Consumenten schaffen op de valreep massaal lijfrentepolissen aan
Op de valreep van 2000 hebben de levensverzekeraars forse omzetten behaald op de verkoop van lijfrentepolissen. Zo blijkt het laatste kwartaal van 2000 goed voor een omzet van 1,7 miljard gulden op lijfrentepolissen. Daarvan is bijna 1,4 miljard gulden afkomstig van koopsompolissen. In beide gevallen is dit een explosieve groei van meer dan 80 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 1999. Vermoedelijk is de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001 de oorzaak van deze forse toename. Uit CBS-cijfers blijkt verder dat de levensverzekeraars in 2000 in totaal een record bedrag van 15,7 miljard gulden aan nieuwe omzet hebben geboekt. Onder invloed van de tegenvallende ontwikkelingen op de beurs hebben de beleggingsverzekeringen in 2000 iets aan populariteit ingeboet.
Record-omzet in 2000
In 2000 hebben de levenverzekeraars bijna 1,6 miljoen nieuwe polissen verkocht. Dit is een vermindering ten opzichte van 1999. Toen werden 1,8 miljoen nieuwe levensverzekeringen aan de man gebracht. Toch behaalden de levensverzekeraars in 2000 een record-omzet van 15,7 miljard gulden op de verkoop van de nieuwe polissen (inclusief bijstellingen van oude contracten). Dit is 16 procent meer dan de 13,5 miljard gulden van 1999.
In het algemeen boeken de levensverzekeraars het overgrote deel van de nieuwe premie-omzet op polissen waarvoor premie-ineens oftewel een koopsom wordt betaald. Van de 15,7 miljard gulden in 2000 is 11,3 miljard gulden afkomstig van deze koopsompolissen. Dat is ruim 70 procent van het totaal. De overige 4,4 miljard gulden betreft verzekeringspolissen waarvoor de verzekeringsnemer op periodieke basis premie betaalt.
Beleggingsverzekeringen iets minder populair
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de levensverzekeringen in beleggingseenheden in 2000 een nieuwe premie-omzet van 7,5 miljard gulden hebben opgeleverd. Bij deze categorie verzekeringen (ook wel beleggingsverzekeringen genoemd) draagt de consument zelf het beleggingsrisico, maar ontvangt hij ook een eventueel hoger rendement op de beleggingen, waarin de premies worden vastgelegd. Tegenover de beleggingsverzekeringen staan de guldensverzekeringen, waarbij beleggingsrisico en rendement niet voor rekening van de consument zijn, maar van de levensverzekeraar.
De beleggingsverzekeringen hebben de laatste jaren, mede onder invloed van de positieve ontwikkelingen op de beurs, een grote groei doorgemaakt. Zo waren de beleggingsverzekeringen in 1995 goed voor 17 procent van de totale nieuwe premie-omzet van 7,4 miljard gulden. In 2000 is dat aandeel toegenomen tot bijna 48 procent: 7,5 miljard gulden op de totale omzet van 15,7 miljard gulden.
Toch is de populariteit van de beleggingsverzekeringen in 2000 iets minder geweest dan in voorgaande jaren. Weliswaar was er een premiegroei van 15 procent ten opzichte van 1999, maar deze was lager dan de premiegroei van guldensverzekeringen, die met ruim 17 procent is toegenomen. De guldensverzekeringen brachten daarmee 8,2 miljard gulden op in 2000. De verminderde populariteit van de beleggingsverzekeringen weerspiegelt de matige ontwikkelingen in 2000 op de beurs.
Hausse in lijfrentepolissen
Met de invoering van het nieuwe belastingsysteem in 2001 zijn de mogelijkheden tot belastingaftrek van lijfrentepremies beperkt. Voor lijfrentepremies die voor 1 januari 2001 zijn betaald, geldt echter nog het oude belastingregime. De invoering van het nieuwe belastingsysteem is vermoedelijk de oorzaak geweest van de explosieve groei van de aankoop van lijfrentepolissen. Vooral de ontwikkeling in het vierde kwartaal van 2000 valt in dit kader op. De levensverzekeraars hebben in dat kwartaal 1,7 miljard gulden omgezet aan lijfrentepolissen. Dit is ruim 80 procent meer dan in het laatste kwartaal van 1999. De koopsompolissen daarvan waren in het vierde kwartaal 2000 goed voor bijna 1,4 miljard gulden aan nieuwe premie, 85 procent meer dan in hetzelfde kwartaal van 1999.