Titel: Verslag Ecofin 12 maart 2001
De Voorzitter van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Den Haag
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
19 maart 2001
BFB 2001-256m
Onderwerp
Toezending verslag van de Ecofin Raad van 12 maart 2001
te Brussel.
Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad
van
12 maart 2001 te Brussel.
Dit verslag wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste en de
Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie voor
Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede
Kamer.
DE MINISTER VAN FINANCIEN,
Verslag Eurogroep en Ecofin Raad van 11 en 12 maart 2001
Op 11 maart 2001 kwam in Brussel de Eurogroep bijeen, gevolgd door een
Ecofin Raad op 12 maart. Onderstaand wordt van beide bijeenkomsten
verslag gedaan.
Eurogroep
De vergadering van de Eurogroep werd geopend met een tour d'horizon,
waarna werd gesproken over de globale richtsnoeren voor het economisch
beleid 2001 en de euro-introductie. Tot slot werd kort stilgestaan bij
de behandeling van structurele onderwerpen in de Eurogroep. Er is niet
gesproken over het onderwerp financiële markten (comité van wijzen) en
het rapport over de bijdrage van de overheidsfinanciën aan groei en
werkgelegenheid.
Tour d' Horizon
In de Eurogroep is van gedachten gewisseld over de recente economische
ontwikkelingen in de VS, het eurogebied en Japan. Tijdens de tour
dhorizon deed Voorzitter Reynders verslag van de G-7 vergadering van
Ministers van Financiën en Centrale Bank-presidenten, in Palermo, 17
februari jl. Deze vergadering toonde zich positief gestemd over het
herstel van de economische groei in de tweede helft van dit jaar. De
Japanse afvaardiging had een toelichting gegeven op recente
economische ontwikkelingen in Japan, waarbij de aandacht uitging naar
de prijsontwikkeling en de financiële sector.
Verschillende sprekers in de Eurogroep wezen op de groeivertraging die
nu in de VS plaatsvindt en op enkele risicos die het herstel zouden
kunnen frustreren, waaronder de ontwikkeling van de productiviteit en
de schuldenlast van de private sector. In de Eurogroep bestond een
breed gedeelde zorg over de situatie in Japan. Voor wat betreft de
ontwikkeling in het eurogebied werd gesteld dat er weinig is veranderd
ten opzichte van de vorige vergadering op 12 februari. De
verwachtingen omtrent de economische groei in het eurogebied blijven
relatief gunstig voor 2001 en 2002. Het eurogebied kent een stabiele
economische groei, en moet in staat worden geacht de groeivertraging
in de VS op te vangen.
Globale richtsnoeren voor het economische beleid
Er is kort gesproken over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, mede ter voorbereiding op de Europese Raad van Stockholm. EFC-voorzitter Draghi stipte drie themas aan; 1) de relatie tussen belastingverlaging en uitgavenreductie; 2) de noodzaak om nú te reageren op de vergrijzing; en 3) het belang van herstructurering van de uitgaven ten behoeve van menselijk kapitaal. Minister Zalm gaf aan het belangrijk te vinden dat het onderwerp vergrijzing in de stabiliteitsprogrammas behandeld wordt. Lidstaten schrijven immers zelf hun stabiliteitsprogramma, waardoor de aandacht en het draagvlak voor de problematiek van de vergrijzing toeneemt.
Euro-introductie
Commissaris Solbes gaf aan dat er in de chartale omwisselingsplannen
van diverse eurolanden interessante voorbeelden te vinden zijn, die
bijdragen aan een soepele conversie. Hij noemde daarbij het
beschikbaar stellen van vuistregels die de detailhandel een indicatie
geven van de benodigde hoeveelheid eurowisselgeld en het retour geven
van standaardpakketjes met euromunten als wisselgeld (in de laatste
dagen van 2001). Voorts werd stilgestaan bij de voorlichting over de
euro. Conform de conclusies van de Europese Raad van Nice zullen de
eurolanden in de week van 2 tot 9 mei in de voorlichting extra
aandacht besteden aan de invoering van de euro.
Behandeling van structurele onderwerpen in de Eurogroep
Voorgesteld werd om de behandeling van structurele onderwerpen in de
Eurogroep te verdiepen, o.a. door een horizontale analyse van de
bestaande problemen en extra aandacht voor de situatie en vooruitgang
in de verschillende lidstaten. Minister Zalm heeft gewezen op het
gevaar dat er dubbele agendas ontstaan voor de Eurogroep en de Ecofin.
