PERSBERICHT PVDA
Den Haag, 12 maart 2001
PLAN PVDA-FRACTIE: HANDVEST MOET BIJDRAGEN AAN BEHOUD VAN ONMISBARE
MANTELZORG
Maatschappelijke veranderingen veroorzaken een afnemende beschikbaarheid en
bereidheid om vrijwillig zorg te verlenen aan verwanten en vrienden in geval
van ziekte, handicap of hoge ouderdom. Daardoor dreigt een tekort aan
'mantelzorgers'. Mantelzorgers zijn - naast de professionele zorg -
waardevol en onmisbaar. Reden waarom de PvdA-kamerleden Khadija Arib en Jet
Bussemaker op maandag 12 maart hun plan De Toekomst van de Mantelzorg hebben
gepresenteerd.
In het plan is een Handvest voor Mantelzorgers opgenomen waarin wordt
voorgesteld op welke (wettelijke) steun en faciliteiten mantelzorgers zouden
moeten kunnen rekenen en welke rechten zij behoren te krijgen. Zo moet de
zorgkring bij het kortdurend betaald zorgverlof worden uitgebreid. Niet
alleen zorg voor partners en inwonende kinderen hoort daar onder te vallen,
maar bijvoorbeeld ook voor de ouders. Ook moet de regering volgens Arib en
Bussemaker vaart zetten achter het ontwerpen van een regeling voor langdurig
betaald verlof in geval van ernstige en langdurige situaties. Daarbij moet
het ook kunnen gaan om deeltijdverlof. Dit verlof moet gebaseerd zijn op de
solidariteitsgedachte en op een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
overheid, werkgevers en werknemers.
Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt de mogelijkheid voor patiënten om
zorg zelf in te kopen en zo hun mantelzorgers te gaan betalen voor zorg die
anders door een professional zou worden gegeven. Deze mogelijkheid - die ook
voor de partner van de zieke geldt - is nauwelijks bekend. De
PvdA-kamerleden vinden dat voor het PGB een wettelijke verankering moet
komen.
Het verrichten van mantelzorgtaken zou een serieus argument moeten zijn om
uitkeringsgerechtigden vrij te stellen van de sollicitatieplicht, zo menen
Arib en Bussemaker. Wanneer uitkeringsgerechtigde mantelzorgers kleine
kinderen hebben, zouden zij in aanmerking moeten komen voor kinderopvang.
De PvdA-kamerleden achten samenhangende ondersteunende activiteiten noodzakelijk om de beschikbaarheid van mantelzorgers te vergroten. Zo zouden er meer regionale centra moeten komen voor informele zorg, waar samen met de professionele zorg moet worden gezorgd voor een passend zorgaanbod.
Mantelzorgers zouden een stem moeten krijgen in de besluitvorming over
meerjarenafspraken over verpleging en verzorging, zowel op landelijk als op
regionaal niveau.
Binnen regionale steunpunten moet meer aandacht worden gegeven aan de
behoeften van allochtone mantelzorgers, bijvoorbeeld door verbetering van de
voorlichting in eigen taal en via eigen mediakanalen. Ook de
toegankelijkheid voor jonge mantelzorgers moet worden verbeterd. Soms raken
kinderen die de zorg voor één van de ouders op zich nemen fysiek en
emotioneel zwaar belast. Meer kennis is nodig om te bezien hoe deze groep
het best kan worden ondersteund.
Mantelzorgers doen bij het verrichten van hun zorgtaken kennis en ervaring
op. Niet zelden volgen zij cursussen. Deze competenties mogen niet verloren
gaan en moeten meetellen bij hun werkervaring. Dit kan bijdragen tot beter
maatwerk in werk en scholing. De regering richt een zogeheten
EVC-kenniscentrum op om beleid over eerder verworven competenties te
ontwikkelen op het niveau van branches en sectoren. Het is van belang dat
onbetaalde zorgtaken daarin een erkende plaats krijgen. In de kinderopvang
wordt nu al een dergelijk systeem ontwikkeld. Als dit ook voor mantelzorgers
gebeurt dan kan dat ertoe bijdragen dat zij makkelijker een baan vinden en
zodoende meehelpen bij het oplossen van de tekorten aan beroepskrachten in
de gezondheidszorg.