Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ. 2001/400
datum
08-03-2001

onderwerp
Verslag Landbouwraad 26 februari 2001 te Brussel TRC 2001/2295 doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Op maandag 26 februari 2001 vond in Brussel een vergadering plaats van de ministers van Landbouw van de Europese Unie. Tijdens deze Landbouwraad stonden de maatregelen voor het herstel van de rundvleesmarkt prominent op de agenda. Het ging daarbij vooral om een speciale opkoopregeling waarover definitieve besluitvorming in het beheerscomité zal plaatsvinden. In het kader van het herstel van de rundvleesmarkt is verder gesproken over de overige zes punten van het zevenpunten-plan van de Commissie. Naast het debat over de plannen ten aanzien van rundvlees, sprak de Raad over de stand van zaken in de bestrijding van BSE en over een Duits memorandum over scrapiebestrijding. De Commissie gaf een toelichting op de voortgang van de oprichting van de Europese Voedsel Autoriteit en de stand van zaken in de landbouwonderhandelingen in de WTO. Onder het punt 'diversen' kwamen verschillende onderwerpen ter sprake. Het ging onder meer over toetreding van de Unie tot de Codex Alimentarius, de etikettering van veevoedergrondstoffen met het oog op GMO's en de uitbraak van mond- en klauwzeer in Engeland.

up

datum
08-03-2001

kenmerk
IZ. 2001/400

bijlage

Bovine Spongiforme Encefalopathie (BSE) en scrapie

Commissaris Byrne ging in op de stand van zaken. Hij sprak niet alleen over BSE maar ook over scrapie dat door het Duitse memorandum op de agenda is gekomen en over het ruimingsbeleid bij BSE. Duitsland heeft de Commissie gevraagd om nadere voorstellen op het gebied van monitoring en testen van scrapie en BSE bij schapen en geiten. Ook vroeg dit land om communautaire maatregelen die garanderen dat alleen dieren uit scrapie-vrije kudden in de handel komen, zodat alle risico's voor consumenten worden uitgesloten.

Wat de stand van zaken bij BSE betrof, achtte commissaris Byrne het van groot belang dat de lidstaten de bestaande maatregelen toepassen. Alleen dan kan het vertrouwen van de consumenten hersteld worden. Er zijn nog hiaten te constateren in de controle op de naleving van de afgesproken maatregelen. Wat de scrapie betreft wordt de lijst van risicomaterialen voortdurend bijgesteld. Er vindt een actieve monitoring van schapen en geiten plaats. Probleem is dat er nog geen test beschikbaar is waarmee BSE van scrapie onderscheiden kan worden.

Dat is wel nodig. We moeten, zo stelt de Commissaris, er alles aan doen om scrapie uit te roeien en daarvoor zijn uniforme maatregelen in de Unie nodig. Over het ruimingsbeleid bij BSE merkte Commissaris Byrne op dat de nieuwe TSE-verordening die binnenkort van kracht wordt onder andere slachting van de gehele kudde voorschrijft.

In de discussie over de stand van zaken bij de BSE-bestrijding heb ik aangegeven dat Nederland een groot aantal maatregelen heeft getroffen om het risico op besmetting tot een minimum te beperken. Verder heb ik gewezen op het belang van een geharmoniseerde aanpak in Europees verband, ook als het gaat om de financiering van de veterinaire maatregelen. Ik heb de Commissie gevraagd in hoeverre de maatregelen die op nationaal niveau zijn genomen inmiddels zijn opgeheven. In dat licht vroeg ik de Commissie ook hoe zij nationale steunmaatregelen beoordeelt. Met nadruk heb ik erop gewezen dat het zeer noodzakelijk is dat we in communautair verband zo spoedig mogelijk maatregelen dienen te nemen om te voorkomen dat vlees van runderen uit derde landen, die mogelijk met diermeel geproduceerd voer hebben gegeten, in Europa wordt ingevoerd. Duidelijk heb ik ook mijn instemming betuigd met het Duitse voorstel en de conclusies van de Commissie om scrapie te bestrijden. Wel heb ik daarbij gewezen op de noodzaak van een goed functionerend identificatie- en registratiesysteem. De Nederlandse positie in de discussie over de reikwijdte van de ruiming na constatering van een BSE-geval heb ik weergegeven. Ik gaf aan dat Nederland uit voorzorg het gehele bedrijf, het voedercohort en het geboortecohort ruimt.

