DOOR VUURWERKRAMP IN ENSCHEDE GETROFFEN ONDERNEMERS
Datum: 19-02-2001
De leden van de Tweede Kamer Poppe en De Wit (beiden SP) hebben aan de
staatssecretaris van Economische Zaken op 30 januari 2001 de volgende
schriftelijke vragen gesteld.
1 Is het u bekend dat tot op heden nog geen uitbetalingen zijn
verricht op basis van de regeling voor de door de vuurwerkramp in
Enschede getroffen ondernemers? 1)
2 Welke maatregelen gaat u nemen opdat er spoedig uitbetaald zal
worden aan de getroffen ondernemers?
3 Is het waar dat de regeling uitgaat van het bestaansrecht van de
onderneming, waarbij een bepaald inkomen wordt gehanteerd? Zo ja, op
welke grens ligt dit inkomen? Waarom staat dit criterium niet vermeld
in uw brief over de regeling voor getroffen
ondernemers? 2)
4 Klopt het dat een groot aantal ondernemers niet in aanmerking komt
voor de regeling? Zo ja, om hoeveel ondernemingen gaat het en hoe
verhoudt zich dit aantal tot het totale aantal getroffen
ondernemingen?
5 Bent u nog steeds van mening dat naar schatting 95-98% van de
getroffen ondernemers door toepassing van deze regeling hun bedrijf op
aanvaardbare wijze zullen kunnen voortzetten? 2) Zo nee, bent u bereid
de criteria voor de regeling voor de getroffen ondernemers te
verruimen?
1) Algemeen Dagblad, 26 januari jl.
2) Kamerstuk 27 157, nr. 12
De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft deze vragen als volgt beantwoord
1 De Stichting financiële hulpverlening vuurwerkramp behandelt momenteel de eerste aanvragen. Tot nu toe zijn ruim 150 aanvragen door ondernemers ingediend. De
Stichting verwacht binnenkort de uitbetaling op dossiers te kunnen starten. In urgente gevallen zijn reeds voorschotten verleend.
2 Ik zie thans geen redenen tot ingrijpen. Ik heb vertrouwen in een
goede afwikkeling door de Stichting.
3 De regeling voor ondernemers welke door de Stichting wordt
gehanteerd bevat geen inkomenscriterium.
Uitgangspunt van de regeling is dat er geen ondernemers als gevolg van
de ramp failliet mogen gaan. Uit dien hoofde zijn er wel bepalingen,
bijvoorbeeld t.a.v. gegenereerde verliezen en eventuele staat van
faillissement of surseance van de onderneming vóór het moment dat de
vuurwerkramp plaatsvond, die een check op de levensvatbaarheid
inhouden.
De uitkering uit hoofde van de regeling is wel aan een maximum van
Euro 100.000 over een periode van 3 jaar gebonden, conform de
bepalingen van de Mededeling van Europese Commissie inzake de-minimis
steun.
4 De Stichting behandelt momenteel de eerste aanvragen. Er is derhalve
nog geen zicht op het totaal aantal ondernemers dat een aanvraag zal
indienen, noch op het aantal ondernemers dat niet voor een
tegemoetkoming op grond van de regeling in aanmerking zal komen.
5 Ja, de Stichting heeft op basis van de huidige regeling voldoende
ruimte om per ondernemer in maatwerk een uitkering vast te stellen. Er
zijn tot dusver geen knelpunten gemeld.