Informatie-uitwisseling in de Eurogroep is goed, maar er moet geen
afstemming plaatsvinden die vooruitloopt op de discussies in de
Ecofin.
Ecofin Raad
Voorbereiding Europese Raad van Stockholm
- Syntheserapport met betrekking tot het Lissabon-proces
Commissievoorzitter Prodi gaf een toelichting op het syntheserapport
van de Commissie. Met het oog op de voorbereiding van de voorjaarstop
in Stockholm is in de eerste plaats een overzicht opgesteld van de
initiatieven die zijn genomen naar aanleiding van de Lissabon-top. In
de tweede plaats worden prioriteiten voor de komende tijd in kaart
gebracht. Het jaar 2000 is afgesloten met economische successen en met
belangrijke beleidsinitiatieven zoals de afronding van het
belastingpakket en de Europese sociale agenda. Tegelijkertijd moet
worden geconstateerd dat een aantal zaken nog te langzaam verloopt: de
voltooiing van de interne markt voor diensten, het Europese octrooi,
het satellietprogramma Galileo en de hervormingen van fiscale en
sociale stelsels naar meer werkgelegenheids-bevorderende systemen.
In de kern is de Lissabonstrategie de juiste, maar op deelterreinen
moet volgens Prodi meer gebeuren. Meer in het bijzonder noemde de
Commissievoorzitter hervormingen in de zogenaamde netwerksectoren
(energie, post) en het treffen van voorbereidingen om de gevolgen van
de vergrijzing van de bevolking op te vangen.
- Rapport over de bijdrage van de overheidsfinanciën aan groei en
werkgelegenheid
EFC-voorzitter Draghi gaf een toelichting op het rapport inzake de
bijdrage vanuit de overheidsfinanciën op groei en werkgelegenheid. Hij
noemde vijf belangrijke boodschappen:
1) procyclisch begrotingsbeleid moet worden voorkomen;
2) belastinghervormingen en belastingverlagingen moeten hand in hand
gaan met overeenkomstige
ontwikkeling en beheersing van de overheidsuitgaven;
3) het vraagstuk van de vergrijzing vraagt om vroegtijdige actie maar
onderkend moet worden dat de
situatie in de lidstaten grote diversiteit vertoont (uiteenlopende
pensioenstelsels,
overheidsschuldposities etc.) waardoor er geen uniforme recepten
kunnen worden gegeven;
4) in veel lidstaten blijven aanpassingen van het belasting- en
sociale zekerheidsstelsel geboden
teneinde deze meer werkgelegenheids-vriendelijk te maken;
5) tenslotte vraagt herstructurering van overheidsuitgaven ten behoeve
van betere economische
prestaties op langere termijn om prioriteit voor onderwijs, training,
en onderzoek en ontwikkeling.
Commissaris Solbes onderschreef de inbreng van de EFC-voorzitter. Hij
vroeg nog aandacht voor het vraagstuk van de vergrijzing en wierp de
vraag op of de gevolgen van de vergrijzing voor de overheidsfinanciën
in de stabiliteitsprogramma's van de lidstaten aan bod moeten komen of
dat de globale richtsnoeren voor economisch beleid daarvoor het
geëigende document is. De Commissie beraadt zich nog. Wel is het
essentieel dat over het vergrijzingvraagstuk goed vergelijkbare
indicatoren worden ontwikkeld zodat alle lidstaten op een
gelijkwaardige wijze kunnen worden beoordeeld.
Voorzitter Ringholm concludeerde dat het rapport (doc no. 6997/01)
ongewijzigd kan worden vastgesteld.
- Rapport inzake structurele hervormingen
EPC-voorzitter Glass lichtte de inhoud van dit rapport - dat eerder al
in concept door de Ecofin Raad was besproken - kort toe. Voorts
kondigde hij aan dat het EPC in de zomer met een voorstel zal komen
voor de organisatie van de jaarlijks te houden beoordelingen van de
lidstaten op het punt van de structurele hervormingen.
- Voortgangsrapport van de EIB over het Innovatie 2000 iniatief
EIB-president Maystadt besprak de activiteiten die in dit kader op het
gebied van financiering van telecom- en scholingsprojecten zijn
gestart. Ook heeft de EIB nieuwe terreinen betreden met investeringen
in R&D en audiovisuele projecten. President Maystadt zou de
samenwerking met de Commissie op dat vlak nog willen versterken.
