College wil uitvoeringsprogramma voor Stadsvisie
"Stadsvisie is geen knellend harnas"
Als de gemeenteraad in zijn vergadering van 30 januari 2001 de
Stadsvisie-Plus 2000-2015 vaststelt, zal het Oosterhoutse college van
b. en w. zo snel mogelijk met een uitvoeringsprogramma komen. Daarin
wil het gemeentebestuur de voornemens van de Stadsvisie in
tijdvolgorde zetten. Die volgorde zal afhankelijk zijn van
bestuurlijke prioriteit, ambtelijke capaciteit en financiële
mogelijkheden.
Burgemeester en wethouders maken dat duidelijk in hun voorstel aan de
gemeenteraad. Nadat het uitvoeringsprogramma door de gemeenteraad is
vastgesteld, zal het ieder jaar onderdeel zijn van de politieke
afweging in het kader van de Voorjaarsnota/Meerjarenbeleidsplan. Als
uit de jaarlijkse behandeling van het uitvoeringsprogramma blijkt dat
de Stadsvisie door de praktijk is achterhaald, zal ze op het
desbetreffende onderdeel moeten worden bijgesteld, aldus b. en w.
Daarnaast wil het gemeentebestuur de Stadsvisie gaan gebruiken als toetsingskader voor externe ontwikkelingen en initiatieven. "Alle voorstellen over nieuwe ontwikkelingen die ons college en uw raad bereiken, zullen moeten worden getoetst aan de Stadsvisie. Daarover zullen wij intern afspraken maken", aldus b. en w.
Uit de jaarlijkse bijstelling van het uitvoeringsprogramma moet blijken of onderdelen van de Stadsvisie inmiddels door de praktijk zijn achterhaald. Na drie jaar - in het voorjaar van 2004 - willen b. en w. het actief en passief gebruik van de Stadsvisie evalueren.
Betekenis Stadsvisie
In het raadsvoorstel merken b. en w. dat de gemeenteraad met de
Stadsvisie in het bezit komt van "een visie voor middellange termijn,
waarin een integraal toekomstbeeld voor onze stad geschetst wordt".
"Nog nooit eerder is een dergelijke allesomvattende visie - waarin
fysieke én sociaal-maatschappelijke componenten een plaats hebben
gevonden - voor Oosterhout gepresenteerd", aldus het college.
Burgemeester en wethouders merken daarbij wel op dat de Stadsvisie geen knellend harnas mag zijn. "Niet alle voornemens zullen één op één in praktijk kunnen worden gebracht. Immers, externe of autonome ontwikkelingen of gewijzigde inzichten kunnen beleidsvoornemens uit de Stadsvisie achterhalen of aanleiding geven op onderdelen van de Stadsvisie afwijkend beleid te formuleren", aldus b. en w.
Een tweede reden is dat niet alle beleidsvoornemens uit de Stadsvisie
uitgebreid op hun consequenties zijn onderzocht. Een dergelijk
onderzoek kan leiden tot de conclusie dat een bepaalde ontwikkeling
weliswaar goed past binnen de Stadsvisie, maar praktisch niet
realiseerbaar is. "Dan zullen andere oplossingen moeten worden
gezocht", aldus b. en w.
Externe profilering
De Stadsvisie is ook bedoeld als instrument om Oosterhout nadrukkelijk
dan tot nu toe het geval is, extern te profileren. "Dat is voor een
gemeente overigens pas goed mogelijk als ze zich bewust is van haar
identiteit en haar positie. Pas dan kan zon versterkte gemeente
zelfbewust naar buiten treden", aldus b. en w.
"Wat ons college betreft, gaan de komende jaren dan ook zeker "de
luiken open". Dat heeft overigens niet alleen met de Stadsvisie te
maken, maar ook met de thans in gang zijnde herstart. Die moet leiden
tot een ambtelijke en bestuurlijke organisatie die veel meer en
zelfbewust naar buiten treedt op basis van een duidelijke visie en
missie", schrijft het college in het raadsvoorstel.
Procedure
Zoals in het communicatieplan bij het plan van aanpak is aangekondigd,
is de Stadsvisie tot stand gekomen door middel van een uitgebreid
proces van interactieve beleidsvorming. Gezien het belang van deze
visie voor de gemeente, vinden b. en w. dat alleszins gerechtvaardigd.
Onder andere door de rondetafelgesprekken en enquêtes aan het begin
van het proces (inventarisatiefase), is getracht een zo representatief
mogelijke vertegenwoordiging van de Oosterhoutse bevolking aan het
proces te laten deelnemen. Ook op andere manieren - zondagmatinees,
stadsvisiespanel - zijn inwoners en organisaties in staat gesteld mee
te werken aan de totstandkoming van deze Stadsvisie. "Wij zijn
tevreden over de wijze waarop dit gebeurd is, zeker als gekeken wordt
naar de kwalitatieve inbreng van de deelnemers", geven b. en w. als
oordeel.
B. en w. hebben de concept-Stadsvisie in maart van dit jaar voor
maatschappelijk debat vrijgegeven. Een kleine veertig personen,
organisaties en instellingen hebben vervolgens schriftelijk en
mondeling gereageerd, terwijl het concept ook onderdeel van discussie
is geweest in alle raadscommissies. Mede op basis van die inbreng
hebben burgemeester en wethouders nu een inhoudelijk standpunt
bepaald. Alle reacties zijn samengebracht in een zogenaamde
"inspraakmatrix", waarin het college tevens heeft aangegeven hoe ze
met die reacties zijn omgegaan en op welke onderdelen de reacties
hebben geleid tot wijziging van het concept.
Ook de Provinciale Planologische Commissie heeft over de Stadsvisie
Plus geadviseerd. Dit, overwegend positieve, advies heeft het college
aanleiding gegeven tot een beperkt aantal inhoudelijke wijzigingen ten
opzichte van het concept.
Inwoners, organisaties en instellingen kunnen maandag 8 januari 2001
op een inspraakavond hun reactie geven op het collegevoorstel en de
aangepaste Stadsvisie. De commissie Middelen buigt zich vervolgens 17
januari over het voorstel, waarna het aan de orde komt in de
raadsvergadering van 30 januari. De aangepaste tekst van de Stadsvisie
is tevens te vinden op de internet-site van de gemeente Oosterhout
(www.oosterhout.nl).
>
Oosterhout, 21 december 2000