Ministerie van Financien

Titel: Vragen over het rentepercentage van een studieschuld



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

250-0 EA Den Haag

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

9 maart 2001

31 januari 2001/2000105530

RTB 2001-00490

Onderwerp

Vragen over het rentepercentage van een studieschuld

Bijgaand zend ik u mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, een nota ter beantwoording van de door de leden Kuijper en Rehwinkel gestelde vragen.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. Bos

Antwoorden van de staatssecretaris van Financien, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen


1 t/m 3


Vanaf 1 januari 2001 is rente op studieleningen in het kader van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF) voor de inkomstenbelasting niet meer voor het werkelijke bedrag aftrekbaar. In het regime van de Wet inkomstenbelasting 2001 behoren deze leningen tot de grondslag voor het forfaitair bepaalde inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Zij kunnen aldus leiden tot een lagere forfaitaire rendementsheffing. Daarnaast profiteren ook studenten en oud-studenten van de tariefverlagingen die in het kader van de belastingherziening zijn doorgevoerd.

Voor rente die op WSF-leningen wordt verschuldigd na 1 januari 2001 wordt als extra maatregel een tegemoetkoming gegeven in de vorm van een lager rentepercentage. Deze verlaging geldt voor alle studenten en voormalige studenten met een WSF-lening, dus zowel degenen die vanaf 1 januari 2001 een studieschuld aangaan als degenen die een studieschuld vóór 1 januari 2001 zijn aangegaan. Voor degenen die de schuld aflossen wordt het rentepercentage volgens de WSF-systematiek eens in de vijf jaar herzien. Deze systematiek brengt mee dat de verlaging voor een deel van deze groep niet direct per 1 januari 2001 merkbaar is. De renteverlaging gaat voor hen in bij de aanvang van de eerstvolgende vijfjaarlijkse renteperiode. Dit tijdstip is per lening verschillend.

4.

Zoals ik hiervoor al heb aangegeven geldt de renteverlaging ook voor leningen in de aflosfase. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is bereid de renteverlaging voor deze leningen eerder door te voeren dan uit de WSF-systematiek zou voortvloeien. Hierover zal op korte termijn een beleidsregel worden gepubliceerd met als strekking dat het rentepercentage voor al deze leningen wordt verlaagd met 1,15 procentpunt voor het resterende deel van de lopende vijfjaarsperiode.