Titel: Belasting van personenauto@s en motorrijwielen, ambulances
Belasting van personenautos en motorrijwielen, ambulances
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein
verbruiksbelastingen
Besluit van 7 februari 2001, CPP2001/344M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
De huidige regelgeving voor de teruggaaf de Belasting van
personenautos en motorrijwielen (BPM) voor personenautos die zijn
ingericht voor het vervoer van zieken en gewonden en als zodanig
uiterlijk kenbaar zijn (verder: ambulances) gaat uit van een
gebruiksduur als ambulance van acht jaar. In de praktijk worden
ambulances echter in het algemeen verkocht na gedurende vijf jaar als
ambulance te zijn gebruikt. Aangezien dit een verkoop is binnen acht
jaar is op grond van de huidige regelgeving een restbedrag BPM
verschuldigd bij deze verkoop.
In afwachting van een algemene herziening van de teruggaafregeling van
de BPM is besloten dat vooralsnog voor ambulances die na vijf jaar
worden verkocht geen naheffingsaanslagen worden opgelegd en dat reeds
opgelegde naheffingsaanslagen niet worden ingevorderd.
Op reeds onherroepelijk vaststaande naheffingsaanslagen wordt niet
teruggekomen.
Indien een ambulance wordt verkocht binnen vijf jaar is de BPM
uiteraard verschuldigd. De alsdan verschuldigde belasting wordt
berekend met inachtneming van de vermindering overeenkomstig de
artikelen 9 en 10 van de wet BPM.
Het vorenstaande geldt vanaf 25 januari 2001.