Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Rubberbos biedt soorten bescherming

Rubberbossen op Sumatra zijn belangrijk voor het behoud van een aantal planten- en diersoorten uit het oorspronkelijke tropische regenwoud, maar kunnen de rol van de verdwijnende oerbossen niet over-nemen. Dat concluderen onderzoekers van de NWO-Stichting WOTRO en het onder-zoekscentrum ICRAF in een onderzoek naar de natuurwaarde van jungle rubber.

Op Sumatra lijkt een groot deel van de rubberaanplant op natuurlijk bos. Dit rubberbos of jungle rubber ontwikkelt zich tot een soortenrijk ecosysteem omdat de boer na het planten van het rubber nauwelijks nog onderhoud pleegt en geen pesticiden of kunstmest gebruikt. Hierdoor kunnen allerlei soorten zich spontaan vestigen. Vaak is maar de helft van de bomen rubber. Er zijn allerlei andere bomen, struiken, kruiden, lianen en epifyten. Ook vogels, insecten en apen vinden een plek in het rubberbos.

Om de natuurwaarde van dit groene productiesysteem vast te stellen, onderzochten ecologen van de Rijksuniversiteit Groningen en ICRAF of de aanwezige varens in rubberbos ook werkelijk voor een groot deel regenwoudsoorten zijn. Zij vergeleken daartoe in de Sumatraanse provincie Jambi de rijkdom aan varens in tropisch regenwoud, rubberbos en rubberplantage.

Alle voorkomende varensoorten werden onderzocht in 51 proefvlakken van 40 bij 40 meter verspreid over een gebied van ongeveer 200 bij 150 kilometer. Het bleek dat per proefvlak steeds ongeveer elf varensoorten worden gevonden, maar dat de soortensamenstelling en de variatie in de gevonden soorten behoorlijk verschilt. In plantages staan voornamelijk varens die het liefst op vrij open standplaatsen groeien. Er worden gemiddeld slechts twee bosvarens per proefvlak gevonden. In het regenwoud groeien uiteraard vooral bosvarens, gemiddeld acht per proefvlak. Rubberbos neemt met gemiddeld vijf bosvarens per proefvlak een plaats in tussen woud en plantage.

Om de variatie te onderzoeken noteerden de ecologen bij elk nieuw proefvlak of niet eerder aangetroffen varensoorten voorkwamen. Het aantal soorten bosvarens dat na onderzoek van 1,6 hectare regenwoud was gevonden bedroeg 26. In een even groot oppervlak aan plantage troffen de ecologen slechts tien en in rubberbos zestien soorten bosvarens aan. De grootste variatie aan bosvarens wordt dus gevonden in het oorspronkelijke regenwoud, de kleinste in plantages. Rubberbossen zitten daar tussen in.

De onderzoekers concluderen dat prioriteit voor bescherming van het resterende oerbos geboden blijft. In gebieden waar het oorspronkelijke bos reeds is verdwenen, kunnen rubberbossen een deel van de tropische natuur herbergen met behoud van een inkomstenbron voor de boeren.



Nadere informatie bij:

* drs. Hendrien Beukema (RUG, Plantbiologie)
* tel. (050) 3632231, fax (050) 3632273

* e-mail kooij@nwo.nl

* en op de website van ICRAF www.icraf.cgiar.org/sea