Verder maakte hij melding van een voorstel voor een structurele
financieringsfaciliteit die ter goedkeuring aan de Raad van
Gouverneurs zal worden voorgelegd.
- Structurele Indicatoren: short list
Voorzitter Ringholm schetste de geschiedenis rond het opstellen van de
short list en stelde vast dat er nu een overzichtelijk aantal
indicatoren is vastgelegd ten behoeve van de analyse van het beleid in
de verschillende lidstaten. Gelet op het zorgvuldige
voorbereidingstraject gaat de Voorzitter er van uit dat er nu geen
wijzigingen meer worden aangebracht in de voorliggende lijst.
Minister Zalm toonde begrip voor het feit dat er in dit stadium geen
gelegenheid meer is voor het amenderen van de lijst maar deed wel een
suggestie voor een nadere bijstelling van de lijst van indicatoren in
de nabije toekomst. In plaats van de wellicht minder informatieve
indicator over "het kapitaal opgebracht via de aandelenmarkten" gaf
hij aan graag een indicator te hebben waarmee de output van onderwijs
en investeringen in menselijk kapitaal in beeld wordt gebracht, dit
gelet op het belang van goede kwalificaties van de beroepsbevolking
zoals in de Lissabonstrategie is verwoord.
Ook enkele andere lidstaten deden suggesties voor aanpassing van de
lijst bij een volgende gelegenheid. Genoemd werden een indicator voor
de inspanningen op het gebied van R&D, inclusief de betrokkenheid van
de private sector daarbij en een indicator waarmee de werkgelegenheid
in meer kwalitatieve zin (opleidingspeil bijvoorbeeld) in beeld wordt
gebracht.
De Voorzitter constateerde dat er uiteraard in de toekomst gelegenheid
zal zijn om de short list te amenderen. Hij stelde vast dat het
document aan de Europese Raad kan worden aangeboden.
- Globale richtsnoeren voor het economische beleid
Voorzitter Ringholm stelde voor het Key issues paper en het
implementatierapport van de Commissie tezamen te behandelen.
Commissaris Solbes gaf aan dat er een neiging bestaat om steeds maar
weer nieuwe documenten over dezelfde onderwerpen op te stellen. Hij
onderschreef overigens de prioriteiten uit het Key issues paper.
Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan het eens te
zijn met de opmerking van Commissaris Solbes dat gewaakt moet worden
voor een proliferatie van documenten over hetzelfde onderwerp.
Minister Zalm verzocht het EFC, EPC en Commissaris Solbes te kijken
naar mogelijkheden voor integratie van de verschillende documenten.
Alle lidstaten gaven overigens aan de inhoud van het Key issues paper
op hoofdlijnen te ondersteunen en een helder signaal te vinden voor de
Europese Raad over een meer doeltreffende uitvoering van de
Lissabonstrategie waarbij een aantal lidstaten indiceerde dat
gezondmaking van de overheidsfinanciën daarbij terecht een centrale
plaats toekomt.
De vraag op welke plaats het thema vergrijzing moet worden behandeld
kwam terug in een aantal interventies van ministers. Minister Zalm
verwoordde zijn mening dat het stabiliteitsprogramma, met zijn
middellange termijn focus, de ideale plek is om aan de gevolgen van de
vergrijzing en het te voeren beleid met betrekking tot de
overheidsfinanciën aandacht te besteden. De lidstaten kunnen dan zelf
aangeven welk beleid men denkt te gaan voeren hetgeen aansluit bij de
subsidiariteits-gedachte. Het opnemen van een vergrijzingsparagraaf in
de stabiliteitsprogramma's sluit uiteraard niet uit dat ook in de
globale richtsnoeren, die de Commissie in eerste instantie opstelt, de
vergrijzing aan bod komt.
Enkele grote lidstaten gaven aan de jaarlijks op te stellen
stabiliteitsprogramma's minder geschikt te achten voor de behandeling
van een structureel thema als de vergrijzing en hervorming van
pensioenstelsels. Deze landen vinden de globale richtsnoeren of
misschien een ander, nieuw document meer gepast. Een andere lidstaat
stelde voor een evenwicht te zoeken waarbij in de globale richtsnoeren
de hoofdlijnen aan bod komen en in de stabiliteitsprogrammas de
concrete beleids-invulling door de lidstaten.
