Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

13 maart 2001

Wet voorzieningen gehandicapten maakt mensen meer afhankelijk van anderen

De in 1994 ingevoerde Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) heeft averechts gewerkt. Uit onderzoek van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad blijkt dat maar liefst een derde van de gebruikers van de Wvg vindt dat ze door de Wvg afhankelijker zijn geworden van hulp van familie en vrienden. Ook heeft de Wvg ertoe geleid dat chronisch zieken en gehandicapten moeten smeken, zeuren en ruzie maken om voorzieningen gerealiseerd te krijgen.

De bedoeling was dat gehandicapten en chronisch zieken door de voorzieningen uit deze wet zelfstandiger zouden kunnen leven. De gemeente was daarvoor de beste uitvoerder, want die staat het dichtst bij de mensen, zo werd gedacht. Dat heeft niet gewerkt. Het onbreken van duidelijke normen, geldgebrek, en onkunde bij veel gemeentes heeft geleid tot willekeur bij de toewijzing. Uit onderzoek door de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad blijkt dat maar liefst 61 procent van de ondervraagden na de invoering van de Wvg te maken kreeg met hogere kosten als gevolg van ziekte of handicap. En bijna de helft, 49 procent, van de ondervraagden zegt dat de Wvg nadelige gevolgen heeft voor zijn of haar onafhankelijkheid. Eén derde stelt onomwonden afhankelijker te zijn geworden van hulp van familie en vrienden door de Wvg. Van de ondervraagden zegt verder 28 procent als gevolg van de Wvg meer pijn of last van ziekte of handicap te ondervinden. Een grote groep, 46 procent, ervaart een achteruitgang in het voorzieningenniveau. Ongeveer de helft van de ondervraagden klaagt over het feit dat het krijgen van voorzieningen die onder de Wvg vallen, heel veel moeite kost. Maar liefst 11 procent geeft het op en legt zich neer bij zaken die niet kloppen.

De CG-Raad vindt dat er een samenhangend stelsel moet komen waarin individuen verzekerd zijn van voorzieningen voor volwaardig burgerschap. De Wvg moet individueler, breder en vraaggestuurd, dat wil zeggen uitgaande van de hulpvrager. Daarvoor moet het recht op individuele voorzieningen duidelijk worden geformuleerd, op basis van een onafhankelijke indicatie en in de vorm van een persoonsgebonden budget.

Klik op deze regel voor verdere informatie over de WVG-wijzigingen.