Ministerie van Defensie



Brieven aan de Kamer


Organisatie & samenstelling "peace-enforcing brigade"

13-03-2001

Hierbij ontvangt u een notitie over de organisatie en samenstelling van de samengestelde peace-enforcing brigade. Ik heb deze notitie toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 31 januari j.l. over het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid naar aanleiding van een vraag van het kamerlid Van Den Doel.

De peace-enforcing brigade is de maximale bijdrage van de Koninklij-ke Landmacht aan crisisbeheersingsoperaties.

Gemechaniseerde brigades zijn door de combinatie van tactische beweeglijkheid, veelsoortige vuurkracht, bescherming en voortzet-tingsvermogen geschikt voor alle vormen van gevecht en daarmee samen-hangende taken. Juist dit type eenheid is dan ook bij uitstek geschikt om invulling te geven aan de ambitie om ook aan de meest veeleisende vredesoperatie, de vredesafdwingende (peace-enforcing) crisisbeheersingsoperatie, deel te kunnen nemen.

De feitelijke samenstelling van een uit te zenden peace-enforcing brigade wordt bepaald door de uitkomst van het besluitvormingsproces ter voorbereiding van een eventuele missie. Uitgangspunt bij de samenstelling van een peace-enforcing brigade zal steeds zijn dat deze over een combinatie van midde-len beschikt die haar in staat stelt om gedurende een bepaalde tijd zelfstandig het gevecht te voeren. Een op de uit te voeren taak afgestemde mix van gevechtseenheden, gevechtsondersteunende eenheden en logistieke eenheden is daarvoor vereist. Dit samenstel wordt ook wel aangeduid als het concept van de verbonden wapens. De brigade is het laagste niveau waarop met verbonden wapens wordt opgetreden. Voor de brigadestaf is training op en ervaring met het concept van de verbonden wapens essentieel.

Kernelement in het optreden van een peace-enforcing brigade zijn de gemechaniseerde bataljons en teams (beide samengesteld uit tanks en infanterie), ook wel modules genoemd. Op het bataljons- en teamni-veau wordt daadwerkelijk het gevecht gevoerd. Op deze niveaus zijn de onderlinge samenhang tussen eenheden en het vertrouwen in commandanten van groot belang. Om die reden wordt aan het ´team-optreden´ een zwaar gewicht toegekend. Ook wordt een vaste oefen- en trainingsrelatie tussen infanterie en tankeenheden tijdens oefeningen voortdurend in praktijk gebracht.

Iedere brigade beschikt in haar organieke samenstelling over een mix van eenheden die haar in staat stelt zelfstandig het gevecht van de verbonden wapens te beoefenen en aldus op te werken tot het niveau dat vereist is om als peace-enforcing brigade op te treden. De driede-ling bij de Koninklijke Landmacht, ook wel het accentmodel genoemd, waarborgt dat er altijd één brigade beschikt over de vaardig-heden die voor een optreden op dit hoge geweldsniveau nodig zijn. Mocht het tot daadwerkelijke inzet van een peace-enforcing brigade komen, dan zal deze brigade, die in het accentvenster zit, de basis vormen waaraan eenheden -d.w.z. complete modules- van andere brigades en van het divisiegevechtsondersteuningscommando en het divisielogistiekcommando indien dat gewenst of noodzakelijk is, kunnen worden toegevoegd. Die eenheden zijn dusdanig opgeleid en geoefend dat zij modulair aan de voor uitzending aangewezen brigade ter beschikking kunnen worden gesteld. Voor de brigadestaf impliceert deze wijze van formeren van de peace-enforcing brigade dat grotere aantallen eenheden van de soort waarover de brigade paraat beschikt, aanwezig moeten zijn. Het leidt niet tot een toevoe-ging van additionele kwaliteiten waardoor de training van de brigade veranderd zou moeten worden. Het op deze wijze ´tailormade´ en flexibel samenstellen van een peace-enforcing brigade komt ten goede aan haar operationele effectiviteit.

Op de hierboven aangegeven wijze is de krijgsmacht in staat een brigade samen te stellen uit parate eenheden, die geschikt is om op te treden in een peace-enforcing scenario. Dat geschiedt op een zodanig flexibele wijze dat optimaal kan worden ingespeeld op de feitelijk uit te voeren opdracht. Hiermee wordt invulling gegeven aan de in de Defensienota vastgelegde ambitie zonodig een peace-enforcing brigade te kunnen inzetten.

DE MINISTER VAN DEFENSIE
mr. F.H.G. de Grave