Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen MKZ 2001 dd. 09-03-2001 17:30 uur

9 maart 2001

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224); Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I

De Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen en geiten mond- en klauwzeer 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, komt de zinsnede 'en geiten' te vervallen.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen mond- en klauwzeer 2001.

Artikel II

Deze regeling wordt op 9 maart 2001 om 17:30 bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit, J. F. de Leeuw, Directeur-Generaal

Toelichting voor de Staatscourant

Ingevolge de onderhavige wijziging van de Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen en geiten, vallen geiten thans niet langer onder het vervoersverbod. Het vervoer van geiten binnen en vanuit Nederland is thans dus weer toegestaan. Daarbij is van belang dat is gebleken dat er geen geiten vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Nederland zijn geïmporteerd en dat een vervoersverbod alleen voor schapen beter aansluit bij de praktijk. Ten aanzien van geiten wordt met de vigerende regelgeving overigens onverkort in de noodzakelijke veterinaire waarborgen voorzien. Deze waarborgen houden in dat geiten niet mogen worden verzameld op één plaats, waaronder onder meer veehouderijbedrijven en vervoermiddelen zijn begrepen. Dit betekent bijvoorbeeld dat dieren van verschillende bedrijven niet op één vervoermiddel bijeen mogen worden gebracht.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit, J. F. de Leeuw, Directeur-Generaal