Een grote lidstaat plaatste verder nog de kanttekening dat
liberalisatie van de netwerkindustrieën niet moet ontaarden in een
ideologische strijd met onrealistische tijdschema's. Garanties
richting consument moeten worden gewaarborgd.
Voorzitter Ringholm concludeerde dat het Key issues paper namens de
Ecofin Raad aan de Europese Raad kan worden aangeboden.
- Verslag van het Comité van wijzen over de regulering van de
Europese effectenmarkten
Baron Lamfalussy gaf een toelichting op het eindrapport van zijn
comité. Reacties op het interimrapport waren aanleiding voor een
aantal wijzigingen. Er is meer aandacht besteed aan het belang van een
zorgvuldige consultatie van alle betrokkenen, de transparantie in de
voorgestelde procedures is nog eens extra benadrukt evenals het belang
van een goede monitoring van de procedures op alle niveaus. Hij
benadrukte dat juist met het oog op de vereiste snelheid is gekozen
voor een pragmatische oplossing binnen de bestaande institutionele
kaders. Dergelijk pragmatisme vraagt van alle betrokkenen ook enige
compromisbereidheid.
Commissaris Bolkestein gaf aan veel waardering voor het
Lamfalussyrapport te hebben. Wel heeft de Commissie serieuze
bedenkingen bij de concept-resolutie ten behoeve van de Europese Raad.
Belangrijkste bezwaar van de Commissie is de verwijzing naar de
unilaterale verklaring van de Commissie bij het comitologiebesluit
(Aerosolverklaring) die nu naar het oordeel van de Commissie ten
onrechte in de concept-resolutie een algemene strekking krijgt. De
Commissie wordt door het definiëren van de markt voor financiële
diensten als "gevoelige sector" in zijn contacten met het Europees
Parlement gebonden aan de meerderheidspositie in de Raad. De Commissie
vindt een dergelijke bepaling die in feite neer komt op een "take back
positie" van de Raad niet overtuigend richting het Europees Parlement,
niet behulpzaam voor het bereiken van een noodzakelijk compromis met
het EP en daarom niet acceptabel.
Een grote lidstaat wenste in de resolutie meer nadruk op de formele
onafhankelijkheid van het comité van toezichthouders en wilde tevens
vastleggen dat dit comité overeenkomstig de aanbevelingen uit het
Lamfalussy rapport zijn werkwijze vaststelt en nauwe banden met de
Commissie en andere gemeenschapsorganen aanhoudt.
Diverse grote lidstaten gaven aan belang te hechten aan de tekst van de concept-resolutie. De grote gevoeligheid van de markt en de grote gevolgen die maatregelen op dit terrein kunnen hebben, pleiten voor een verwijzing naar de "hoogst gevoelige sector" en de daaraan verbonden consequenties in de comitologieprocedure.
Minister Zalm riep in herinnering dat we meer snelheid willen bij het
invoeren van regelgeving op het terrein van de effectenmarkten. Om dat
te bereiken moeten zowel Raad als Europees Parlement enige invloed
inleveren. Hij wees er ook op dat instemming van het Europees
Parlement vereist is en
pleitte daarom, evenals enkele andere kleine lidstaten, voor een meer
flexibele opstelling richting het EP.
De Voorzitter constateerde dat er nog geen consensus is over de
institutionele balans en over de organisatorische inbedding van het
comité van toezichthouders in de concept resolutie. Hij stelde voor
het EFC in een extra vergadering hier nader naar te laten kijken en
zonodig een extra Ecofin bijeen te roepen aan de vooravond van de
ER-Stockholm.
Financiële aspecten van Galileo
Voorzitter Ringholm gaf aan dat Nederland om agendering van dit
onderwerp had verzocht.
Minister Zalm memoreerde zijn brief waarin de Nederlandse zorgen met
betrekking tot het Galileo-project naar voren komen. Het Nederlandse
standpunt is:
- geen groen licht zonder dat er duidelijkheid is over de gehele
financiering (inclusief private inbreng);
- duidelijke definitie van de diensten;
- realistische kosten-batenanalyse;
- transparante en efficiënte organisatiestructuur.
