik van
slaapmiddelen en medicijnen voor de luchtwegen, het geboortegewicht en
ziekenhuisopnames voor hart- en vaatziekten en luchtwegaandoeningen.
Tevens is een onderzoek gedaan naar hinder, ervaren gezondheid,
medicijngebruik, risicobeleving en woontevredenheid. Deze onderzoeken
zijn inmiddels afgerond.
Onlangs startte een onderzoek naar slaapverstoring bij volwassenen. Op
basis van de bevindingen uit het GES-onderzoek wordt een
monitoringsysteem voorgesteld, waarmee de milieukwaliteit en
gezondheidstoestand bij uitbreiding van de luchthaven gevolgd kunnen
worden.