Enkele andere lidstaten gaven aan geen beperking van het ruimingsregime te willen dan alleen onder stringente voorwaarden, waaronder harmonisatie binnen de EU. In het algemeen brachten een groot aantal lidstaten in uiteenlopende bewoordingen de noodzaak van een wetenschappelijk onderbouwd ruimingsbeleid naar voren en de behoefte aan onderzoek dat daaraan ten grondslag ligt. Voor de beoordeling van maatregelen werd het SSC (Scientific Steering Committee) als bevoegde instantie regelmatig genoemd.

Commissaris Byrne gaf in zijn reactie op de ruimingsdiscussie blijk van zijn verbazing over de naar voren gebrachte standpunten. Dit omdat de Raad in december had besloten tot ruiming van kudde en cohorten. Daarmee is, zodra het Europees Parlement instemt, er een Gemeenschappelijk Europees beleid. Over de nationale maatregelen zei hij alle lidstaten per brief gevraagd te hebben nationale maatregelen in te trekken. Een verlenging van het diermeelverbod per 1 juli a.s. is nog in studie bij de Commissie. De import van specifiek risicomateriaal uit derde landen zal per 1 april verboden worden.

De voorzitter concludeerde dat een consistente lijn in de besluitvorming nodig is om geloofwaardig te blijven voor de consument. Verder zegde zij toe de discussie over de verlenging van het diermeelverbod zo snel mogelijk en in ieder geval voor het aflopen van het huidige verbod op 30 juni a.s., te voeren.

Hervorming marktordening rundvlees

De voorzitter gaf aan dat de Commissie maatregelen heeft genomen voor de kortere en langere termijn om de crisis op de rundvleesmarkt te bezweren.
De discussie daarover moet volgens haar in het bredere verband van de discussie over het Europese landbouwbeleid geplaatst worden.

Commissaris Fischler lichtte zijn plan toe. Hij noemde achtereenvolgens de zeven onderdelen.
1. Het niet toepassen van het interventieplafond van 350.000 ton. Deze maatregel is nodig omdat de consumptie met ongeveer 1/3 is gedaald. De Commissaris acht het noodzakelijk nu op deze manier in te grijpen in de markt, omdat de markt nu niet op een normale manier werkt;
2. Een speciale opkoopregeling. Met dit voorstel wil de Commissie tegemoetkomen aan die lidstaten die ethische problemen hebben. Ze kunnen nu zelf kiezen wat ze willen: opkopen en opslaan of vernietigen;
3. Individuele premies in plaats van nationale. Deze maatregel leidt tot een kleiner aantal premierechten. Daarnaast worden de historisch toegekende, maar niet-gebruikte, claims gekort. Deze maatregel vermindert de productiepotentie;
4. Premies tot een maximum van 90 dieren per kudde. Deze maatregel bevordert kleinschaligheid.
5. Premievoorwaarde van 1,8 GVE in plaats van 2,0 per hectare. Deze maatregel bevordert extensivering.
6. Toekenning van premies, onder voorwaarde dat 20 tot 40 procent van de kudde uit vaarzen bestaat. Deze maatregel vermindert het aantal kalveren dat geboren wordt;
7. Het op biologische wijze verbouwen van eiwithoudende gewassen op gronden die in aanmerking komen voor braaklegging. Deze maatregel bevordert de biologische landbouw.

In de discussie die vervolgens in de Raad ontstond tekenden zich forse verschillen af. Een aantal landen sprak zich - onder verwijzing naar de in 1996 genomen maatregelen - nadrukkelijk uit voor het verlengen van de huidige opkoopregeling. Op die manier, en zeker met destructie van overtollig vlees, zou in hun gedachtegang de markt zo snel mogelijk weer in evenwicht zijn en kregen de boeren de zo broodnodige steun. Het waren met name deze lidstaten die zich fel verzetten tegen een mogelijke discussie over verdergaande hervormingen van de marktordening. Andere lidstaten keerden zich daarentegen nadrukkelijk tegen de speciale opkoopregeling en daaraan verbonden kosten. Deze meer hervormingsgezinde lidstaten wilden de gelegenheid te baat nemen om een discussie over de marktordening rundvlees te openen. Zij wilden de hervormingen van Agenda 2000 wel met een jaar vervroegen. Het verhogen van het interventieplafond zagen deze lidstaten als een terugkeer naar een oud instrumentarium dat juist met de maatregelen van Agenda 2000 enigszins op zijn retour was. Deze lidstaten wilden dan ook niet weten van een verruiming van de interventiemogelijkheid.