Als hierover duidelijkheid bestaat kan er een besluit door de
Transportraad genomen worden aldus minister Zalm. Hij gaf verder aan
dat er tijdens de Europese Raad van Keulen en Nice gesproken is van
een substantiële bijdrage van de private sector. Dit kan niet
vervangen worden door creatieve vormen van aanbesteding te kiezen. Het
gebrek aan belangstelling van de private sector achtte minister Zalm
verontrustend.
Van de Commissie wordt opheldering rond de financiering verwacht
alsmede meer informatie omtrent de onzekerheden van het kostenplaatje.
Minister Zalm rondde af door aan te geven dat in de theorie van de
openbare financiën het begrip 'camel nose' voorkomt: een project dat
in eerste instantie relatief weinig kost maar waarbij na verloop van
tijd nog hoge kosten volgen. Een ander fenomeen is de zogenaamde
'white elephant', een prestigieus en duur project waarvan de
toegevoegde waarde twijfelachtig is. In het geval van Galileo zou naar
de mening van minister Zalm mogelijk sprake zijn van een rare creatie:
een 'white elephant' met een 'camel nose'.
Namens de Commissie stelde Commissaris de Palacio dat Galileo een
technologisch industrieel project is met financiële componenten. Over
dit onderwerp wordt allang gesproken. Het principe besluit is genomen
tijdens de Europese Raad van Keulen en later bevestigd in Feira en
Nice. Het betreft een satellietnavigatiesysteem met werelddekking.
Volgens de Commissaris is het essentieel om een einde te maken aan het
huidige monopolie van het GPS. Op deze wijze kan Europa eveneens
onafhankelijk worden, terwijl het systeem ook beter en geavanceerder
is dan GPS (dat immers een militaire invalshoek kent). Volgens
Commissaris de Palacio is de eerste (onderzoeks)fase binnen het vijfde
kaderprogramma gefinancierd. De huidige fase, die duurt van 2001 tot
2005, gaat gepaard met een overheidsbijdrage van 1150 mln euro,
hetgeen uit de EU-begroting (Trans-Europese Netwerken) en door
European Space Agency (ESA) gefinancierd zal worden. Vanaf 2006 worden
de satellieten ontwikkeld, waarvoor met name private middelen
noodzakelijk zijn. Vanaf 2008 zijn er exploitatiekosten. De Europese
Raad van Stockholm zou een besluit moeten nemen dat de Transportraad
verder kan uitwerken. Volgens de Commissaris is een snel besluit
noodzakelijk omdat anders teveel vertraging optreedt en een negatief
signaal naar de private sector wordt afgegeven. Vanzelfsprekend heeft
de Commissie begrip voor de zorgen van de delegaties, met name wat
betreft de definitie van het begrip particuliere inbreng. Naar de
mening van de Commissie kan een deel van de zorgen worden weggenomen
door op basis van artikel 171 van het verdrag een gemeenschappelijke
onderneming op te zetten waarin alle betrokkenen kunnen deelnemen.
Indien nu een verkeerd signaal wordt afgegeven zal de markt dit
negatief uitleggen met alle gevolgen vandien voor hun mogelijke
bijdragen. Tenslotte gaf de Commissaris aan dat de kosten van dit
grote project wel meevallen aangezien het overeenkomt met de aanleg
van 300 km hogesnelheidslijn.
Twee grote lidstaten gaven krachtige steun aan de interventie van
minister Zalm. Verschillende kleinere lidstaten indiceerden eveneens
zorgen over de financieringsaspecten van dit project te hebben.
Een andere groep lidstaten, waaronder twee grote, gaven aan dat het om
een grote technologische sprong voorwaarts gaat. Europa moet zijn
verantwoordelijkheid oppakken en het Galileo-project politiek steunen.
Wel zou de Ecofin op de hoogte gehouden moeten worden van de inbreng
uit de private sector.
Commissaris Palacio was het met de ministers eens dat een goede
financiële controle en transparant beheer noodzakelijk zijn. Ook is
meer inzicht in de private bijdragen gewenst. Volgens de Commissaris
is bespreking in Stockholm belangrijk omdat een aantal delegaties van
mening lijkt te veranderen. Oorspronkelijk was de afspraak dat er tot
2005 geen private inbreng nodig was; op de Transportraad van 22
december echter heeft een aantal delegaties geëist dat daarvoor ook
private bijdragen noodzakelijk zijn. Dit probleem moet door de
Europese Raad worden opgelost, waarna de Transportraad weer aan het
werk kan. De Commissaris gaf aan dat de private sector wel degelijk
belangstelling heeft. Tot nu toe is reeds 50 mln euro geïnvesteerd.
