http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=411841
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling DSI/MY Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 21 maart 2001 Auteur Brechtje Paardekooper
Kenmerk DSI/MY-106/01 Telefoon 070-348 6032
Blad /3 Fax 070-348 4883
Bijlage(n) 2 E-mail brecht.paardekooper@minbuza.nl
Betreft Effectstudie Basisgezondheidszorg Ghana/Tanzania, Effectstudie
HIV/AIDS programma's Tanzania
Zeer geachte Voorzitter,
Zoals U bekend vinden in het kader van de financiering van het MFP
regelmatig evaluaties plaats onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de
medefinancieringsorganisaties en mijzelf. De uitvoering van deze studies is
in handen gelegd van de 'Stuurgroep Evaluatie Medefinancieringsprogramma',
onder voorzitterschap van prof. dr. A. de Ruijter. De Stuurgroep voert
effectevaluaties uit, die met name beogen de resultaten van de ondersteunde
activiteiten op veldniveau te registreren.
Het is mij een genoegen U hierbij de eerste twee evaluaties aan te bieden
die onder leiding van deze stuurgroep zijn uitgevoerd. Eén betreft een
studie van de effecten van vijf door het MFP ondersteunde HIV/Aids
programma's in Tanzania; de tweede betreft een effectstudie van vier door
het MFP ondersteunde programma's op het gebied van basisgezondheidszorg in
Tanzania en Ghana. Deze rapporten maken deel uit van een cluster evaluaties
over sociale basisvoorzieningen. In dit kader zullen nog enkele studies
uitgevoerd worden naar programma's op het gebied van microfinanciering, en
op het gebied van armoedebestrijding in marginale rurale regio's. Naast
evaluaties betreffende sociale basisvoorzieningen worden ook een drietal
evaluaties naar de bijdrage van MFO's aan maatschappijopbouw uitgevoerd.
Deze rapporten zullen in de loop van dit jaar en begin volgend jaar gereed
komen.
De kwaliteit van deze evaluaties is goed. De evaluatoren hebben het gebrek
aan baselinegegevens en het attributieprobleem opgevangen met gebruik van
kwalitatieve methoden. Er lijken voldoende personen uit verschillende
invalshoeken te zijn geïnterviewd om de bevindingen wat betreft de effecten
op de doelgroep te toetsen.
In algemene zin kan ik de bevindingen van de studies onderschrijven. De
evaluatoren oordelen redelijk positief over de directe effecten van de
onderzochte HIV/AIDS programma's op de doelgroep, en signaleren positieve
effecten op lokaal en nationaal beleid. In de studie over
basisgezondheidszorg stellen de onderzoekers dat de activiteiten niet
bijzonder vernieuwend zijn, maar dat de kwaliteit van de geleverde diensten
bovengemiddeld is. Wel hebben de gezondheidsprogramma's weinig aandacht voor
beleidsbeïnvloeding.
In beide studies oordelen de evaluatoren negatief over de planning,
monitoring en evaluatie van de meeste onderzochte programma's: in slechts
één van de negen onderzochte programma's was een goed monitoring en
evaluatiesysteem aanwezig en was er tevoren een baselinestudie gedaan.
De Stuurgroep constateert in haar commentaar op beide studies dat de MFO's
geringe invloed hebben kunnen uitoefenen op de kwaliteit van monitoring en
evaluatie van de onderzochte partnerrelaties.
De studies nodigen uit tot verdere reflectie over de oorzaken daarvan.
Treffend in
met name de studie over basisgezondheidszorg is verder de karakterisering
van zuidelijke organisaties als relief/welfare-gericht, terwijl het beleid
van de MFO's gericht is op duurzame ontwikkeling en katalysatie van
ontwikkelingsprocessen. De zwakke punten die geconstateerd worden (gebrek
aan flexibiliteit en goede contacten met de gemeenschap, en weinig aandacht
voor beleidsbeïnvloeding) betreffen nu juist punten die als het terrein van
de MFO's worden beschouwd.
Het GOM onderschrijft de conclusies van het rapport en stelt dat deze
aansluiten bij trajecten die door MFO's reeds in gang zijn gezet. "Met name
de capaciteitsbevordering op het gebied van planning, beheer en
verantwoording en op het gebied van netwerkbevordering staat centraal in de
ontwikkeling van het beleid van de MFO's naar de partnerorganisaties toe,"
schrijven zij in hun commentaar. In april vindt een workshop plaats met de
evaluatoren en de medefinancierings-organisaties waarin op basis van deze
studies gezamenlijk nadere aanbevelingen worden geformuleerd met betrekking
tot het werk van de MFO's.
Het volgende evaluatierapport over de bijdrage van de MFO's aan
Maatschappijopbouw in India verwacht ik binnenkort; deze zal U worden
toegezonden.
de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Eveline Herfkens
Kenmerk
Blad /3
===