Tegen de vervanging van braaklegging door het verbouwen van eiwithoudende gewassen rezen van verschillende kanten bezwaren. De ene lidstaat zag het als volstrekt onvoldoende ter vervanging van dierlijke proteïnes, terwijl een andere lidstaat de beperking tot biologisch geteelde gewassen niet acceptabel vond.

Diverse lidstaten gingen met de Commissie in eerste en tweede termijn in discussie over de financiële ruimte die er nog zou zijn om boeren extra te steunen.
Geheel conform de lijn die ik in het Algemeen Overleg van 22 februari jl. heb toegelicht, heb ik mijn visie op de plannen van de Commissie gegeven. Ik heb als eerste het belang genoemd van het herstel van vertrouwen van de consument in de veiligheid van het vlees. Als remedie heb ik een omslag in het beleid bepleit. Een omslag die naast het terugwinnen van het consumentenvertrouwen gekenmerkt wordt door het bevorderen van het dierenwelzijn, een beleid gericht op vergroening en verduurzaming, een beleid gericht op meer marktwerking en een beleid dat coherent is met het ontwikkelingsbeleid.

In het licht van deze noodzakelijke omslag heb ik het beleid dat de Commissie voorstelt getypeerd als een kortetermijnpolitiek waaraan werkelijk structurele elementen ontbreken. Ik heb dat geconcretiseerd door in te gaan op het zevenpunten-plan van de Commissie. Ik heb aangegeven dat de maatregelen gericht op verlaging van de GVE-grens, het opnieuw instellen van de 90-dierengrens per bedrijf, de maatregel voor braakgrond, het individualiseren van de stierenpremies en het aanpassen van de samenstelling van de kuddes (meer vaarzen) voor mij bespreekbaar zijn.

Zeer kritisch heb ik me betoond over het verhogen van het interventieplafond en het verlengen van de opkoop van oude dieren. De laatste maatregel draagt volgens mij niet bij aan het herstel van het consumentenvertrouwen. De opkoopregeling stuit bij mij op grote ethische bezwaren als landen de mogelijkheid behouden tot opkopen en vernietigen, terwijl bij opkoop en opslag het vlees boven de markt blijft hangen en mogelijk op den duur ook vernietigd wordt.

Als alternatief heb ik de Commissie en de Raad een drietal voorstellen gedaan. In de eerste plaats een versnelde uitvoering van de hervormingen van Agenda 2000. Dat biedt op korte termijn een meer marktgerichte aanpak en er komen premies beschikbaar voor de veehouders. Een tweede maatregel die ik voorstelde is het afmesten bij een lager slachtgewicht. In dat licht heb ik opnieuw de mogelijkheid van een particuliere opslag voor kalfsvlees naar voren gebracht. Als derde maatregel noemde ik het stellen van nog sterkere voorwaarden aan dierpremies, zoals een tijdelijk verbod op inseminatie voor zoogkoeien.

In eerste termijn en ook later in de discussie heb ik me sterk verzet tegen besluitvorming over de opkoopregeling in het kader van een beheerscomité. Een discussie over een onderwerp van zo een grote maatschappelijke importantie dient naar mijn mening in de Raad te geschieden. Ik heb in het kader daarvan het voorstel van een andere lidstaat gesteund om in een 'high level group' het gehele pakket maatregelen te bespreken en besluitvorming voor te bereiden.

In zijn reactie gaf Commissaris Fischler aan dat, nu de situatie op de markt zo dramatisch slecht is, er geen termen aanwezig zijn om meer marktwerking toe te laten. Hij wilde de huidige situatie duidelijk niet verbinden aan een meer fundamentele discussie over de marktordening. Hij sprak zich verder nadrukkelijk uit tegen het opnieuw instellen van maatregelen als de Heroduspremie die in 1996 zijn genomen. Hij wees erop dat het niet mogelijk was om inkomenscompensaties vrij te maken voor de noodlijdende boeren gezien de budgettaire beperkingen.