Een grotere EU-participatie in budgettaire termen kan eerst als er
gesproken wordt over de nieuwe Financiële Perspectieven. De
Commissaris herhaalde haar oproep om op basis van artikel 171 de
gerezen problemen op te lossen.
Voorzitter Ringholm concludeerde dat er sprake is geweest van een
interessant debat. Bezien moet worden hoe de ministers van Financiën
de transportministers kunnen bijstaan in hun wens meer zicht te hebben
op de omvang van de private financiering.
Prioiriteiten EU-begroting 2002
Voorzitter Ringholm stelde dat het goed is dat de Raad in een zo vroeg
stadium de prioriteiten voor de komende begroting kenbaar maakt. Ter
voorbereiding van dit debat zijn concept-Raadsconclusies opgesteld die
zijn weergegeven in document 6882/01.
Desgevraagd gaf Commissaris Schreyer aan dat handhaving van de
Financiële Perspectieven voorop staat. De maximale groei (uitgaande
van Berlijn) voor de vastleggingen is 3%, voor de betalingen 7,3%. Bij
categorie 1a zal de nadruk liggen op de financiering van de BSE-crisis
en op de bestrijding van de mond-en klauwzeer. Indien noodzakelijk zal
de Commissie bij de indiening van het voorontwerp met maatregelen
komen om elders te besparen binnen de landbouwbegroting (via wijziging
van de verordeningen). Voor wat betreft de overige categorieën meldde
de Commissaris dat de marges beperkt zijn.
De voor de toetreding gereserveerde middelen (rubriek 8) zal de
Commissie in 2002 niet aanwenden. Tenslotte meldde de Commissaris dat
het voorontwerp 2002, dat op 8 mei zal worden vastgesteld, voor de
financiering zal worden gebaseerd op het nieuwe Eigen Middelenbesluit,
dat echter nog wel geratificeerd moet worden.
Diverse grote en kleinere lidstaten verwelkomden het debat en gaven
aan dat de Financiële Perspectieven gerespecteerd moeten worden. In
dit verband werd opgeroepen de stijging van de betalingen te beperken
en meer in lijn te brengen met de stijging van de nationale
begrotingen. Ook werd aangegeven dat er op directe inkomenssteun in
het landbouwbeleid gekort kan worden als dat nodig is om de gevolgen
van de BSE-crisis te financieren. Tevens werd benadrukt dat er
voldoende marges dienen te zijn onder elk plafond om onvoorziene
uitgaven op te kunnen vangen.
Minister Zalm stelde eveneens dat handhaving van de Financiële
Perspectieven essentieel is. Bovendien moeten er voldoende marges
gelaten worden om onvoorziene uitgaven op te kunnen vangen. Er moeten
prioriteiten gesteld worden, hetgeen keuzes maken impliceert.
De kosten van de BSE-crisis moeten binnen categorie 1a opgevangen worden door besparingen elders binnen landbouw. De omvang van het zesde kaderprogramma onderzoek en technologische ontwikkeling moet maximaal reëel constant blijven (ten opzichte van het vijfde) om marges vanaf 2003 en verder in categorie 3 mogelijk te maken. Bij categorie 5 tenslotte moet de controlefunctie van de Europese Rekenkamer en het Europese anti-fraude bureau OLAF versterkt worden.
Voorzitter Ringholm concludeerde dat er sprake is geweest van een
nuttige discussie en geeft aan dat de Raad instemt met de in document
6882/01 opgestelde conclusies.
Décharge-procedure 1999
Voorzitter Ringholm stelde dit punt samen met het voortgangsverslag
SEM-2000 aan de orde.
Commissaris Schreyer gaf aan dat het jaarverslag van de Rekenkamer
laat zien dat er veel verbeteringen nodig zijn. De Commissie heeft
daarom ook haar actieplan aangepast. De herziening van het financieel
reglement is ook essentieel voor een goed beheer.
Tenslotte was de Commissaris van mening dat samenwerking met de
lidstaten van groot belang is. Zij betreurt het dan ook dat nog niet
alle lidstaten hebben gereageerd op de door de Rekenkamer naar voren
gebrachte kritiek.
