Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

Den Haag, 19 februari 2001

NMa verbiedt anti-leurregeling schildersbranche

Heden heeft de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) bepaald dat de anti-leurregeling van de schildersbranche in strijd is met het kartelverbod en daarom verboden. In november 1998 had de NMa al in een voorlopig oordeel aangegeven, dat diverse aanbestedingsregelingen uit de bouw niet voor een ontheffing in aanmerking zouden komen. Behalve de regeling van de schildersbranche zijn de overige regelingen toen ingetrokken. Nu heeft de NMa in een definitief besluit vastgesteld, dat de regelingen die de Vereniging Belangen Behartiging Schildersbedrijf had aangemeld mededingingsbeperkend zijn en dus verboden.

Het betreft regelingen die afspraken bevatten over gezamenlijk gedrag van ondernemingen die een aanbesteding doen voor een schildersproject. Zo zijn de deelnemers aan de regelingen verplicht om zich op een centraal punt te melden als zij een offerte willen indienen. Vervolgens wordt centraal vastgesteld welke aanbieder het exclusieve recht krijgt om gedurende twee maanden te onderhandelen met de opdrachtgever. In de tussentijd mag deze niet onderhandelen met andere aanbieders. Dit gebeurt volgens de betrokkenen om 'leuren' te voorkomen. Volgens de NMa is de aanbesteder zelf prima in staat om de aanbiedingen te beoordelen en is wat de branche aanduidt als 'leuren' een normale vorm van concurrentie.
De centraal geregistreerde aanbieders ontvangen een vergoeding voor hun calculatiekosten. Volgens de NMa leidt dit systeem tot prijsverhoging. De naleving van de regelingen kan worden afgedwongen door het opleggen van sancties. Ook deze elementen in de regeling van de schildersbranche waren aanleiding voor het nu uitgesproken verbod.