Commissaris Fischler benadrukte dat geen overhaaste beslissingen over de toekomst van het GLB genomen moeten worden. In het akkoord van Berlijn is niet meer dan een mid term review in 2002 voorzien. Commissaris Fischler wil in dat licht een meer fundamentele discussie voeren. Maar dan is een goede analyse nodig en moet daar ook alles bij betrokken worden, zoals de ontwikkeling van de wereldmarkten, zo stelde hij.

Ten aanzien van de verzoeken om extra geld om boeren te compenseren, gaf Commissaris Fischler aan dat er binnen de Afspraken van Berlijn geen financiële ruimte is. De extra lasten die vervroegde hervormingen met zich zouden meebrengen zouden ook teveel zijn. Hij schaarde zich achter het oordeel van de juridische dienst inzake behandeling in het beheerscomité van de speciale opkoopregeling. Deze stelde dat zoiets mogelijk is. Hij wees erop dat dat in het verleden ook meermalen is gebeurd. De Commissie is voornemens op korte termijn met haar voorstel naar het beheerscomité te gaan.

De voorzitter sloot de discussie over dit onderwerp, vatte de verschillende gezichtspunten samen en zei dat het Speciaal Landbouwcomité de voorstellen verder zal analyseren. De Raad zal het Europees Parlement volgens de snelle procedure raadplegen.

Levensmiddelenwetgeving / Europese Voedselautoriteit (EVA)

Commissaris Byrne deed verslag over de voortgang in de discussie over de oprichting van een Europese Voedselautoriteit. Hij schetste het belang van een dergelijke instelling met het oog op de voedselveiligheid. Hij was dan ook blij dat er flinke vooruitgang is geboekt met de oprichting van de EVA. In Nice is afgesproken dat deze instelling er begin 2002 moet zijn. Hij gaf er blijk van goede hoop te hebben dat het huidige Voorzitterschap de besluitvorming in zijn periode zal kunnen afronden. Het Zweedse Voorzitterschap sloot aan bij de woorden van de Commissaris. Bij de onderhandelingen is grote vooruitgang geboekt; het zal waarschijnlijk lukken de EVA begin 2002 actief te doen zijn. Ook de voorzitter wees op de relevantie van een EVA gelet op de actualiteit van BSE en Mond- en Klauwzeer.

Verschillende lidstaten voerden het woord en brachten mogelijke vestigingsplaatsen van de EVA onder de aandacht. Een besluit daarover is nog niet genomen.

Stand van zaken landbouwonderhandelingen WTO

De Commissie gaf een toelichting op de inbreng van de Europese Unie ten behoeve van de WTO-onderhandelingen waarvan de eerste voorbereidende fase binnenkort afgerond zal worden. Commissaris Fischler gaf aan dat van andere WTO-partners ook informatie binnengekomen is. Op grond daarvan is een duidelijker beeld ontstaan van hun verwachtingen. Er is nu een fundament gelegd voor de onderhandelingen die in maart echt zullen beginnen. Het standpunt dat de Europese Unie innam is door de andere partners redelijk positief ontvangen. De Unie heeft een duidelijk signaal gegeven concessies te willen doen. De Europese Unie heeft zich gepositioneerd tussen aan de ene kant die landen die meer liberalisering willen en aan de andere kant die landen die graag meer bescherming van de landbouw willen. Het idee van een alomvattende ronde is helaas nog niet aanvaard.

Commissaris Fischler ziet een belangrijke opgave voor de EU in de onderhandelingen. Het is van belang de partners ervan te overtuigen dat de blauwe box een plaats heeft in het kader van productiebeperking en niet tot doel heeft de productie te stimuleren. Ook is anderen niet duidelijk wat de Europese Unie beoogt met de aandacht die zij geeft aan dierenwelzijn. In ieder geval is het van groot belang, zo stelde de Commissaris, dat er sprake is van een unanieme rugdekking door de lidstaten voor de onderhandelingen die wachten.

