Ministerie van Algemene Zaken

M I N I S T E R I E V A N A L G E M E N E Z A K E N

Kabinet van de Minister-President

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag

Kenmerk : 01M399127 's-Gravenhage, 12 februari 2001

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, toekomen de antwoorden op de vragen van het lid van uw Kamer, mevrouw dr. A.C. Kant (SP), mij toegezonden met uw brief van 24 januari 2001, kenmerk: 2000105220.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage - Binnenhof 20 - Tel. (070) 356 41 00 - Fax (070) 356 46 83





- 2 -

Tweede Kamer der Staten-Generaal


Vergaderjaar 2000-20001 Vragen gesteld door leden der Kamer


Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister-president over het bezoek van de Japanse keizer Akihito (ingezonden 23 januari 2001)

2000105220


1Was u ten tijde van het bezoek van de Japanse keizer Akihito van mei 2000 op de hoogte van de maatregelen van de zijde van de gemeente Apeldoorn die een beperking van het recht van vrije meningsuiting en het recht van vergadering en betoging tot gevolg hadden?


2Heeft de Koningin volgens de burgemeester van Apeldoorn om deze beperkende maatregelen verzocht "om een waardig bezoek van de Japanse keizer" mogelijk te maken? (1) Zo ja, hoe is een en ander in zijn werk gegaan?


3Was u van te voren, of op het moment van het bezoek zelf, op de hoogte van het feit dat het een persoonlijk verzoek van de Koningin om beperkende maatregelen betrof? Zo ja, wie heeft u hiervan op de hoogte gebracht?


4Vindt u het acceptabel dat deze beperkende maatregelen op instigatie van de Koningin zijn genomen? Wordt op deze manier het recht van vrije meningsuiting niet illusionair?


5Is hiermee de Koningin niet buiten haar bevoegdheden getreden?
6Vindt u niet dat de vrijheid van meningsuiting en het recht van vergadering en betoging, toch een van de basisbeginselen waarop onze democratie gesteld is, hadden moeten prevaleren boven het belang van de waardigheid van de Japanse Keizer in zijn thuisland? Zo nee, waarom niet?


7Hoe verklaart u het feit dat de gemeente Apeldoorn zegt de Stichting Japanse Ereschulden achteraf in het gelijk te stellen, (2), terwijl zij in de conclusie van verweerschrift stelt "het besluit van 24 mei 2000 - onder aanvulling van de motivering - op de juiste gronden genomen en derhalve in stand Ykan" blijven"?

Ministerie van Algemene Zaken - Binnenhof 20 - Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage





- 3 -

(1) Volgens het verweerschrift van de burgemeester van Apeldoorn inzake het namens de Stichting Japanse Ereschulden en de Demonstratie Begeleidingscommissie ingediende bezwaarschrift tegen het door de burgemeester genomen besluit van 24 mei 2000, "zou de waardigheid van de keizer in zijn thuisland Japan te zeer worden aangetast indien er foto's op ander beeldmateriaal zou verschijnen van de keizer met spandoeken op de achtergrond".
(2) "7 dagen", VPRO, 21 januari 2001.


Antwoorden op de vragen van mevrouw dr. A.C. Kant (SP) d.d. 23 januari 2001

1/6 Tijdens de voorbereiding van het staatsbezoek van de keizer van Japan is met grote zorgvuldigheid en in ruime mate aandacht besteed aan de emoties die dat bezoek, gelet op de Tweede Wereldoorlog, zou kunnen oproepen. Met het oog daarop heeft een aantal malen overleg plaatsgevonden tussen een delegatie van ministers en vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap. In dat overleg is namens de regering een oproep gedaan om een waardig bezoek van de keizer mogelijk te maken. Die oproep is eveneens benadrukt in de contacten van met name het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de betrokken gemeenten. Oproepen tot het beperken van het recht op vrijheid van meningsuiting zijn niet gedaan. Uitgangspunt bij het organiseren van bedoeld staatsbezoek was - zoals bij alle staatsbezoeken en andere bezoeken van hoge buitenlandse gasten het geval is - dat het treffen van maatregelen ten behoeve van orde en veiligheid de primaire verantwoordelijkheid is van het lokaal bevoegd gezag.
De Wet openbare manifestaties geeft de burgemeester de bevoegdheid om met het oog op een veilig en ordelijk verloop voorschriften en/of beperkingen te stellen aan demonstraties.

7. In de beslissing op het bezwaarschrift heeft de burgemeester van Apeldoorn het besluit van 24 mei 2000 om procedurele redenen herroepen. Het verweerschrift betreft een document waarin het standpunt namens het betrokken bestuursorgaan is verwoord in de (hoor)fase voorafgaand aan de beslissing op het bezwaarschrift. Na advies van de hoorcommissie heeft het gemeentebestuur besloten de bezwaren gegrond te verklaren.

Ministerie van Algemene Zaken - Binnenhof 20 - Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage