GROTE VIER ZETTEN KANTTEKENINGEN BIJ PARTICULIER OPDRACHTGEVERSCHAP
De vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht omarmen het voornemen van staatssecretaris Remkes om de burgers meer invloed te geven op de totstandkoming van hun woning en de woonomgeving. In een brief aan Remkes schrijven de grote vier echter dat het niet in alle gevallen mogelijk is om eenderde van de nieuwbouwproductie in handen te geven van particulieren en collectieven burgers.
Een belangrijk thema in de Nota ´Mensen, Wensen, Wonen´, die op 19 maart in de Tweede Kamer wordt behandeld, is het particulier opdrachtgeverschap. Staatssecretaris Remkes wil de rol van projectontwikkelaars terugdringen door bouwgrond rechtstreeks aan particulieren te geven. Door zelfbouw wordt de betrokkenheid van mensen bij hun woning en hun buurt groter.
In totaal zou daarmee vanaf 2005 eenderde van de nieuwbouwproductie op deze wijze moeten plaatsvinden.
De vier grote steden zijn positief over de stimulering van het particulier opdrachtgeverschap, maar zetten vraagtekens bij Remkes´ uitwerking. Er bestaan drie vormen van particulier opdrachtgeverschap: vrije kavels, collectief opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen. Met een dergelijk 'enge' definitie zal een percentage van 33 procent in handen geven van particulieren nauwelijks haalbaar zijn. In een stedelijke omgeving is de uitgifte van grond aan een particulier die daarop bouwt immers moeilijker in te passen dan buiten de stad. Daarnaast zijn over een groot deel van de bouwgrond al afspraken gemaakt met projectontwikkelaars, die grond is eenvoudigweg niet meer beschikbaar. Bovendien zijn veel projectontwikkelaars zelf ook actief in het bieden van meer keuzevrijheid aan de kopers. De grote vier vinden dat dergelijke vormen juist onder het begrip particulier opdrachtgeverschap zouden moeten vallen. Op die manier wordt ook voorkomen dat particulier opdrachtgeverschap slechts kansen biedt aan vooral de hoogste inkomens.
In Vinex-wijken en in binnensteden wordt inmiddels volop aandacht besteed aan individueel opdrachtgeverschap. Uit die ervaringen blijkt dat dat forse inspanningen van de gemeente vraagt. Het begeleiden, ondersteunen van particulieren is een stuk arbeidsintensiever dan een traditionele bouwproject. Hiervoor zijn extra menskracht en middelen nodig.
De steden vragen aandacht voor al deze punten en dringen bij de leden
van de Tweede Kamer aan op realistische doelstellingen. De
belangrijkste punten zijn:
* de consumentgerichte projectontwikkeling moet onder het
particulier opdrachtgeverschap worden gebracht;
* de onhaalbaarheid van 33 procent particulier opdrachtgeverschap;
* de benodigde extra inspanningen (geld en menskracht) om dit verder
te faciliteren;
* de bouwclaims en grondposities die een rem vormen op de
gemeentelijke mogelijkheden voor verdere uitbouw van dit thema.