Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Tussendocument Politieonderwijs 2002

Een publicatie bij het onderwerp Politie
19 februari 2001
Het Tussendocument Politieonderwijs 2002 bestaat uit de volgende onderdelen:
I Preambule
II Afspraken voor nieuw aan te stellen personeel I Preambule
Naar verwachting wordt met ingang van 1 januari 2002 het politieonderwijs drastisch vernieuwd.
De belangrijkste kenmerken van het vernieuwde politieonderwijs (Politieonderwijs 2002) in vergelijking met het huidige politieonderwijs zijn:


* inhoud van het politieonderwijs: de opleidingen zijn gebaseerd op vijf beroepsprofielen waarvan competentiegerichte eindtermen zijn afgeleid. De beroepsprofielen en eindtermen worden vastgesteld door de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie;

* structuur van het politieonderwijs: het politieonderwijs sluit aan op de structuur van het reguliere beroeps- en hoger onderwijs. Hierdoor ontstaat er de mogelijkheid tot diplomaequivalentie. Een diploma behaald in het politieonderwijs kan in het reguliere onderwijs leiden tot vrijstellingen en omgekeerd;
* vorm van het politieonderwijs: binnen de vernieuwde politieopleidingen zal meer nadruk liggen op de combinatie leren en werken (duaal stelsel/ werkend leren).

De beroepsprofielen en kwalificatieniveaus zijn gebaseerd op de wensen van korpsen om in de toekomst te kunnen beschikken over een gedifferentieerd en op de politiepraktijk toegespitst aanbod van politieopleidingen, dat aansluit op de kwalificatiestructuur van het reguliere onderwijs. Aan de hand van het gedifferentieerde onderwijsaanbod kunnen korpsen op flexibele wijze inspelen op de behoefte aan personeel en wordt de in- en doorstroom van medewerkers vereenvoudigd.

Het Politieonderwijs 2002 bestaat uit onderwijs- en leertrajecten voor vijf verschillende niveaus van beroepsuitoefening.

* assistent politiemedewerker (niveau 2)
duur van de opleiding: 1,5 jaar (2400 sbu)

* politiemedewerker (niveau 3)
duur van de opleiding: 3 jaar (4800 sbu)

* allround politiemedewerker (niveau 4)
duur van de opleiding: 4 jaar (6400 sbu)

* politiekundige (niveau 5)
duur van de opleiding: 4 jaar (6720 sbu)

* politiekundige (niveau 6)
duur van de opleiding: 4 jaar (6720 sbu)

De nieuwe manier van denken in niveaus van beroepsbeoefening zal in de praktijk van de korpsen verder gestalte moeten krijgen. Het LSOP ondersteunt de korpsen hierbij onder andere binnen de kaders van het deelproject Korpsimplementatie.

Het Politieonderwijs 2002 heeft gevolgen voor de rechtspositie van het nieuwe personeel. Hiervoor dient de rechtspositie te worden aangepast.

Over de gevolgen voor het zittend personeel worden nog nadere afspraken gemaakt.

II Afspraken voor nieuw aan te stellen personeel


1. Aanstelling en salariëring nieuw personeel



1.1 Aanstelling
De aspiranten worden voor de duur van de opleiding in tijdelijke dienst aangesteld indien en voorzover de opleiding niet langer dan twee jaar duurt. Indien de opleiding langer duurt dan twee jaar worden zij in tijdelijke dienst aangesteld voor de duur van twee jaar. Aan het einde van deze twee jaren volgt een beoordeling.

Indien deze beoordeling voldoende is of de opleiding inmiddels met goed gevolg is afgerond, wordt deze tijdelijke aanstelling vervolgd met een tijdelijke aanstelling voor de duur van een proeftijd van maximaal één jaar, gevolgd door een vaste aanstelling. Indien de aspirant in de proeftijd onvoldoende heeft gefunctioneerd, eindigt de aanstelling en dient de studie te worden gestaakt. Na voldoende functioneren volgt een aanstelling in vaste dienst.

Het niet behalen van de onderdelen van de opleiding binnen de gestelde tijd, ook indien sprake is van een vaste aanstelling, zal als ontslaggrond gehandhaafd blijven;


1.2. Salaris gedurende de opleiding met ingang van 1-1-2002 (bij invoering van Politieonderwijs 2002)
Voor het salaris gedurende de opleiding zijn de volgende bedragen overeengekomen.

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

0-6 mnd

2545

0-6 mnd

2545

0-6 mnd

2545

0-6 mnd

2545

0-6 mnd

2545

6-12 mnd

2655

6-12 mnd

2655

6-12 mnd

2655

6-12 mnd

2655

6-12 mnd

2655

12-18 mnd

2864

12-24 mnd

2864

12-24 mnd

2864

12-24 mnd

2864

12-24 mnd

2864

24-36 mnd

3146

24-36 mnd

3259

24-36 mnd

3465

24-36 mnd

3465

36-48 mnd

3513

36-48 mnd

3872

36-48 mnd

3872


1.3. Salariëring na de opleiding
Na het succesvol afronden van de opleiding is de minimale hoogte van het bedrag dat men ontvangt:

Opleidingsniveau

gegarandeerd inschalingsbedrag
bruto per maand


2


f. 3084


3

f. 3374


4

f. 3794


5

f. 4268


6

f. 4372

De inschaling in een schaal is afhankelijk van ontwikkelingen binnen het desbetreffende korps op het gebied van functie en van functievervulling, alsmede van de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker.


2. Overige rechtspositionele afspraken


a. Arbeidstijd
Voor de aspirant geldt dezelfde gemiddelde arbeidstijd als voor het overige personeel.

b. Verlof
Voor de aspirant wordt per jaar ten minste 165,6 uur verlof ingeroosterd door het LSOP. Van dit verlof wordt jaarlijks ten minste twee weken aaneengesloten ingeroosterd.

c. Toelagen
De toelagen voor inconveniënten, consignatie en overwerk (inclusief uurvergoeding) zijn van toepassing voor de periodes dat de aspiranten arbeid verrichten in het korps (perioden van werkend leren). Voor de periodes dat zij op een instituut worden opgeleid, gelden deze toelagen niet.

d. Opbouw AFUP
De opbouw van het algemene deel van de AFUP start vanaf de eerste dag van de aanstelling als aspirant. De opbouw van het specifieke deel van de AFUP start nadat de aspirant tijdelijk wordt aangesteld voor de duur van de proeftijd, dus niet gedurende de periode van de eerste tijdelijke aanstelling.

e. Toepassing ATW
Voor de periodes dat de aspirant arbeid verricht bij een korps, is de Arbeidstijdenwet van toepassing.

f. Disciplinaire straffen
Alle disciplinaire maatregelen worden van toepassing voor de aspiranten waarbij als bijzondere maatregel voor de aspirant tevens kan gelden de tijdelijke verwijdering van het opleidingsinstituut (art. 77, tweede lid Barp).

g. Vakantie-uitkering
De aspirant ontvangt een vakantie-uitkering van 8% van het salaris met een minimum bedrag dat gelijk is aan het bedrag genoemd in artikel 27, tweede lid, Bbp.

h. Eindejaarsuitkering
De eindejaarsuitkering wordt ook toegekend aan de aspirant.

i. Rangen
Gedurende de gehele opleiding behoudt betrokkene de rang van aspirant.

Relevante links:
Akkoord over aanpassing rechtspositie na invoering nieuw politieonderwijs