Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

CVZ-rapport monitor hulpmiddelen (najaar 2000)

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DGB/HM 2159843

6 maart 2001

Onlangs heeft het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) de najaarsrapportage van de Monitor hulpmiddelen aan mij aangeboden. Deze najaarsmonitor is een actualisatie van het Rapport Monitor hulpmiddelen 2000. Dit rapport is u bij brief van 16 juni 2000, kenmerk DBO-CB-U-2080599 aangeboden. Daarbij is toegezegd u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen die zich op het terrein van de medische hulpmiddelen voordoen. In verband hiermee treft u als bijlage het Rapport Monitor hulpmiddelen, najaar 2000 van het CVZ aan.

Deze najaarsmonitor geeft inzicht in de uitgavenontwikkeling van aan ziekenfonds-verzekerden verstrekte hulpmiddelen over de jaren 1996 tot en met 1999 en geeft een prognose van de uitgavenontwikkeling over het jaar 2000. Per deelmarkt wordt ingegaan op de oorzaken die ten grondslag liggen aan de gesignaleerde ontwikkelingen.

Het College constateert dat voor het jaar 2000 sprake is van een beheerste kostenont-wikkeling. Het CVZ verwacht dat de kosten van de verstrekking hulpmiddelen in 2000 met circa 4,7% zullen toenemen. Dit percentage is lager dan het percentage waarmee in de Zorgnota 2000 rekening is gehouden.

Een deel van de geconstateerde groei kan verklaard worden door de meer dan gemiddelde toename van het aantal ziekenfondsverzekerden als gevolg van de maatregelen van kleine zelfstandigen in het ziekenfonds. Deze toename betrof 3,4% van het aantal ziekenfonds-verzekerden. Voor de overige ontwikkelingen en mutaties op de verschillende deelmarkten verwijs ik u kortheidshalve naar de bijgesloten monitor.

Daar waar bepaalde kostenontwikkeling niet of niet volledig te verklaren zijn heeft het CVZ een verdiepingsstudie gepland. De eerste resultaten van deze verdiepingsstudie zullen naar verwachting in de meimonitor gepresenteerd worden.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. E. Borst-Eilers