Diversen

a. Toetreding van de EU tot de Codex Alimentarius (informatie van de Commissie)
Al enige tijd speelt de discussie of de Europese Unie zou moeten toetreden tot de Codex Alimentarius. Deze instelling beheert de internationaal erkende normen vooral op het gebied van voedselwetgeving. Commissaris Byrne gaf aan dat een besluit over definitieve toelating in een iets later stadium zal worden genomen. Het gaat nu in de eerste plaats om een brief te sturen met daarin de aanvraag voor het lidmaatschap. Commissaris Fischler voegde daar aan toe dat het belang van toetreding van de Unie is dat zij dan met één mond kan spreken. Wel is het van belang de verdeling van de bevoegdheden tussen Commissie en lidstaten goed te regelen.
Ik heb het voorstel tot toetreding van de Unie tot de Codex Alimentarius krachtig ondersteund. Ook de meeste andere lidstaten ondersteunden het voorstel van de Commissie. De andere sprekers gingen ook vooral in op de afbakening van bevoegdheden. Enkele lidstaten verwezen naar de actuele discussie over de voedselveiligheid om het belang van toetreding te onderstrepen. De Commissie zou de besluitvorming voor 1 maart afronden. b. Etikettering van levensmiddelen (verzoek van Verenigd Koninkrijk) Het VK lichtte zijn voorstel toe. Gelet op het noodzakelijke vertrouwen dat de consument moet hebben in zijn voedsel is het van belang die consument de informatie te verschaffen die hij wenst, bijvoorbeeld over de oorsprong van levensmiddelen. Daarom moet de verouderde wetgeving over etikettering herzien worden. Het VK vraagt om een initiatief voor vernieuwde communautaire regelgeving.
Hoewel enkele lidstaten nadrukkelijk hun instemming met dit voorstel van het VK betuigden maakte Commissaris Byrne duidelijk dat er geen relatie is tussen herkomst en kwaliteit. Als we niet op grond van objectieve criteria tot een dergelijke etikettering kunnen besluiten, voedt een dergelijke etikettering nationalistische gevoelens. Wel is het de bedoeling dat GMO's op de etiketten vermeld zullen worden.
c. Etikettering van diervoeders met GMO's (verzoek Italië en Denemarken)
Het punt van de 'Novel Feed'-richtlijn, dat door Italië en Denemarken was opgebracht, sloot nauw bij het vorige aan. De indieners achtten het noodzakelijk dat boeren moeten kunnen onderscheiden of er in het veevoer GMO's zitten of niet. De Italiaanse minister vroeg om een versnelde introductie van de 'Novel Feed'-richtlijn of -zo dat niet mogelijk is- om noodmaatregelen. Hij achtte het wenselijk nu reeds de landen die aan de landen van de EU leveren op de hoogte te stellen van de veranderingen die op het punt van etikettering aanstaande zijn. Een groot aantal landen steunde Italië en Denemarken in hun vraag en zij uitten hun ongeduld over het uitblijven van regelgeving. Ook ik heb naar voren gebracht dat ik het van groot belang vind dat de consument bewust voor of tegen GMO's in voedsel moet kunnen kiezen. Etikettering is daarvoor een goed instrument. Dat moet dan ook toepasbaar zijn op veevoeders. Maar het mes dient dan wel aan twee kanten te snijden. Het de facto moratorium op het op de markt brengen van GMO's kan dan opgeheven worden, zodat er - mits goed geëtiketteerd - GMO's op de Europese markt kunnen komen. Commissaris Byrne gaf aan dat de gevraagde regelgeving er moet komen en dat de Commissie daarmee bezig is op grond van het Witboek voor Voedselveiligheid. Verder legt zij nu de laatste hand aan een richtlijn over de traceerbaarheid en is zij bezig met het onderwerp 'novel seed'. Een officiële waarschuwing aan de landen die naar de EU exporteren achtte de Commissaris prematuur. d. Mond- en klauwzeer (informatie van het Verenigd Koninkrijk) De Britse minister zette kort uiteen op welke wijze mond- en klauwzeer in Engeland was ontstaan en welke maatregelen de Britse regering in nauw overleg met Commissaris Byrne had genomen. Sinds het eerste bevestigde geval op 20 februari was er op 26 februari sprake van 12 bevestigde gevallen in verschillende delen van Engeland. De bedrijven waar de ziekte uitbrak staan onder strenge veterinaire controle en zijn