Stress stelt puberteit uit
Utrechts NWO-onderzoek aan karpers laat zien dat stress de
ontwikkeling van de geslachtsorganen vertraagt waardoor de vissen
later in de puberteit komen. Waarschijnlijk speelt het stresshormoon
cortisol een grote rol bij het vertragen van de puberteit.
Veranderingen in de temperatuur van het water zorgen bij vissen voor stress. NWO-onderzoeker drs. Dimitri Consten van de Universiteit Utrecht onderwierp jonge karpers drie maal per week aan een snelle verlaging van de watertemperatuur van 25 graden Celsius naar 14 graden. Hieruit blijkt dat in gestreste karpers de ontwikkeling van de geslachtscellen wordt vertraagd. De vissen komen later dan normaal in de puberteit. De onderzoekers hadden het vermoeden dat het hormoon cortisol dat bij stress vrijkomt een belangrijke rol speelt. Dit vermoeden kon worden bevestigd met twee proeven. In de ene proef schakelden de biologen bij gestreste karpers het hormoon cortisol uit. De vissen bleken een gewone puberteitsontwikkeling door te maken. In de tweede proef dienden de onderzoekers het hormoon cortisol toe aan niet-gestreste karpers. Deze vissen kwamen vertraagd in de puberteit.
Cortisol blijkt met name in te werken op de testes. Het hormoon zorgt
voor een directe remming van de ontwikkeling van geslachtscellen tot
zaadcellen.
Hierdoor blijft de groei van de geslachtsorganen achter en vermindert
de afgifte van steroïden aan het bloed. Steroïden afkomstig van de
testes zorgen tijdens de pubertijd dat de hersenen, de hypofyse en de
testes zich ontwikkelen. Doordat bij stress dankzij cortisol de
afgifte van steroïden vermindert, verslechtert de communicatie naar de
hersenen en de hypofyse, een kliertje onder de hersenen. Hierdoor
ontwikkelen deze organen zich net als de testes langzamer en wordt de
hele ontwikkeling vertraagd.
Het geheel van hormonen dat een rol speelt bij de puberteit
controleert zichzelf. De hersenen produceren het
gonadotropin-releasing hormoon. Dit hormoon stimuleert cellen in de
hypofyse, een kliertje onder de hersenen. De hypofyse geeft volgens
opdracht de gonadotropines af, het luteïnizerend hormoon en het
follikel stimulerend hormoon. De gonadotropines zorgen in de testes
voor de aanmaak van geslachtscellen en steroïdhormonen. De
steroïdhormonen dragen bij aan de aanmaak van de geslachtscellen en
verzorgen de communicatie terug naar de hersenen en de hypofyse zodat
de cirkel rond is.
Nadere informatie bij:
* drs. Dimitri Consten (UU, Projectgroep Vergelijkende Endocrinologie)
* tel. (030) 2533647 of (030) 2533084 (secretariaat)
* e-mail d.consten@bio.uu.nl
* Promotie 23 april