European Commission

ip/01/199

Brussel, 13 februari 2001

Commissie geeft gedeeltelijk afwijzende beschikking ten aanzien van steun aan SCI (computerassemblage) in Nederland

De Europese Commissie heeft vastgesteld dat de steun van 1,5 miljoen die werd uitgekeerd aan de computerassemblagefabriek van SCI in Heerenveen (Nederland) niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en door de Nederlandse autoriteiten moet worden teruggevorderd. De steun voor de schepping van arbeidsplaatsen voor verscheidene categorieën minder bevoorrechte werknemers werd wel toegestaan, aangezien de Nederlandse autoriteiten erop zullen toezien dat deze steun, in combinatie met investeringssteun, onder het plafond van 20% van de subsidiabele kosten zal blijven. De huidige raming van de gecombineerde steun die kan worden toegestaan, bedraagt 6,6 miljoen . De onrechtmatig verleende steun ontstond door de verkoop van een grondperceel onder de marktprijs en een lage huur voor tijdelijke productiefaciliteiten. Voorts betaalden de regionale autoriteiten de renovatie van deze faciliteiten en de veiligheidsdiensten rondom deze faciliteiten. In een marktconforme situatie had SCI deze kosten zelf moeten betalen. Enkele andere maatregelen voor in totaal 0,8 miljoen zijn niet aangemerkt als staatssteun.

In november 1997 besloot SCI Systems te investeren in een nieuwe fabriek voor de assemblage van Hewlett Packard desktop PC's op een industrieterrein in Heerenveen (Nederland). Naar aanleiding van een klacht stelde de Commissie een onderzoek in naar verscheidene door de overheid gesubsidieerde maatregelen in verband met deze investering.

SCI ontving steun in het kader van het "2000-Banen-Programma", een regeling die voorziet in loonsubsidies voor langdurig werklozen en andere categorieën minder bevoorrechte werknemers wanneer de werkgelegenheidsschepping samenhangt met investeringen. Deze steun komt bovenop een investeringspremie, uitgekeerd in overeenstemming met een door de EU goedgekeurde steunmaatregel, de
Investeringspremieregeling. Wegens het arbeidsintensieve karakter van het investeringsproject zullen de subsidiabele kosten, berekend op basis van de loonkosten over een periode van twee jaar, uitkomen op circa 33 miljoen . De Nederlandse autoriteiten hebben zich verplicht erop toe te zien dat de gecombineerde steun niet meer dan 20% van de subsidiabele kosten zal bedragen. Naar schatting zal deze uitkomen op 6.6 miljoen . Aangezien het investeringsproject nog niet is voltooid en de nieuwe arbeidsplaatsen gedurende vijf jaar in stand dienen te blijven, zijn aan de beslissing tot goedkeuring van de steun in het kader van het 2000-Banen-Programma strikte voorwaarden inzake toezicht verbonden.

De niet-goedgekeurde steun betreft verschillende maatregelen. Allereerst verkocht de openbare ontwikkelingsmaatschappij IBF 14,4 hectare grond aan SCI voor 2,27 per m2, terwijl de marktprijs volgens berekeningen van de Commissie 7,42 per m2 bedroeg. Het gevolg is dat voor 753.000 aan steun werd verleend. Ten tweede huurde de NOM (Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij) tijdelijke productiefaciliteiten in Leek, op een afstand van circa 30 kilometer, welke werden doorverhuurd aan SCI voor een lagere prijs. Dit leverde een steunbedrag op van 131.000 . De NOM betaalde verder een gedeelte van de kosten van de renovatie van deze faciliteiten, waaruit een derde element van steun ontstond: 272.000 . Tot slot betaalde de NOM voor de beveiliging van de tijdelijke productiefaciliteiten. In een marktconforme situatie had SCI deze kosten zelf moeten dragen, hetgeen betekent dat sprake is van een verder bedrag aan staatssteun van 353.000 . De NOM financierde deze maatregelen uit een speciaal fonds dat is ingesteld door de provincie Friesland. De NOM betaalde eveneens 812.000 voor openbaar-vervoerdiensten tussen Heerenveen en Leek voor de nieuwe werknemers van SCI. De Commissie heeft echter vastgesteld dat dit niet als staatssteun hoeft te worden aangemerkt, aangezien het ten goede kwam aan de individuele werknemers, terwijl SCI niet verplicht was dergelijk vervoer te betalen. Verdere steun voor het onderbrengen van SCI-personeel in de beginfase van het project bleef tenslotte onder de de minimis drempel van 100.000 .