geïsoleerd van de omgeving. Er geldt een exportverbod voor levend vee en verse producten. Evenals andere lidstaten heb ik mijn meeleven betuigd met de ontstane situatie in Engeland en mijn dank overgebracht voor de snelheid waarmee de Britten maatregelen namen. Op mijn beurt heb ik de maatregelen van Nederlandse zijde genoemd en de vraag naar voren gebracht of niet het moment nabij gekomen is waarop het non-vaccinatiebeginsel ter discussie zou moeten worden gesteld. Ook heb ik gewezen op het feit dat schapen die van Engeland naar het continent zijn geëxporteerd moeilijk traceerbaar zijn omdat mestschapen na één dag van nationaliteit kunnen veranderen. Commissaris Byrne antwoordde dat 200.000 doses entstof voorhanden zijn voor eventuele vaccinatie maar dat de Commissie op dit moment geen voornemen heeft noodvaccinatie toe te passen. Wel achtte hij het van belang op het gebruik ervan voorbereid te zijn. De Commissaris zei verder te werken aan een betere registratie van schapen.
e. Markttoegang van minst ontwikkelde landen (verzoek Spanje) Spanje vroeg aandacht voor de consequenties van verschillende marktordeningen in het geval de minst ontwikkelde landen (MOL's) vrije toegang zouden krijgen tot de markt van de Europese Unie, zoals dat in het voorstel 'Everything but Arms' is neergelegd. Spanje vindt het dan ook belangrijk dat overgangstermijnen in acht worden genomen om greep te houden op de gevolgen van openstelling van de markt.
De Commissaris gaf aan dat het voorstel in de Algemene Raad inmiddels was aanvaard. Hij zei dat er een studie voorhanden is naar de gevolgen van vrije markttoegang maar dat de meningen over die gevolgen uiteenlopen. Hij achtte het wel noodzakelijk rekening te houden met een groter importpotentieel aangezien een geleidelijke verdergaande opening van de markt wel gevolgen voor de begroting zal hebben.
f. Situatie op de wijnmarkt (verzoek Spanje)
Spanje vestigde de aandacht op de slechte situatie op de wijnmarkt en vroeg om maatregelen. Commissaris Fischler gaf aan dat er nog een onderzoek gaande is naar de situatie op de wijnmarkt, maar dat er nog geen definitief standpunt kan worden ingenomen. Enkele andere wijnproducerende landen gaven aan problemen te hebben met de destillatiemaatregel die nog niet is aangepast aan de nieuwe marktordening.
g. Steunmaatregelen voor vestiging van jonge boeren (verzoek Italië) Italië vroeg aandacht voor de onduidelijkheid die was ontstaan na inwerkingtreding van de nieuwe kaderverordening plattelandsontwikkeling waardoor boeren al voorafgaand aan het moment van daadwerkelijke vestiging steun moeten aanvragen. Dit in tegenstelling tot de situatie onder de oude regeling die voor 1999 gold waarbij boeren tot 2 jaar na vestiging een aanvraag konden indienen. Enkele andere lidstaten deelden de zorgen die Italië verwoordde. Commissaris Fischler antwoordde dat er geen sprake was van een juridisch vacuüm. Tot januari 2000 gold de oude regeling. Hij zegde wel toe met enige soepelheid te willen omgaan met de problemen die zich in deze overgangsperiode voordoen. h. Visserijonderhandelingen Marokko (informatie van de Commissie) Commissaris Fischler heeft de Raad in 'restreint' ingelicht over de laatste ontwikkelingen in de onderhandelingen tussen de EU en Marokko over een nieuw visserijakkoord. De zeer recente onderhandelingen van 20 en 21 februari in Rabat leverden geen positief resultaat op. De EU kon het met Marokko niet eens worden over de vergoedingen die het Afrikaanse land zou ontvangen voor het openstellen van zijn visgronden. Marokko heeft om dit meningsverschil te overbruggen een drietal alternatieven met voor Marokko erg gunstige voorwaarden op tafel gelegd. Een tweetal betrokken lidstaten voerde het woord over deze kwestie en wezen de voorstellen van Marokko als ongeloofwaardig van de hand.
Wel gaf één van de lidstaten aan dat de consequentie van het definitief stranden van de overeenkomst wel zal zijn dat de vloot aangepast moet worden. De voorzitter droeg de verdere behandeling van dit dossier aan het Coreper op.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst