Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Onderzoek: BZK-ambtenaar niet omgekocht

Er zijn geen aanwijzingen dat een ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), die de subsidieregeling rond het opsporen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog uitvoert, bewust - laat staan tegen beloning - bepaalde bedrijven heeft bevoordeeld die zich bezig houden met het opsporen van explosieven. Er is dan ook geen enkele aanleiding maatregelen tegen de betrokken ambtenaar te nemen.

Deze conclusie trekt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit een onderzoek door Deloitte en Touche Forensic Services. Het onderzoek werd ingesteld nadat drie bedrijven - via de werkgeversorganisatie vno/ncw - beschuldigingen tegen de ambtenaar hadden geuit. De beschuldiging was dat de ambtenaar tegen beloning gemeenten adviseerde met bepaalde bedrijven wel en met andere bedrijven niet in zee te gaan bij het opsporen van explosieven. De gemeenten krijgen voor het opsporen en ruimen van explosieven subsidie van het ministerie van BZK.

De betrokken ambtenaar voert de subsidieregeling al sinds 1982 uit, eerst bij het ministerie van Financiën en sinds januari 2000 bij het ministerie van BZK. Voor veel gemeenten fungeerde hij als vraagbaak en deskundige. Dat is hem niet te verwijten, maar is ontstaan door de ingewikkelde regelgeving en de sterke behoefte bij gemeenten aan advies. Daardoor is in de contacten met de gemeenten onbedoeld een adviserend element gekomen.

Naar aanleiding van de klachten heeft het ministerie van BZK de interne procedures en de subsidieregeling kritisch tegen het licht gehouden. Besloten is de informatieverstrekking aan gemeenten voortaan zo veel mogelijk schriftelijk te laten verlopen, zodat over de objectiviteit van de informatie geen twijfel kan ontstaan. Verder worden nu systematisch alle beslissingen over de toepassing van de subsidieregeling door twee afdelingen behandeld, met aan de ene kant aandacht vanuit een financieel-technische invalshoek en aan de andere kant oog voor de openbare veiligheid en de positie van gemeenten. Deze functiescheiding betekent een extra waarborg voor de objectiviteit van de uitvoering. Daarnaast wordt gewerkt aan een meer inzichtelijke regelgeving, wat bijdraagt aan een transparante uitvoering ervan.

Het ministerie van BZK betreurt in hoge mate de beschuldigingen die tegenover de betrokken ambtenaar zijn geuit en de onaangename periode die hij daardoor heeft doorgemaakt.

Noot voor de redactie,