Provincie West-Vlaanderen

Persberichten

Gunstig advies van bestendige deputatie voor diverse monumenten in Izegem
Brugge, 19/3/2001
Bestendige deputatie adviseert gunstig over bescherming als monument van drie gebouwen in Izegem

De bestendige deputatie van West-Vlaanderen heeft een gunstig advies uitgebracht over de voorgenomen bescherming als monument van de voormalige brandweerkazerne, het Sint-Jozefscollege en het Klooster van de Zusters van Maria in Izegem.
De imposante brandweerkazerne, gelegen op de hoek van de Krekelstraat en de Ommegangstraat, werd gebouwd in 1929-1930 volgens de plannen van architect Carlos Beyaert. Dit bakstenen gebouw is opgetrokken in art decostijl. Typerend zijn onder meer het expressieve metselwerk en de geometrische vormentaal. Met zijn hoge hoektoren is de voormalige brandweerkazerne een beeldbepalend element in het stedelijk landschap van Izegem.
Het Sint-Jozefscollege, gelegen langs de Burgemeester Vanden Bogaerdelaan, is eveneens een belangrijk voorbeeld van interbellumarchitectuur in Izegem. Het college werd opgericht in 1867 door priester Jozef de Pélichy. In 1936 werd een groot deel van de gebouwen door een zware brand verwoest. Voor de wederopbouw werd een beroep gedaan op architect Carlos Beyaert. In zijn ontwerp besteedde hij veel aandacht aan het bouwprogramma, de oriëntatie van de ruimtes en het gebruik van gemakkelijk te reinigen materialen. De nieuwe schoolgebouwen werden opgetrokken in een strakke art decovormentaal. Na de afwerking van het college in 1937 werd in het toonaangevende architectuurtijdschrift Bâtir een lovend artikel over het gebouw gepubliceerd. Het Sint-Jozefscollege mag beschouwd worden als een van de belangrijkste voorbeelden van scholenbouw uit het interbellum in West-Vlaanderen.
Het klooster met school van de Zusters van Maria werd gesticht in 1806. De school kon in 1811 de deuren openen in een sober neoclassicistisch, witgepleisterd gebouw. Met het aantreden in 1839 van priester Joseph de Pélichy als kloosterdirecteur begon een periode van verhoogde bouwactiviteit. In de periode 1843-1848 werden onder andere een pensionaat, de zogenaamde Franse school en verschillende nutsgebouwen opgetrokken. Omstreeks 1845 werd de Zilveren Kapel, de privékapel van Joseph de Pélichy ingericht. De belangrijkste realisatie uit deze periode was de neobarokke aankleding van de Gouden Kapel, die in 1981 al als monument werd beschermd. Omstreeks 1860 werd een windmolen met hostiebakkerij opgetrokken. De molen bleef slechts korte tijd in gebruik en in 1912 werd er een huishoudklas tegenaan gebouwd. School en klooster werden in 1879-1880 nogmaals uitgebreid waardoor de huidige rechthoekige plattegrond met gesloten binnenkoer tot stand kwam. Zowel het exterieur als het interieur van dit klooster- en schoolcomplex zijn gaaf bewaard. Merkwaardig is bijvoorbeeld een gang met zes op de muur geschilderde landkaarten uit 1844.
De bestendige deputatie is van oordeel dat de voormalige brandweerkazerne en het Sint-Jozefscollege belangrijke voorbeelden van interbellumarchitectuur in West-Vlaanderen zijn. Het