Minister Zalm riep in herinnering dat hij vorig jaar niet ingestemd
heeft met de ontwerp-aanbeveling omdat er veel fouten geconstateerd
waren zonder een concreet tijdpad om hieraan tegemoet te komen.
Weliswaar zijn er nu verbeteringen aangebracht maar de Commissie zou
toch met een concreter actieplan moeten komen, aldus minister Zalm.
Hij toonde zich verheugd met de steun van de Raad voor dit idee. Wat
betreft de Rekenkamer zelf is minister Zalm van mening dat deze steeds
minder transparant te werk gaat door alleen maar kwalitatieve oordelen
te geven. De Rekenkamer moet het mogelijk maken dat de voortgang in
het financieel beheer van jaar op jaar zichtbaar wordt. Dit betekent
meer cijfers in het jaarverslag. Dit werd gesteund door één van de
andere listaten (slechts enkele lidstaten namen het woord bij dit
onderwerp).
Tenslotte benadrukte een grote lidstaat dat décharge vooral een
kwestie is tussen de Commissie en het EP.
Voorziter Ringholm constateerde dat de Raad instemt met de in doc
6307/01 opgestelde ontwerp-aanbeveling aan het EP. Tevens nam de Raad
nota van het voortgangsverslag SEM-2000.
Stabiliteitsprogramma België
Commissaris Solbes gaf aan dat België succesvol is geweest met de
begrotingsconsolidatie. In 2000 is begrotingsevenwicht bereikt maar de
overheidsschuld is nog relatief hoog. De Commissie beveelt daarom aan
de strategie van hoge primaire overschotten (6% BBP) te continueren.
De begrotingsafspraken zouden verder alle bestuurslagen in België, en
niet alleen het federale niveau, moeten omvatten en de overeengekomen
uitgavenplafonds moeten worden gerespecteerd. België voldoet aan de
eisen uit het Stabiliteits- en Groeipact en de globale richtsnoeren.
EFC-voorzitter Draghi sloot zich bij de opvatting van de Commissie
aan. De Belgische overheidsfinanciën zijn twee jaar eerder in
evenwicht dan voorzien. Een hoog primair overschot blijft evenwel
wenselijk vanwege de hoge schuldquote. Het EFC juicht de beheerste
reële uitgavengroei van maximaal 1,5% per jaar toe en roept de
Belgische regering op eventuele meevallers te bestemmen voor versnelde
sanering van de overheidsschuld.
Minister Reynders gaf aan dat ook wordt geprobeerd de gevolgen van de
vergrijzing op te vangen via een fondsconstructie. Hij zal dit in een
volgend stabiliteitsprogramma toelichten.
Voorzitter Ringholm constateerde dat het advies van de Raad over het
Belgische stabiliteitsprogramma met documentnummer SN 1785 kan worden
vastgesteld en openbaar gemaakt.
Stabiliteitsprogramma Spanje
Commissaris Solbes toonde zich verheugd over de Spaanse resultaten op
het gebied van de overheidsfinanciën en meldde dat Spanje op het
gebied van structurele hervormingen op het goede spoor zit. De groei
van het BNP is hoger dan verwacht, de doelstellingen voor tekort en
schuld in 2000 zijn gerealiseerd en voor 2001 wordt gekoerst op
begrotingsevenwicht en een schuld van minder dan 60% BBP. Wel zijn er
risicos op het gebeid van de inflatie, die eventueel zelfs tot een
meer stringent beleid zullen moeten leiden. De Commissaris was verder
van oordeel dat de gevolgen van de vergrijzing voor de
overheidsfinanciën beter in kaart moeten worden gebracht. Spanje
voldoet aan de eisen uit het Stabiliteits- en Groeipact.
EFC-voorzitter Draghi was het eens met de Commissie. Wel adviseert het
EFC toe te voegen dat de Spaanse regering bereid moet zijn om
budgettaire verkrapping toe te passen wanneer de inflatie verder
dreigt op te lopen.
Betrokken lidstaat vestigde er de aandacht op dat Spanje een zeer hoog
investeringsniveau heeft bereikt. Daarnaast gaf hij een uiteenzetting
van de belangrijkste beleidsmaatregelen op het terrein van de
overheidsfinanciën en de structurele hervormingen. Vermeldenswaard is
het beleid van Spanje om te komen tot een grotere mate van
kapitaaldekking van pensioenverplichtingen.
