ABVAKABO FNV

10 miljard voor verbetering arbeidsvoorwaarden in de collectieve sector (19 maart)

Zoetermeer, 19 maart 2001

De huidige situatie in de collectieve sector vereist een forse financiële impuls om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Ruwe berekeningen van ABVAKABO FNV wijzen uit dat voor de gehele collectieve sector voorlopig ongeveer 10 miljard extra nodig is voor verbetering van arbeidsvoorwaarden. Dit bedrag moet in de ogen van de bond in een meerjarig traject beginnend in 2001 beschikbaar komen. Met dit bedrag kunnen in de ogen van de bond de volgende maatregelen worden gerealiseerd.

Invoering van een 13e maand in de gehele collectieve sector Een 13e maand is 8,33% van het jaarsalaris. Bedacht moet worden dat in de meeste sectoren al een bescheiden begin gemaakt is. ABVAKABO FNV verwacht dat de opbouw van de 13e maand zon 6 miljard gulden kost. De totale loonsom in de collectieve sector is volgens de CPB-definitie 92 miljard in 2001.

Specifieke salarismaatregelen
In het beleid van ABVAKABO FNV staat primair de invoering van een 13e maand, maar daarnaast zijn er in onderdelen van de collectieve sector ook specifieke salarisproblemen die om een oplossing vragen. De meest genoemde sectoren waar dergelijke maatregelen noodzakelijk zijn, zijn onderwijs en zorg. Maar ook op diverse plaatsen binnen de rijksoverheid, gemeenten en provincies zijn specifieke maatregelen nodig. Enkele voorbeelden uit een langere reeks:
- sectorale onderwijsproblematiek waaronder de positie van onderwijsondersteunend personeel;

- verkorting loopbaanpaden;

- lonen jeugdhulpverlening en kinderbescherming;
- harmonisatie salarisgebouwen verzorgings- en verpleegtehuizen;
- invoering en verbetering leerlingensalarissen in de zorg;
- aanpassingen in het loongebouw in de zorgsector. ABVAKABO verwacht dat voor deze maatregelen ongeveer 2 miljard gulden nodig is.

Verbetering secundaire arbeidsvoorwaarden
In de ogen van ABVAKABO FNV zijn in het kader van verbetering van de combinatie werk en zorg een aantal concrete verbeteringen en aanvullende maatregelen nodig. De bond denkt bijvoorbeeld aan:
- verbetering kinderopvang en betaalde verlofregelingen;
- verbetering ziektekostenregeling deeltijders;
- financiële stimulans voor deeltijders die hun contract opplussen. Daarnaast gaat het om maatregelen op het gebied van het voorkomen van ziekteverzuim, het verbeteren en stimuleren van reïntegratie, leeftijdsbewust personeelsbeleid en verbetering van scholingsmogelijkheden (persoonlijk ontwikkelingsbudget, vergelijk het STAR-akkoord).
Voor verbetering van de secundaire arbeidsvoorwaarden is zon 2 miljard gulden nodig.

Investering in kwaliteit van de dienstverlening Duidelijk moet zijn dat met deze financiële impuls het verhaal nog niet volledig af is. Hierboven gaat het om arbeidsvoorwaarden in brede zin. Belangrijk is dat daarnaast ook geïnvesteerd wordt in de kwaliteit van de publieke dienstverlening (vermindering wachtlijsten zorg en kinderopvang, verhoging materiële budgetten bijvoorbeeld voor ICT, verbetering van arbeidsomstandigheden, management en HRM-beleid) en vermindering van werkdruk door het aantrekken van extra personeel. De kosten hiervan zijn niet in de 10 miljard verdisconteerd.