Ministerie van Algemene Zaken

ALLEEN GESPROKEN WOORD GELDT

Toespraak van minister-president Kok t.g.v. de officiële onthulling van het monument "Tekens in Westerbork", op zondag 11 maart 2001

Het is noodzakelijk dat een ieder, jong of oud, doordrongen is en blijft van de gruwelen die hier een kleine zestig jaar geleden hebben plaatsgevonden. In deze eens zo vredige omgeving, bij dit stille spoor, lag voor tienduizenden onschuldige mannen, vrouwen en kinderen het begin van mensonterende transporten naar het ergste, meest huiveringwekkende wat medemensen kan worden aangedaan.

(Westerbork)

Het verblijf in Westerbork was al een dieptepunt.
Etty Hillesum schreef over het kamp: "De ellende die hier heerst, is werkelijk onbeschrijflijk. In de grote barakken leeft men als ratten in een riool".

(De ondergang)

Ondanks donkere vermoedens, wisten de bewoners niet dat Westerbork het voorportaal was van vernietigingskampen als Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Bergen Belsen, Mauthausen en Theresienstadt.

Talloze Joodse gezinnen met ouders, grootouders en kleine kinderen werden planmatig, systematisch en meedogenloos omgebracht in gaskamers en verbrand in crematoria.
Het was moord, moord met voorbedachte rade op kinderen, gezinnen en families, volkerenmoord, een misdrijf tegen de menselijkheid zelf. Iedere confrontatie met deze onvoorstelbare onmenselijkheid snijdt door de ziel, telkens weer.

(Terugkeer van de overlevenden)

Het is nauwelijks voor te stellen dat en hoe sommigen aan deze hel wisten te ontsnappen.
Na hun vertrek uit Westerbork hebben zij dagelijks en direct de dood in de ogen gezien.
Die beelden en ervaringen vervlogen niet zomaar bij en na de bevrijding. De overlevenden zijn blijven worstelen met het verleden, vervuld van het brandende en ernstige leed.
De historicus Von der Dunk spreekt in van "geschonden groepen", mensen die door hun oorlogservaringen diepgaand en permanent zijn getekend.

Scherper dan toen, toen zij, uitgemergeld en vervreemd van een normaal bestaan terugkeerden uit de kampen, beseffen wij nú dat hun opvang en begeleiding in onze samenleving beter had gekund.
Familie, vrienden en bekenden, velen, soms zeer velen uit de oude omgeving, waren omgekomen.
De omgeving van voorheen was ook overigens ingrijpend veranderd. Huizen waren verdwenen of werden door onbekenden bewoond. Persoonlijke bezittingen bleken soms spoorloos verdwenen of geroofd. De procedures bij diverse instanties om verdwenen bezittingen terug te krijgen, waren niet zelden omslachtig en zwaar.

Zo kwamen mensen uit de kampen, die onvoorstelbaar veel leed hadden ondergaan, terug in een geruïneerd land waarin iedereen zijn of haar eigen zorgen en sores had. Alle energie in Nederland werd gericht op herstel, wederopbouw en een nieuwe toekomst.
De handen moesten uit de mouwen.
Voor omzien en emoties gunde men zichzelf en anderen weinig tijd.

Wel werd vanaf het begin rekening gehouden met de materiële positie van "geschonden groepen".

De opzet en verbetering van voorzieningen voor oorlogsslachtoffers vormde onderdeel van de naoorlogse verzorgingsstaat.

(Late erkenning)

De immateriële component bleef daarbij achter.
Lange tijd bleef bij te velen te zeer onbekend welk gruwelijk oorlogsverleden groepen landgenoten in stilte met zich moesten meedragen.
Onbekend bleef ook te zeer dat de zwaarte van de last van een onverwerkt verleden op latere leeftijd eerder toe- dan afneemt.
De tijd heelt niet alle wonden.

Met de bevrijding en de terugkeer voor hen die wisten te overleven was de oorlog voor velen niet voorbij.

Het is heel bijzonder dat enkele voormalige bewoners van Westerbork deze onthulling vandaag bijwonen.
Eén van hen, de heer Schelvis, behorende tot de zeer kleine groep die een verblijf in het kamp Sobibor overleefde, heeft het initiatief genomen voor een plan waarvan dit monument het resultaat is.

(Betekenis projecten)

Dit project vindt zijn oorsprong in gebleken tekortkomingen in het naoorlogse rechtsherstel.
In hoofdzaak gaat het daarbij om individuele uitkeringen maar daarnaast worden ook collectieve doelen ondersteund.

Bij deze collectieve bestemmingen gaat het om het ruimere kader van onze herinnering aan het oorlogsverleden, om educatie en bezinning omtrent oorzaken en gevolgen ervan.
Voorop staat daarbij respect voor hen die het leven moesten laten en voor allen die onherstelbaar leed hebben moeten dragen.
Wat hen is overkomen, mag niet opnieuw gebeuren.

De nagedachtenis aan de voormalige bewoners van Westerbork behoort voor ons een aansporing te zijn om blijvende alertheid te tonen voor ontwikkelingen in de verkeerde richting, voor de gevaren van opkomende vormen van racisme op discriminatie.

(Onderwijs)

Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor het onderwijs en de kennisoverdracht aan de jeugd.

Voor steeds meer mensen vormen de ervaringen van de oorlog de inhoud van een boek dat men niet kent.
Tweederde van de bevolking is na de oorlog geboren.

Voorlichting en onderwijs over de Holocaust bieden de kans om de banden tussen generaties te verstevigen en te wijzen op de betekenis van verdraagzaamheid, betrokkenheid en gemeenschapszin in een pluriforme samenleving.

(Internationale samenwerking)

Er is alle reden om onze inspanningen op het gebied van herinnering, jeugdvoorlichting en onderwijs te delen met andere landen. De fundamenten van onze vrijheid en democratische rechtsorde zijn, in reactie op de verschrikkingen van de oorlog neergelegd in de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens.
Deze beginselen liggen mede ten grondslag aan de naoorlogse samenwerking tussen Europese landen en het proces van Europese integratie.

(Toekomst)

Wij willen zeker stellen dat de "Tekens in Westerbork" ook richting geven aan de toekomst.

Een toekomst waarin wij met elkaar, bewust en blijvend inhoud geven aan de herinnering aan de bewoners van Westerbork, de gedeporteerden en de slachtoffers van de vernietingskampen.
Dat is een duurzame verplichting, een kompas dat richting geeft aan onze eigentijdse verantwoordelijkheden als burgers van een democratische samenleving.


* * * * * * *