Voorzitter Ringholm constateerde dat het advies van de Raad over het
Spaanse stabiliteitsprogramma met documentnummer SN 1786 kan worden
vastgesteld en openbaar gemaakt.
Stabiliteitsprogramma Luxemburg
Commissaris Solbes was kort over Luxemburg. De overheidsfinanciën zijn
op orde. Luxemburg wil een overschot van rond 2,5% BBP aanhouden. Wel
is ook in Luxemburg sprake van een oplopende inflatie. Luxemburg
voldoet aan de eisen uit het Stabiliteits- en Groeipact en de globale
richtsnoeren.
EFC-voorzitter Draghi waarschuwde voor mogelijke procyclische effecten
van de aangekondigde verlaging van de inkomstenbelasting in 2001/2002.
Verder bepleitte hij aandacht voor de gevolgen van de vergrijzing.
Voorzitter Ringholm constateerde dat het advies van de Raad over het
Luxemburgse stabiliteitsprogramma met documentnummer SN 1787 kan
worden vastgesteld en openbaar gemaakt.
Stabiliteitsprogramma Portugal
Commissaris Solbes stelde dat het begrotingsresultaat 2000 niet geheel
voldoet aan de doelstelling van het vorige programma: het tekort in
2000 beloopt 1,4% BBP waarin een opbrengst voor de verkoop van
UMTS-frequenties van 0,4% BBP is verwerkt. Daarnaast wees Commissaris
Solbes op de externe onevenwichtigheid van de Portugese economie. Het
tekort op de lopende rekening beloopt 10% BBP. In 2001 is een reductie
van het begrotingstekort tot 1,1% BBP voorzien; er is dus sprake van
een budgettaire verkrapping, maar de strategie zou de volgende keer
van meer ambitie mogen getuigen.
EFC-voorzitter Draghi meldde dat het EFC kritisch was in de bespreking
van het Portugese programma. De groeiveronderstellingen zijn aan de
optimistische kant, temeer daar het EFC vanwege de externe
onevenwichtigheid een neerwaarts risico ziet. Het resultaat van het
begrotingsbeleid in 2000 is niet geheel in overeenstemming gebleken
met de globale richtsnoeren voor het economische beleid. De
doelstelling voor het tekort in 2001 houdt, gelet op de incidentele
baten in 2000, een structurele reductie in met 0,7%-punten BBP en het
is de vraag of dat via de beoogde uitgavenreductie en extra
belastingopbrengsten uit hoofde van een verbeterde inning kan worden
gerealiseerd. De middellange-termijndoelstelling van
begrotingsevenwicht wordt zoals het er nu naar uitziet pas in 2003
bereikt en dat pleit voor meer ambitie.
Betrokken lidstaat gaf aan de geuite zorgen te delen. Wel werd
opgemerkt dat vanaf 2000 een eind is gemaakt aan het tot dan toe
inderdaad procyclische begrotingsbeleid in Portugal. In 2001 is een
duidelijke verkrapping voorzien. Verder werd gewezen op de nieuwe
strategie in het Portugese beleid, gericht op een hogere export en
meer investeringen waardoor het externe evenwicht geleidelijk moet
worden hersteld. Wat betreft de ambities van het begrotingsbeleid gaf
hij aan dat de doelstelling ongewijzigd is gebleven, en dat bij
neerwaarts bijgestelde groeivooruitzichten. Zo beschouwd is er sprake
van een grotere ambitie. Ten slotte zette betrokken lidstaat uiteen
dat de Portugese regering een hervormingsprogramma voor de
overheidssector inclusief de zorgsector in gang heeft gezet. Dit moet
leiden tot geleidelijk minder ambtenaren, een grotere efficiency en
een beter financieel beheer.
Voorzitter Ringholm constateerde dat het advies van de Raad over het
Portugese stabiliteitsprogramma met documentnummer SN 1788 kan worden
vastgesteld en openbaar gemaakt.
- o -
Bijlagen: Rapport inzake overheidsfinanciën en groei en
werkgelegenheid
Eindrapport Comité van wijzen over de regulering van de Europese
effectenmarkten
Conclusies begroting 2002 + décharge-advies
Raadsopinies stabiliteitsprogrammas België, Spanje, Luxemburg en
Portugal