NKI/AvL home
Het Nederlands Kanker Instituut
Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis

ACTUEEL

pers-archief

P E R S B E R I C H T

Cosmetische resultaten na operatie steeds belangrijker

Amsterdam, 19 februari

Nu sparende operaties bij borstkanker niet méér kans op het terugkomen van de tumor blijken te bieden dan amputaties, kan er nadrukkelijker aandacht komen voor het cosmetisch effect van de behandeling. Een aangepaste manier van bestralen zou fraaiere resultaten opleveren. Maar dat kan niet bij alle leeftijden. Conny Vrieling - den Hertog deed onderzoek naar de cosmetische resultaten van borstsparende operaties. Op 21 februari 2001 promoveert ze op ''the beauty of the breast''.

De diagnose borstkanker betekent tegenwoordig lang niet altijd meer dat de patiënt de borst zal moeten missen. Zo mogelijk wordt de tumor uit de borst verwijderd en blijft de borst gespaard. Maar niet alleen de zogenaamde borstsparende operatie bepaalt het cosmetisch resultaat, ook de radiotherapie, die als onderdeel van de behandeling wordt gegeven. Bij deze bestraling wordt een extra dosis gegeven op de plek waar de tumor heeft gezeten. Deze zogenaamde ''boost'' moet een eventuele terugkeer van de tumor verhinderen.
Vrieling, radiotherapeute in opleiding in het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, beantwoordt in haar proefschrift onder meer de volgende vragen:


- hoe beoordeel je het cosmetisch resultaat van borstsparende behandelingen met of zonder boost?

-
levert het achterwege laten van de boost een fraaier cosmetisch resultaat op en

- geeft weglaten van de boost meer kans op een recidief ( terugkeer van de tumor)?

Vrieling had voor haar proefschrift de beschikking over vele duizenden foto's uit een internationaal Europees vergelijkend onderzoek onder 5000 borstkankerpatiënten dat tussen 1989 en 1996 werd gehouden. Na een borstsparende operatie en bestraling van de gehele borst kreeg de helft van de patiënten de boost op de oorspronkelijke tumorplek, terwijl de andere helft dit niet kreeg.
Het cosmetisch effect werd steekproefsgewijs beoordeeld door een panel, kort na de operatie en daarna met tussenpozen van drie jaar. Voorts werd een scan, een zogenaamde digitizer gebruikt voor de beoordeling.
Het bleek dat het panel een, weliswaar subjectiever, maar toch beter totaal oordeel velde. De digitizer op zijn beurt levert wel een objectief oordeel op, maar dat is beperkter. De scan is wel geschikt om twee verschillende behandelingsmethoden op de meest objectieve wijze tegen elkaar af te zetten, bijvoorbeeld twee verschillend methoden van borstsparende behandelingen.

Voorts bleek een behandeling met boost over het algemeen goede cosmetische resultaten op te leveren. Over drie jaar gemeten heeft 71% van de patiënten, die een boost kregen, een goed tot excellent resultaat tegen 86% van de patiënten, die geen boost kregen.

Dat is goed nieuws voor vooral jongere vrouwen, die blijken de boost niet te kunnen missen. Immers, vooral patiënten onder de 40 hebben een grotere kans op terugkeer van de tumor. Zij hebben zonder boost twee keer zoveel kans op een recidief dan als wanneer zij wel een boost krijgen. Hoewel vrouwen tussen de 40 en 50 jaar minder kans op een recidief hebben, is ook bij hen de kans op terugkeer van de tumor dubbel zo groot als wanneer geen boost was gegeven.

Het verschil tussen de kans op een recidief met of zonder boost voor vrouwen boven de 50 is zeer gering. Daarom krijgen deze in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis / Nederlands Kanker Instituut na een sparende behandeling geen boost meer.

Einde bericht.

Informatie voor de pers:
Conny Vrieling - den Hertog promoveert op woensdag 21 februari om 15.45 uur in de aula van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit aan de Boelelaan 1105 in Amsterdam. Promotor is prof.dr. G.M.M. Bartelink.