Home > Actueel > Persberichten > Martelen in China nog steeds
wijdverbreid
Persbericht Amsterdam, 12-02-2001
Terug
China
Martelen in China nog steeds wijdverbreid
Toen de geboortecontroleambtenaren Zhou Jianxiong in mei 1998 te
pakken kregen, hingen ze hem ondersteboven, sloegen hem meerdere malen
met een zweep en houten knuppels, bewerkten hem met sigarettenpeuken,
takelden hem toe met een soldeerbout en sneden zijn genitaliën af. De
30 jarige boer uit de provincie Hunan werd doodgemarteld omdat de
ambtenaren de verblijfplaats wilden weten van zijn vrouw, die ervan
werd verdacht zonder toestemming zwanger te zijn.
Dit voorbeeld is geen geïsoleerd incident. Amnesty International
heeft de afgelopen jaren honderden gevallen van marteling in China
gedocumenteerd. Martelen is wijdverbreid en komt systematisch voor in
politiebureaus, heropvoedingskampen en tal van overheidsinstellingen,
maar ook in huis, op het werk en in het openbaar, aldus Amnesty
International in een vandaag verschenen rapport over martelen in
China. Iedereen loopt het risico om slachtoffer te worden van
marteling: van criminele verdachten en politieke dissidenten tot
arbeiders en onschuldige omstanders.
In het rapport China: Torture A growing scourge wordt een groeiend
aantal overheidsfunctionarissen genoemd als daders van marteling. Niet
alleen de politie maakt zich schuldig aan marteling, maar ook
belastingambtenaren, ambtenaren die boetes innen, rechters,
aanklagers, rechtbankpersoneel, dorps- en partijleiders en allerlei
soorten veiligheidspersoneel. Zo berichtten de media in de provincie
Shenzen in 2000 bijvoorbeeld over een aantal zaken, waarin
beveiligingspersoneel van winkels klanten die klaagden over de prijzen
of verdacht werden van diefstal, sloegen, martelden en soms
vermoordden.
De meest uiteenlopende groepen lopen in China het risico om
slachtoffer te worden van marteling.
Veel vrouwen zijn gemarteld, verkracht en seksueel misbruikt nadat zij
door politieagenten beschuldigd werden van prostitutie. In juli 2000
werd in Fuquan een 25 jarige kapster door twee politiemensen in burger
uit haar kapsalon gesleept en meegenomen naar een politiebureau. Hier
werd zij ondervraagd en beschuldigd van prostitutie. Toen ze deze
aantijgingen ontkende, werd ze met houten stokken geslagen en onder
bedreiging van een geweer verkracht. Na twee dagen werd ze weer
vrijgelaten.
Iedereen kan ook het risico lopen gemarteld te worden op beschuldiging
van zwerverij. In juli 1999 werd in Guangzhou een vrouw tijdens een
zakenreis gearresteerd. Haar bagage was gestolen, maar de politie
dacht dat ze een psychisch gestoorde zwerver was. Ze werd naar een
ziekenhuis voor zieke, invalide en geesteszieke zwervers gebracht,
waar ze slachtoffer werd van een groepsverkrachting. Haar familie
moest een behandelingstoelage betalen om haar weer vrij te krijgen.
Hoewel ze later 8 tot 9 verdachten identificeerde en diverse verzoeken
tot compensatie indiende, liep het onderzoek vast totdat de media
aandacht aan de zaak ging besteden.
Het martelen van politieke dissidenten komt nog dagelijks voor en ook
het zonder geldige redenen opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis
wordt nog steeds gebruikt om dissidenten te onderdrukken.
In de Xinjiang Oeigoer Autonome Regio en Tibet worden de meeste
politieke gevangen gemarteld. In juli 1999 ontkende de etnische
Oeigoer Zulikar Memet beschuldigingen van separatisme, omdat zijn
bekentenis na marteling was verkregen. Hij liet de rechtbank de
littekens van marteling zien, waaronder zijn uitgetrokken
vingernagels. Er werd echter geen onderzoek ingesteld. Zulikar Mehmet
werd op 14 juni 2000 geëxecuteerd.
De Chinese media spelen een steeds belangrijker rol in het groeiende
debat over machtsmisbruik door de politie, de tekortschietende
juridische bescherming en de verschrikkingen van verschillende vormen
van detentie. De media berichten echter nooit over beschuldigingen van
marteling in politieke zaken.
Marteling in China blijft een zeer belangrijke zorg op
mensenrechtengebied. Zowel het aantal overheidsfunctionarissen dat
martelt als het aantal slachtoffers wordt steeds groter. De overheid
geeft al een aantal jaren toe dat marteling een serieus probleem is,
en heeft onder anderen in 1988 het VN-Verdrag tegen Martelen
geratificeerd, maar in de praktijk doet men weinig om het probleem op
te lossen. De Chinese regering moet nu effectieve actie ondernemen,
aldus Amnesty International.
Hoewel de Chinese regering zegt martelen te willen bestrijden, leidt
onderzoek er zelden toe dat daders voor de rechter komen en accepteren
rechters gemakkelijk de ontkenningen van overheidszijde. De
bestrijding van marteling wordt ondermijnd door overheidsbevelen
tijdens anti-misdaad campagnes of campagnes tegen de politieke
oppositie, zoals de Falun Gong en vermeende separatisten in de
Xinjiang Oeigoer Autonome Regio. Overheidsfunctionarissen krijgen dan
het groene licht om met alle beschikbare middelen zo snel mogelijk
resultaten te behalen.
Het rapport doet een aantal aanbevelingen aan de Chinese regering,
waaronder:
* rechtbanken moeten het gebruik van door marteling verkregen bewijs
uitsluiten
* er moet een eind komen aan incommunicado- en willekeurige detentie
* gevangenen moeten betere toegang krijgen tot familie, advocaten en
medische voorzieningen
* er moet een effectief klachtenmechanisme voor slachtoffers van
marteling worden ingesteld
Amnesty International afdeling Nederland
Terug Naar boven